35 300 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020

Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2020

Hierbij informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van het MIRT-project Zuidelijke Ringweg Groningen, zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg MIRT van 25 juni jongstleden. Vorig jaar bent u geïnformeerd over het rapport «Waar een wil is, komt een weg» van de commissie Hertogh (Kamernummer 35 000 A, nr. 89). Aanleiding voor het instellen van deze commissie was de aankondiging van een forse vertraging van de openstelling door de opdrachtnemer Combinatie Herepoort (CHP).

De opgelopen vertraging van het project heeft ook financiële consequenties. Daarvoor is vanuit de gezamenlijke opdrachtgever Aanpak Ring Zuid (ARZ) en opdrachtnemer CHP een werkgroep van deskundigen ingericht (Taskforce Financiën) onder leiding van professor Hertogh. Het advies van de Taskforce was het gezamenlijke uitgangspunt voor besprekingen over een financiële oplossing. Het rapport met het advies van de Taskforce is door beide partijen vastgesteld. Ik ben professor Hertogh zeer erkentelijk voor zijn werk.

Ik kan u melden dat op hoofdlijnen overeenstemming is bereikt over een financiële oplossing voor afronding van het project, inclusief de daarbij horende voorwaarden, in lijn met het advies van de Taskforce Financiën. Enkele aspecten dienen nog nader te worden uitgewerkt en vervolgens te worden geformaliseerd in een zgn. vaststellingsovereenkomst. Ik verwacht uw Kamer hier binnen afzienbare termijn over te kunnen informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven