35 332 Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014; Wenen, 1 juni 1993

A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 6 november 2019.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 6 december 2019.

Aan de voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2019

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 1 juni 1993 te Wenen tot stand gekomen Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en van het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014 (Trb. 2019, 92).

Een toelichtende nota bij het verdrag treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt voor het Europese deel van Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

TOELICHTENDE NOTA

1. Inleiding

Het International Centre for Migration Policy Development (ICMPD) is een in Wenen gevestigde internationale organisatie die haar lidstaten ondersteuning biedt bij de ontwikkeling en implementatie van een innovatief, geïntegreerd en duurzaam migratiebeleid. De door het ICMPD geboden ondersteuning is gebaseerd op drie pijlers: het verrichten van onderzoek, het faciliteren van capaciteitsopbouw in met name derde landen en het ondersteunen van migratiedialogen. Het ICMPD is actief in meer dan 90 landen in Europa, Azië en Afrika en het beschikt daartoe over een netwerk van meer dan 20 operationele vertegenwoordigingen en projectkantoren.

Het ICMPD werd oorspronkelijk in 1993 opgericht als een bilateraal samenwerkingsverband tussen Oostenrijk en Zwitserland, maar is inmiddels uitgegroeid tot een internationale organisatie met 17 lidstaten in hoofdzakelijk Centraal- en Oost-Europa, waaronder 12 lidstaten van de Europese Unie.1 In de nabije toekomst hoopt het ICMPD nog verder uit te kunnen breiden met een aantal staten in Noord- en West-Europa en in dat verband zijn er in de afgelopen jaren verkennende gesprekken gevoerd met onder andere Nederland en Duitsland. De Duitse Bondsregering heeft inmiddels besloten om toe te treden tot het ICMPD.

Aangezien er voor Nederland belangrijke voordelen verbonden zijn aan het lidmaatschap van het ICMPD, heeft de Nederlandse regering op 18 oktober 2018 een Declaration of Intent ondertekend, waarin zij heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn om lid te worden van deze internationale organisatie, door toe te treden tot het op 1 juni 1993 te Wenen tot stand gekomen Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014 (Trb. 2019, nr. 92, hierna: «het ICMPD-verdrag»). Met het oog op de toetreding van het Koninkrijk der Nederlanden tot het ICMPD, wordt dit verdrag hierbij ter parlementaire goedkeuring aangeboden.

2. Het ICMPD in vogelvlucht

De post-1989 migratiecrisis was voor Oostenrijk en Zwitserland de aanleiding om in 1993 het ICMPD op te richten. Het ICMPD-verdrag werd in eerste instantie voor een periode van drie jaar gesloten en is sindsdien drie maal gewijzigd en één keer aangevuld. Door het eerste wijzigingsverdrag van 27 maart 1996 werd de geldigheid van het verdrag met acht jaar verlengd en werd een door deze verlenging obsoleet geworden bepaling – die in de kostenverdeling voor de eerste drie jaren voorzag – vervallen verklaard. Door het tweede wijzigingsverdrag van 26 april 1996 werd het ICMPD omgedoopt tot een internationale organisatie met rechtspersoonlijkheid onder internationaal publiekrecht en door het derde wijzigingsverdrag van 25 juni 2003 werd ten slotte bewerkstelligd dat het ICMPD-verdrag in het vervolg voor onbepaalde tijd van kracht zal blijven. Bij het vierde en laatste verdrag, het Verdrag van 26 mei 2014, gaat het ondanks de misleidende titel – waarin wordt gesproken over de «fourth modification» van het ICMPD-verdrag – niet om een wijziging van het ICMPD-verdrag, maar om een aanvullende regeling, die voorziet in de invoering van een intern belastingstelsel dat van toepassing is op het personeel van het ICMPD.

De organisatiestructuur van het ICMPD bestaat uit een politieke stuurgroep (Steering Group), een directeur (Director General) en een adviesorgaan (Advisory Board). De politieke stuurgroep is het intergouvernementele orgaan van het ICMPD, waarin elke verdragsluitende staat met één zetel is vertegenwoordigd. De stuurgroep benoemt de directeur en de leden van het adviesorgaan en verleent onder andere goedkeuring aan de reguliere jaarbegroting, het werkprogramma en het conferentieprogramma van het ICMPD. De politieke stuurgroep is daarnaast een belangrijk forum waar de lidstaten hun migratiebeleid met elkaar bespreken. Op dit moment neemt Nederland reeds als kandidaat-lid en waarnemer deel aan de bijeenkomsten van de politieke stuurgroep. De directeur van het ICMPD is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie, die uit zo’n 240 personeelsleden bestaat en waarvan de werkzaamheden zijn onderverdeeld in drie directies: (1) Policy, Research and Strategy, (2) Resources and Operations Management en (3) Migration Dialogues and Cooperation. Het ICMPD beschikt naast het hoofdkantoor in Wenen over een Missie in Brussel, een regionaal kantoor voor het Middellandse Zeegebied in Malta en zo’n 20 operationele projectkantoren in met name Oost-Europa, het Midden-Oosten en Klein- en Centraal-Azië. De directeur van het ICMPD wordt bij zijn werkzaamheden bijgestaan door een adviesorgaan, dat op dit moment is samengesteld uit vijf vooraanstaande deskundigen op het gebied van migratie.

Het ICMPD legt zich toe op drie verschillende taken: het verrichten van onderzoek, het faciliteren van capaciteitsopbouw en het ondersteunen van migratiedialogen. Het ICMPD is allereerst een toonaangevend onderzoekscentrum dat over een grote mate van expertise beschikt op alle deelgebieden van het migratiebeleid, waaronder arbeidsmigratie, terug- en overname van onderdanen, asiel en internationale bescherming, grensbeheer en het voorkomen en bestrijden van illegale migratie en mensenhandel. Het ICMPD verzamelt en analyseert migratiedata en verricht vanuit een internationaal perspectief onderzoek dat van belang is voor de beleidsmakers van haar lidstaten. Daarnaast organiseert het ICMPD jaarlijks een groot aantal conferenties, waar nationale beleidsmedewerkers ook in contact worden gebracht met academische onderzoekers. De tweede taak van het ICMPD is het faciliteren van capaciteitsopbouw in met name derde landen. Het gaat daarbij onder andere om het geven van trainingen, het ondersteunen van de nationale processen van institution building en het bevorderen van de samenwerking tussen de relevante nationale en internationale actoren op het gebied van het migratiebeleid. In dit kader is het ICMPD momenteel bij zo’n 70 projecten in meer dan 90 landen betrokken. De derde taak van het ICMPD is het ondersteunen van de politieke migratiedialogen tussen de EU-lidstaten en derde landen, waaronder het Budapest- en het Praag-proces met het Oosten, en het Rabat- en het Khartoem-proces met het Zuiden. Als internationale organisatie is het ICMPD bij uitstek geschikt om in deze politieke migratiedialogen een constructieve rol te spelen als trusted partner.

3. Het belang van Nederland bij het lidmaatschap van het ICMPD

Het migratiebeleid wordt gekenmerkt door een grote mate van beleidsdivergentie en Nederland ziet zich daarom gesteld voor tal van uitdagingen bij het in stand houden van de relevante migratiedialogen en bij het realiseren van een effectieve internationale samenwerking met de verschillende landen langs de belangrijkste migratieroutes, zowel binnen als buiten Europa. Daarbij zet Nederland in op de ontwikkeling van een innovatief intern en extern migratiebeleid. In de afgelopen jaren zijn in de samenwerking met het ICMPD positieve ervaringen opgedaan met het ondersteunen van de EU-migratiedialogen, met de ontwikkeling van het terugkeerbeleid en met de capaciteitsopbouw in derde landen. Door toe te treden tot deze internationale organisatie kan de toegevoegde waarde van het ICMPD voor Nederland in de komende jaren worden vergroot, niet alleen door het beleidsrelevante onderzoek dat binnen deze organisatie wordt verricht, maar vooral ook door de mogelijkheid die het forum van het ICMPD biedt om de (dikwijls ook interne EU-) migratiedialoog te beïnvloeden. Als gewaardeerde uitvoerende organisatie op het gebied van capaciteitsopbouw en internationale migratiesamenwerking beschikt het ICMPD bovendien over veel goodwill van voor Nederland relevante partnerlanden. Het lidmaatschap van het ICMPD zal daarom voor Nederland van belang zijn bij het bestendigen en ontwikkelen van zijn voortrekkersrol in de internationale migratiedialoog en de internationale migratiesamenwerking.

Het ICMPD ondersteunt ten behoeve haar lidstaten onder andere de volgende activiteiten:

  • Het ondersteunen van EU-externe migratiedialogen buiten de structuur van de VN (secretariaatsfunctie en aanjaagfunctie processen);

  • Het bieden van regionaal tegenwicht door de uitvoeringspraktijk van de mondiale VN-organisaties op het gebied van migratie kritisch te volgen en te evalueren («checks and balances»);

  • Het bieden van de mogelijkheid voor Europese (lid)staten met een uiteenlopende kijk op migratiethema’s om op een constructieve manier en in wisselende samenstelling over migratiethema’s te discussiëren en consensus te bereiken;

  • Het ondersteunen van de capaciteitsopbouw die nodig is voor het migratiebeheer in derde landen die zowel voor Nederland als de EU relevant zijn;

  • Het verrichten van beleidsondersteunend onderzoek en evaluaties.

In tegenstelling tot de mondiale organisaties die actief zijn op het gebied van migratie en de daarmee verwante beleidsterreinen – zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), de VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) en het VN-Bureau voor Drugs en Criminaliteit (UNODC) – is het ICMPD een uitgesproken regionale organisatie. De organisatie heeft haar wortels in Europa en het gros van haar activiteiten concentreert zich op de regio’s die een sterke migratieband met Europa hebben, zoals Afrika, Klein- en Centraal-Azië en het Midden-Oosten. De organisatie beschikt daarbij over een netwerk van steunpunten in verschillende relevante partnerlanden, waaronder in een viertal focuslanden van het Nederlandse migratiebeleid: Irak, Jordanië, Libanon en Nigeria. Het ICMPD weet relevante en soms lastige spelers om de tafel te brengen en kan op het gebied van de regionale samenwerking flexibeler opereren dan de grote mondiale organisaties. Daarbij dient in het bijzonder te worden opgemerkt dat het ICMPD de ondersteuning van de regionale migratiedialogen – waaronder het eerder genoemde Khartoem-proces, waarvan Nederland de inkomende voorzitter is2 – naar grote tevredenheid van Nederland uitvoert. Doordat het ICMPD in veel derde landen lokale vertegenwoordigers heeft, beschikt het ook over goede operationele en beleidsmatige contacten met zowel de uitvoerende organisaties als de lokale overheden. De organisatie is daardoor eveneens in staat om de uitvoeringspraktijk van de mondiale VN-organisaties op het gebied van migratie kritisch te volgen en te evalueren. Het ICMPD is in dit opzicht niet alleen een waardevolle regionale aanvulling op de mondiale VN-structuur, maar biedt binnen die mondiale structuur ook een belangrijk Europees tegenwicht. Voor wat betreft de EU-interne migratiedialoog is het verder van belang dat veel lidstaten van de EU in Centraal- en Oost-Europa eveneens lid zijn van het ICMPD. Door toe te treden tot het ICMPD zal Nederland daarom niet alleen in staat zijn om meer invloed uit te oefenen op de EU-externe, maar ook op de EU-interne migratiedialoog. Dit zal in de komende jaren van groot belang zijn, aangezien een gemeenschappelijk gedragen Europees migratiebeleid – onder andere voor wat betreft de Balkanregio – op dit moment onder druk staat.

