35 042 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanscherping van de nieuwedienstenprocedure, modernisering van procedures voor de benoeming van raden van toezicht en besturen, modernisering van het bestuur en verduidelijking van de positie van de Ster, alsmede technische verbeteringen onder meer in verband met taken van het Commissariaat voor de Media

35 453 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanscherping van de nieuwe dienstenprocedure, modernisering van procedures voor de benoeming van raden van toezicht en besturen, modernisering van het bestuur en verduidelijking van de positie van de Ster, alsmede technische verbeteringen onder meer in verband met taken van het Commissariaat voor de Media

J1 VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP2

Vastgesteld 9 november 2020

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft kennisgenomen van de nadere memorie van antwoord en van de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 16 oktober 2020 inzake de interpretatie van artikel 2.148a Mediawet betreffende indexering van het budget voor uitvoering van de landelijke publieke mediaopdracht.3 In het voorlopig verslag was de regering reeds gevraagd of het niet verstandiger was de uitspraak van de rechtbank over dit artikel af te wachten. De regering antwoordde dat zij het wenselijk vindt dat de wetgever zelf duidelijkheid schept over de desbetreffende bepalingen uit de wet, onafhankelijk van het oordeel van de rechter.4

De commissie verzoekt de regering op de uitspraak van de rechtbank te reageren en daarbij haar eerdergenoemde standpunt te betrekken. In het bijzonder vraagt de commissie een reactie van de regering op het oordeel van de rechtbank dat de betreffende bepaling in de wet duidelijk is (r.o. 9) en wenst zij te vernemen wat dit oordeel betekent voor het door het regering in de beide Kamers ingenomen standpunt dat de aanleiding van de voorgestelde wijziging het verduidelijken van de toepassing is en niet zozeer een wijziging.

Bij ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag acht de commissie het wetsvoorstel gereed voor plenaire afhandeling.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bikker

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman


X Noot
1

Letter J heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 35 042.

X Noot
2

Samenstelling:

Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Nooren (PvdA), Pijlman (D66) (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Bikker (CU) (voorzitter), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Van der Burg (VVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Gerbrandy (OSF), Nicolaï (PvdD), Pouw-Verweij (FVD), Veldhoen (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), De Vries (Fractie-Otten), Berkhout (FVD)

X Noot
3

Zaaknummer UTR 18/4365.

X Noot
4

Kamerstukken I 2019/20, 35 042 / 35 453, G, p. 3.

Naar boven