35 028 Invoering van een bronbelasting en afschaffing van de dividendbelasting alsmede wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen voor het bedrijfsleven (Wet bronbelasting 2020)

Nr. 14 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 24 oktober 2018 en het nader rapport d.d. 25 oktober 2018, aangeboden aan de Koning door de Staatssecretaris van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 16 oktober 2018, no. 2018001436, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 24 oktober 2018, no. W06.18.0323/III, bied ik U hierbij aan.

Het kabinet is de Afdeling advisering van de Raad van State zeer erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies over het bovenvermelde ontwerp is uitgebracht.

Naar aanleiding van het advies, dat hieronder cursief is opgenomen, merk ik het volgende op.

1. Verdere verlaging Vpb-tarieven; globale evenwicht

De nota van wijziging strekt ertoe het hoge en het lage Vpb-tarief verder te verlagen ten opzichte van het voorstel van wet.1

De Afdeling merkt hier het volgende over op.

Het Regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst» kondigt een stapsgewijze verlaging van de Vpb-tarieven aan, met daaraan gekoppeld een stapsgewijze verhoging van het tarief in box 2.2 De reden voor de aanpassing van het tarief in box 2 is volgens het Regeerakkoord «om een sterke aanzuigende werking naar de BV te voorkomen en om een globaal evenwicht te houden in belastingdruk». Bij de uitwerking van deze box 2 maatregel uit het Regeerakkoord in het wetsvoorstel Belastingplan 2019 is dit aldus verwoord: «Zonder de correctie van het box 2-tarief wordt het «globaal evenwicht» in belasting- en premiedruk tussen de belastingplichtige die winst uit onderneming geniet (IB-ondernemer) en de directeur-grootaandeelhouder (dga) aanzienlijk verstoord. Het kabinet vindt het van belang dat een globaal evenwicht bestaat tussen de belasting- en premiedruk van IB-ondernemers en dga’s, zodat de keuze voor een ondernemingsvorm zo min mogelijk wordt bepaald vanuit fiscale motieven».3 Ook bij de tussentijdse aanpassing van de Vpb-tarieven (als gevolg van de augustusbesluitvorming ten tijde van de advisering door de Afdeling advisering over het aan haar voorgelegde wetsvoorstel Belastingplan 2019) is de koppeling gelegd met het tarief van box 2 en is dat tarief aangepast.4

Het valt de Afdeling op dat in voorliggende nota van wijziging de verlagingen van het Vpb-tarief niet gepaard gaan met een aanpassing van het tarief voor box 2. De koppeling wordt derhalve losgelaten. De toelichting maakt niet duidelijk waarom die koppeling wordt losgelaten en evenmin wat de gevolgen zijn voor het globale evenwicht.

De Afdeling adviseert om, in lijn met het wetsvoorstel, het tarief in box 2 aan te passen, dan wel in de toelichting te motiveren waarom de koppeling met het tarief in box 2 is losgelaten en daarbij duidelijk te maken wat de gevolgen zijn voor het globale evenwicht.

1. Verdere verlaging Vpb-tarieven; globale evenwicht

Naar aanleiding van de opmerkingen van de Afdeling advisering van de Raad van State is de toelichting op dit punt aangevuld.

2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

2. Redactionele bijlage

Aan de redactionele opmerkingen van de Afdeling advisering van de Raad van State is gevolg gegeven

3. Overige redactionele wijzigingen

Tevens is van de gelegenheid gebruikgemaakt om enkele andere redactionele wijzigingen in de toelichting aan te brengen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij de nota van wijziging en adviseert daarmee rekening te houden voordat deze bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.

De vice-president van de Raad van State,

J.P.H. Donner

Ik moge U verzoeken in te stemmen met toezending van de gewijzigde nota van

wijziging en de gewijzigde toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Onderdelen 5, 6, onderdeel b, en 7 van de nota van wijziging.

X Noot
2

Regeerakkoord 2017–2021, «Vertrouwen in de toekomst», paragraaf 2.5 (Hervorming belastingstelsel), vijfde punt, laatste volzin.

X Noot
3

Kamerstukken II 2018/19, 35 026, nr. 3, p. 15–16.

X Noot
4

Kamerstukken II 2018/19, 35 026, nr. 4, p. 3, onder a (Koopkrachtbesluitvorming), derde tekstblok, en p. 11, noot 22.

Naar boven