Het ICMPD slaat daarnaast een brug tussen beleidstheorie en de regionale uitvoeringspraktijk, doordat het niet alleen kennis op het gebied van het beleidsonderzoek vergaart, maar ook diensten verleent op het gebied van de capaciteitsopbouw. Deze diensten worden verleend aan de lidstaten van het ICMPD, aan de EU en de EU-partnerlanden en aan de herkomst- en transitlanden. Zo is het ICMPD als partnerorganisatie betrokken bij de uitvoering van het EU-terugkeerprogramma ERRIN (European Return and Reintegration Network), dat onder leiding van Nederland wordt uitgevoerd en dat tien procent van de totale EU-terugkeer voor zijn rekening neemt. Naast de organisaties van de VN, speelt het ICMPD op dit gebied een belangrijke rol bij het verwerven en realiseren van de dienstverlening die nodig is voor zowel de vrijwillige als de gedwongen terugkeer. Anders dan het IOM, is het ICMPD ook actief op het terrein van de gedwongen terugkeer, waarvoor alle lidstaten van de Europese Unie hun preferred partners zoeken. Door toe te treden tot het ICMPD zal Nederland een aanvullend netwerk van partners en partnerlanden kunnen aanboren en bovendien de focus en de richting van de samenwerking met deze partnerlanden mede kunnen bepalen. De Nederlandse overheid zal daardoor beter in staat zijn om de capaciteitsopbouw in en de operationele samenwerking met de voor Nederland relevante partnerlanden verder te ontwikkelen. Daarnaast zal het lidmaatschap van het ICMPD de Nederlandse departementen en uitvoerende diensten in staat stellen om gebruik te maken van een sterk (in-)formeel netwerk van contacten bij de Europese Commissie en van de ondersteuning van (EU-)financieringsaanvragen en internationale projectuitvoering. Tot slot zal Nederland ook beter (innovatief) onderzoek kunnen verrichten en laten verrichten, doordat het een betere toegang zal krijgen tot de kennis en de expertise die binnen deze organisatie aanwezig is en doordat het als lidstaat ook invloed zal kunnen uitoefenen op de onderzoekagenda en het conferentieprogramma. Met behulp van het kenniscentrum dat bij het ICMPD is ondergebracht, zal Nederland dus flexibeler kunnen inspelen op politieke wensen om bepaalde aspecten van het migratiebeleid nader te onderzoeken, uit te werken of te testen.

Samenvattend kan worden gesteld dat het ICMPD als regionale organisatie, die een Europees profiel verbindt aan kennis, dialoog en het verlenen van diensten, complementair is aan de mondiale organisaties die actief zijn op het gebied van migratie. Het lidmaatschap van het ICMPD zal het Nederland mogelijk maken om zowel de EU-interne als de EU-externe migratiedialogen sterker te beïnvloeden, waardoor de Nederlandse positie in zowel het Europese als het mondiale krachtenveld zal worden versterkt.

4. Gevolgen voor de rijksbegroting

Het budget voor de programma’s van het ICMPD wordt voor zo’n 70% door de EU bekostigd. Daarnaast wordt de organisatie zelf hoofdzakelijk gefinancierd door de contributies van haar lidstaten. Voor Nederland bedraagt de contributie voor het lidmaatschap vooralsnog EUR 140.000 per jaar. Deze contributie zal ten laste komen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en zal worden gefinancierd uit non-ODA gelden.3 Binnen de stuurgroep (Steering Group) van het ICMPD zal de financieringssystematiek voor nieuwe lidmaatschappen volgend jaar tegen het licht worden gehouden en voor nieuwe leden zal de contributie hierdoor naar verwachting gaan stijgen. Indien Nederland nog in 2019 tot het ICMPD toetreedt, geldt echter nog de bestaande gunstige berekening.

5. Een ieder verbindende bepalingen

Naar het oordeel van de regering bevat het ICMPD-verdrag geen een ieder verbindende bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, die binnen de Nederlandse rechtsorde aan natuurlijke personen of rechtspersonen rechtstreeks rechten of bevoegdheden toekennen of plichten opleggen.

6. Artikelsgewijze toelichting

Het oorspronkelijke ICMPD-verdrag uit 1993 is gesloten in het Duits en de vier daarop volgende verdragen zijn gesloten in het Engels. Aangezien er geen officiële geconsolideerde versie van het verdrag bestaat, zal er voor deze artikelsgewijze toelichting gebruikt worden gemaakt van de geconsolideerde Nederlandse vertaling die is gepubliceerd in Trb. 2019, nr. 92 (pp. 14–16).

Artikel 1 – Doel van het verdrag

Artikel 1 geeft aan dat de partijen met het verdrag zowel de internationale samenwerking op het gebied van het migratiebeleid als het onderzoek naar migratie beogen te bevorderen. Teneinde de omvang en samenstelling van de immigratiestromen op een door de partijen gewenst niveau te houden, beogen de partijen lange termijn-strategieën te formuleren, die betrekking hebben op de vroegtijdige signalering van immigratiestromen, de bestrijding van de oorzaken van immigratiestromen, de harmonisering van de toelatingsmaatregelen en de afstemming van het vreemdelingen-, asiel- en vluchtelingenbeleid.

Artikel 2 – Oprichting van het ICMPD

Artikel 2 voorziet de oprichting van het ICMPD. Sinds het tweede wijzigingverdrag van 26 april 1996 bepaalt deze rechtsgrondslag dat het ICMPD een internationale organisatie is met rechtspersoonlijkheid onder internationaal publiekrecht. Deze juridische vormgeving stelt het ICMPD onder andere in staat om partij te worden bij verdragen en om lid te worden van internationale organisaties. Volgens het eerste lid van artikel 2 is het hoofdkantoor van het ICMPD gevestigd in Wenen en het derde lid bepaalt daarom dat zowel de civielrechtelijke rechtspersoonlijkheid als de voorrechten en immuniteiten van het ICMPD en haar personeel in Oostenrijk worden geregeld door de Republiek Oostenrijk.

Artikelen 3 en 4 – Instelling en taken van de politieke stuurgroep

Artikel 3 voorziet in de instelling van de politieke stuurgroep (Steering Group) die is belast met het algemene toezicht op het ICMPD. De politiek stuurgroep is het intergouvernementele orgaan van het ICMPD, waarin elke verdragsluitende staat met één zetel wordt vertegenwoordigd. Artikel 4 geeft vervolgens een opsomming van de taken van de stuurgroep. De stuurgroep benoemt de directeur van het ICMPD en de leden van het adviesorgaan en verleent goedkeuring aan onder meer de reguliere jaarbegroting, het werkprogramma en het conferentieprogramma van het ICMPD. De stuurgroep verleent eveneens goedkeuring aan de internationale overeenkomsten die het ICMPD aangaat en adviseert en beslist over de toelating van nieuwe verdragspartijen. De stuurgroep vergadert zo vaak als de gang van zaken vereist en het voorzitterschap wordt bij toerbeurt uitgeoefend.

Artikel 5 – Directeur van het ICMPD

Artikel 5 voorziet in de instelling van de functie van de directeur (Director General) van het ICMPD. De directeur wordt benoemd door en is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de politieke stuurgroep. Volgens de door de stuurgroep op basis van artikel 4 van het ICMPD-verdrag vastgestelde regels, wordt de directeur benoemd voor een periode van 5 jaar, die vervolgens één maal met een periode van 5 jaar kan worden verlengd.4 De directeur werft binnen het toegewezen budget het personeel van het ICMPD en houdt hierop toezicht. Artikel 5 benoemt verder de belangrijkste taken van de directeur, die in een later stadium door de stuurgroep op een meer gedetailleerd niveau zijn uitgewerkt.5

Artikel 6 – Gebruikmaking van de diensten van het ICMPD

Artikel 6 bepaalt dat de verdragsluitende staten het recht hebben om de resultaten van de activiteiten van het ICMPD voor hun eigen doeleinden te gebruiken. Binnen de bestaande mogelijkheden, staan de diensten van het ICMPD daarnaast volledig tot hun beschikking. Hierbij valt met name te denken aan het zogenaamde Member States Programme van het ICMPD, dat de komende jaren verder zal worden ontwikkeld. In het kader van dit programma krijgen de lidstaten toegang tot de voor hen relevante informatie op het gebied van migratie, worden er op het verzoek van de lidstaten specifieke onderzoeken uitgevoerd en wordt er jaarlijks een conferentie over een door de lidstaten te bepalen migratieonderwerp georganiseerd. Daarnaast kan het ICMPD desgewenst voor haar lidstaten bilaterale of multilaterale (informele) meetings organiseren op ambtelijk of politiek niveau.

Artikel 7 – Financiering van het ICMPD

Artikel 7 bepaalt dat de reguliere kosten van het ICMPD door de verdragsluitende staten worden gefinancierd. De stuurgroep verleent goedkeuring aan de door de directeur van het ICMPD ingediende begroting en beslist over de verdeling van de kosten over de verdragsluitende staten. Het uitgangspunt is dat de verdragsluitende staten elk een evenredig deel van de kosten dragen. Voor wijzigingen van de geplande begroting is de toestemming van de stuurgroep vereist.

Artikel 8 – Deelname van andere partijen en internationale organisaties

De stuurgroep kan andere staten of internationale organisaties uitnodigen om tot het ICMPD-verdrag toe te treden. Aangezien het ICMPD-verdrag zelf geen toetredingsprocedure voorschrijft, kunnen staten en internationale organisatie op grond van artikel 16, onder b, van het op 23 mei 1969 te Wenen tot stand gekomen Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht (Trb. 1972, nr. 51) tot het ICMPD-verdrag toetreden door een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij de depositaris neder te leggen. In de verdragspraktijk van het ICMPD treedt het Oostenrijkse Bondsministerie voor Europa, Integratie en Buitenlandse Zaken als depositaris op.

Artikel 9 – Adviesorgaan

Artikel 9 voorziet in de instelling van het adviesorgaan (Advisory Board) dat de directeur van het ICMPD terzijde staat. Het adviesorgaan heeft geen aanwijzingsbevoegdheid jegens de directeur, maar kan wel projecten voorstellen.

Artikel 10 – Beheer van het ICMPD

Artikel 10 bepaalt dat de Republiek Oostenrijk gehouden is de werking en de activiteiten van het ICMPD en haar personeel zoveel mogelijk te vergemakkelijken.

Artikel 11 en 12 – Slotbepalingen

Artikel 11 bepaalt dat elke verdragsluitende staat het verdrag kan opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. Artikel 12 bepaalt de datum van de inwerkingtreding van het oorspronkelijke ICMPD-verdrag uit 1993.

7. Koninkrijkspositie

Het ICMPD is een internationale organisatie met een uitgesproken Europees profiel, die zich in haar werkzaamheden vrijwel uitsluitend richt op geografische regio’s met een sterke migratieband met Europa, zoals Afrika, het Midden-Oosten en Klein- en Centraal-Azië. Een afzonderlijke participatie in de werkzaamheden van het ICMPD door de Caribische delen van het Koninkrijk ligt daarom niet in de rede en de goedkeuring van het ICMPD-verdrag wordt daarom uitsluitend gevraagd voor het Europese deel van Nederland.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

De volgende staten zijn lid van het ICMPD: Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Malta, Noord-Macedonië, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Slowakije, Slovenië, Tsjechië, Turkije, Zweden en Zwitserland.

X Noot
2

Zie voor nadere informatie over het Khartoem-proces: https://www.khartoumprocess.net.

X Noot
3

Binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) – een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting, waarin de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid worden gebundeld – wordt een onderscheid gemaakt tussen de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) en de overige uitgaven voor het buitenlands beleid (non-ODA).

X Noot
4

Rules for the Appointment of the Director General of ICMPD, approved by the Steering Group on 29th September 2004 in Vienna and amended by the Steering Group in its meeting on 16th December 2014 in Vienna.

X Noot
5

Deze meer specifieke taakomschrijving is als bijlage toegevoegd aan de Rules for the Appointment of the Director General of ICMPD (zie noot 3).

Naar boven