34 934 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van Richtlijn 2016/2341/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (PbEU 2016, L 354)

Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID VAN KENT

Ontvangen 26 september 2018

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIA. WIJZIGING VAN DE WET NORMERING TOPINKOMENS

Aan artikel 1.3, eerste lid, van de Wet normering topinkomens wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. een pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet en artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling alsmede een derde aan wie pensioenwerkzaamheden worden uitbesteed en wiens werkzaamheden voor ten minste 50% bestaan uit pensioenwerkzaamheden.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de salarissen van bestuurders van pensioenfondsen (zoals ABP en PZFW) en pensioenuitvoerders (zoals APG en PGGM) worden gemaximeerd op € 187.000 conform de Wet normering topinkomens (WNT), beter bekend als de Balkenende norm. De indiener is van mening dat deze organisaties in de pensioensector een belangrijke maatschappelijke taak uitvoeren, namelijk het uitgesteld loon van werknemers beheren en daarmee zo goed mogelijke rendementen voor haar deelnemers en gepensioneerden behalen. Aangezien veel pensioenen enerzijds al tien jaar niet worden geïndexeerd en anderzijds de beloningen in de pensioensector buitensporig zijn, is de indiener van mening dat aan de beloningen grenzen moeten worden gesteld. Momenteel vallen bijvoorbeeld woningcorporaties en zorgverzekeraars ook onder de WNT en de indiener is van mening dat pensioenfondsen en pensioenuitvoerders een soortgelijk maatschappelijk belang dienen.

Door het toevoegen van pensioenuitvoerders als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet en artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling alsmede derden aan wie pensioenwerkzaamheden worden uitbesteed en wiens werkzaamheden voor ten minste 50% bestaan uit pensioenwerkzaamheden aan de opsomming van artikel 1.3, eerste lid, WNT, zijn de paragrafen 2 (bezoldigingsmaximum) en 4 (openbaarmaking) van de WNT van toepassing op zowel pensioenfondsen en verzekeraars, als op pensioenuitvoerders zoals PGGM. Dit betekent dat de bezoldiging van een topfunctionaris gemaximeerd wordt op ten hoogste € 187.000 per kalenderjaar.

Van Kent

Naar boven