Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
a. In het in onderdeel D opgenomen artikel 25, eerste lid, wordt «te verrichte» vervangen
door «verrichte».
b. Onderdeel E komt te luiden:
E
Artikel 28b, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. een ondernemer die de vrijstelling, bedoeld in artikel 25, eerste lid, toepast,
mits het een in zijn bedrijf gebruikte roerende zaak betreft waarop de ondernemer
voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting afschrijft of waarop hij zou
kunnen afschrijven indien hij aan een zodanige belasting zou zijn onderworpen;.
Toelichting
De in artikel I, onderdeel E, van het voorstel van wet opgenomen wijziging van artikel
28b, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB 1968) behoeft
een aanpassing. Per abuis zijn onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen
die de ondernemer in zijn bedrijf heeft gebruikt in de bepaling opgenomen. In het
voorgestelde artikel 25, eerste lid, Wet OB 1968 zijn onroerende zaken en rechten
waaraan deze zijn onderworpen echter uitgezonderd van de toepassing van de vrijstelling
voor kleine ondernemers. Overeenkomstig artikel 314 BTW-richtlijn 20061 kan de margeregeling, bedoeld in artikel 28b Wet OB 1968, geen betrekking hebben
op deze goederen. De toepassing van de margeregeling, bedoeld in artikel 28b Wet OB
1968, ziet alleen op gebruikte goederen als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel
l, Wet OB 1968 en kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten
als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel m, van die wet.
Verder wordt een typefout hersteld in het in artikel I, onderdeel D, van het voorstel
van wet opgenomen artikel 25, eerste lid, Wet OB 1968.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel