Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 13 december 2019, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 november 2019, nr. 2019002061,
machtigde Uwe Majesteit de Minister van Buitenlandse Zaken het verdrag waarop het
bovenvermelde voorstel van wet betrekking heeft, met het oog op stilzwijgende goedkeuring
over te leggen aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Bij brieven van 5 november 2019 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken vervolgens
het verdrag overgelegd (Kamerstukken 35 332, nr. 1).
Op 4 december 2019 hebben 30 leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal overeenkomstig
artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens
te kennen gegeven dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal
zal worden onderworpen.
In verband hiermee bied ik U het hierboven vermelde voorstel van wet aan.
Op grond van artikel 19, onder b, van de Wet op de Raad van State kan het horen van
de Afdeling advisering van de Raad van State achterwege blijven aangezien de Afdeling
advisering al gehoord is in het kader van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure.
Ik moge U derhalve verzoeken het hierbij voorgestelde voorstel van wet en de memorie
van toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok