Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2019
Aanleiding
Met deze brief informeer ik u over het rapport van de commissie Hertogh over de voortgang
bij de aanpak van het project Zuidelijke Ringweg Groningen.
Op 18 september 2018 hebben de opdrachtgever Aanpak Ring Zuid (ARZ) en de opdrachtnemer
Combinatie Herepoort (CHP) gezamenlijk een adviescommissie in het leven geroepen om
te adviseren over het vervolg van de ombouw van de zuidelijke ringweg. Onder leiding
van de onafhankelijke voorzitter prof.dr.ir. M.J.C.M. Hertogh heeft de commissie onderzocht
hoe ARZ en CHP het beste om kunnen gaan met een verantwoorde voortgang van het project.
Commissie Hertogh
De commissie heeft gekeken naar de planning van het project, de kwaliteit van de voorbereiding,
de kwaliteit van het werk en de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Op 20 december 2018 presenteerde
prof.dr.ir. M.J.C.M. Hertogh zijn voorlopige bevindingen aan de stuurgroep ARZ en
opdrachtnemer CHP. Hierover bent u per brief1 van 20 december 2018 geïnformeerd.
De commissie heeft geconcludeerd dat doorgaan met het project zonder wijzigingen van
het contract uitgangspunt is voor de aanbevelingen, omdat er voldoende aanknopingspunten
zijn voor verbetering. De commissie deed zeven aanbevelingen om belemmeringen en impasses
uit het verleden op te lossen en de voortgang van het project Aanpak Ring Zuid te
verbeteren. De aanbevelingen van de commissie Hertogh gaan over: 1. Slagvaardige organisatie
en overlegstructuur, 2. Houding en gedrag, 3. Herstart inhoudelijke werkzaamheden,
4. Alliantie voortzetten, 5. Planning, 6. Financiën en 7. Plan en vastleggen resultaten.
Deze aanbevelingen zijn uitgewerkt in concrete voorstellen op basis van het voorbeeldproject
Helperzoomtunnel.
De aanbevelingen van de commissie vindt u in het Rapport «Waar een wil is, komt een
weg» en de uitwerking van die aanbevelingen in het «Plan van Aanpak Commissie Hertogh»;
beide zijn bijgevoegd bij deze brief (bijlagen 1 en 2)2.
Voorbeeldproject Helperzoomtunnel
Onder leiding van professor Hertogh is de afgelopen periode door ARZ en CHP in gezamenlijkheid
constructief gewerkt aan de praktische uitwerking van de aanbevelingen. Dit is gebeurd
aan de hand van het voorbeeldproject Helperzoomtunnel. Dit heeft er toe geleid dat
de Helperzoomtunnel in de zomer van 2019 kan worden ingeschoven onder het spoor. Op
12 maart 2019 is dit bekend gemaakt aan de omgeving.
Conclusie
De stuurgroep ARZ en CHP hebben aangegeven de aanbevelingen van de commissie Hertogh
te onderschrijven. Ze constateren dat er in korte tijd veel werk is verzet om de aanbevelingen
van de commissie Hertogh nader uit te werken. ARZ en CHP hebben het vertrouwen dat
met de opvolging en uitwerking van deze aanbevelingen een stabiele basis wordt gelegd
voor het verdere verloop van het project.
De recent afgegeven planning van de opdrachtnemer gaat uit van 36 maanden extra uitvoeringstijd
t.o.v. de oorspronkelijke planning, waarbij nog maatregelen worden onderzocht om dit
deels weer in te lopen. Of de langere uitvoeringsperiode financiële gevolgen heeft
wordt op dit moment nog onderzocht. Zodra hier duidelijkheid over is wordt u hierover
geïnformeerd. De provincie is verantwoordelijk voor de uitvoeringskosten. IenW is
verantwoordelijk voor de kosten van voorbereiding en toezicht.
Aandacht voor het vervolg
Tegelijkertijd constateert de stuurgroep dat met het verschijnen van het rapport en
het plan van aanpak het vanzelfsprekend niet klaar is. Het project is en blijft gelet
op de omvang en de soms uiteenlopende belangen complex. Daarom is het van belang om
de uitwerking van de aanbevelingen en de verdere stappen hierin te monitoren. De stuurgroep
ARZ heeft aangegeven hierop de komende periode extra toe te zien.
Aanpak verdiepte ligging
De intensieve werkwijze van de Helperzoomtunnel wordt nu ook toegepast op de bouwkuip
voor de verdiepte ligging. Knelpunten, risico’s en kansen worden met de nieuwe werkwijze
door beide partijen goed in beeld gebracht en besproken. Professor Hertogh zal deze
aanpak begeleiden.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga