35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019)

Nr. 12 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2018

Hierbij bied ik u de nota’s naar aanleiding van het verslag aan (Kamerstuk 35 026, nr. 13, Kamerstuk 35 027, nr. 6, Kamerstuk 35 029, nr. 6, Kamerstuk 35 030, nr. 7, Kamerstuk 35 031, nr. 6, Kamerstuk 35 032, nr. 5 en Kamerstuk 35 033, nr. 6) betreffende de tot het pakket Belastingplan 2019 behorende wetsvoorstellen en het implementatiewetsvoorstel ATAD1. Daarnaast ontvangt u zes nota’s van wijziging (Kamerstuk 35 026, nr. 14, Kamerstuk 35 027, nr. 7, Kamerstuk 35 028, nr. 11, Kamerstuk 35 029, nr. 7, Kamerstuk 35 030, nr. 8 en Kamerstuk 35 033, nr. 7). Deze hebben betrekking op de wetsvoorstellen Belastingplan 2019, Wet Bronbelasting 2020, Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019, Overige fiscale maatregelen 2019 en Wet modernisering kleineondernemersregeling en het implementatiewetsvoorstel ATAD1. De Belastingdienst heeft alle maatregelen uit de nota’s van wijziging beoordeeld. Voor de maatregelen met uitvoeringsconsequenties, zijnde de commercial cruising vessels, pps-projecten en de innovatiebox, zijn de uitvoeringstoetsen als bijlage meegestuurd (bijlagen bij Kamerstuk 35 027, nr. 7, Kamerstuk 35 028, nr. 11 en Kamerstuk 35 030, nr. 8). De Belastingdienst acht de voorgestelde wijzigingen uitvoerbaar per de voorgestelde datum. Voor de overige maatregelen geldt dat de eerder bij het wetsvoorstel uitgebrachte uitvoeringstoets onverkort van kracht is.

In de brief van 15 oktober jl. (Kamerstuk 35 000, nr. 72) heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de heroverweging van het pakket inzake het vestigingsklimaat. Op verzoek van uw Kamer is vervolgens de behandeling van de Wet bronbelasting 2020, de 30%-regeling en de correctie van het tarief in box 2 aangehouden. De vragen die zien op deze onderwerpen zullen na ontvangst van uw verslag zo spoedig mogelijk, en uiterlijk maandag 5 november, in de nota naar aanleiding van verslag worden beantwoord.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

Naar boven