34 894 EU-voorstel: Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees parlement inzake groei en cohesie stimuleren in grensregio’s van de EU COM(2017)5341

B VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 juni 2018

De vaste commissie voor Europese Zaken heeft op 27 maart 2018 de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 februari 2018 inzake Commissiemededeling: «Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU» (COM(2017)534)2 besproken. In deze brief wordt ingegaan op vragen van de leden van de PvdA-fractie gesteld op 28 december 2017.3

Naar aanleiding hiervan is op 3 april 2018 een brief met vragen van de leden van de PvdA-fractie, onder aansluiting van de leden van de CDA-fractie, gestuurd aan de Staatssecretaris.

De Staatssecretaris heeft op 25 mei 2018 gereageerd.

De commissie brengt verslag uit van het nader gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor de vaste commissie voor Europese Zaken, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN

Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 3 april 2018

De commissie voor Europese Zaken heeft op 27 maart 2018 uw brief van 22 februari 2018 inzake Commissiemededeling: «Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU» (COM(2017)534)4 besproken. In uw brief gaat u in op vragen van de leden van de PvdA-fractie gesteld op 28 december 2017.5 De leden van de CDA- en GroenLinks-fractie hadden zich bij deze vragen aangesloten.

De leden van de PvdA-fractie hebben naar aanleiding van uw brief van 22 februari 2018 nog de volgende opmerkingen en nadere vragen. De leden van de CDA-fractie sluiten zich bij deze opmerkingen en nadere vragen aan.

De leden van de PvdA-fractie danken de regering voor haar antwoorden op de gestelde vragen. Zij zijn verheugd dat de regering laat weten veel belang te hechten aan grensoverschrijdende samenwerking met het oog op het versterken van de economische positie van de grensgebieden. Zij stellen vast dat de antwoorden van de regering vooral zijn gericht op de voortgang van het proces van grensoverschrijdende samenwerking en slechts in beperkte mate ingaan op de behaalde en beoogde resultaten. Graag stellen deze leden daarom enkele aanvullende vragen aan de regering.

De leden van de PvdA-fractie hebben gevraagd welke de beleidsdoelen zijn van de regering en welke maatregelen zij nodig acht om ten minste het door de Commissie genoemde percentage van 2% groei van het bbp van de grensregio’s te bereiken. De Commissie acht dit percentage mogelijk bij een reductie van belemmeringen van slechts 20%. In haar antwoord verwijst de regering naar een onderzoek door het CPB en naar het onderzoek van het actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid. De leden van de PvdA-fractie hebben hiervan kennis genomen en stellen opnieuw de vraag aan de regering welke doelen zij zichzelf stelt om de geïdentificeerde baten voor de werkgelegenheid, lonen en Bruto Regionaal Product te behalen en welke maatregelen zij daartoe gaat nemen.

De leden van de PvdA-fractie hebben vastgesteld dat niet alle knelpunten in grensoverschrijdende samenwerking regionaal kunnen worden opgelost. Waar het gaat om wet- en regelgeving vraagt dit een actieve inzet van de regering zelf in nauw overleg met de buurlanden. Over welke concrete knelpunten, b.v. op het terrein van onderwijs, innovatiebeleid, arbeidsvoorziening en openbaar vervoer vindt op dit moment overleg plaats en wat is daarbij de inzet van de regering?

De regering geeft in haar beantwoording aan het niet nodig te achten een grenstoets in te voeren, omdat het integraal afwegingskader beleid en regelgeving (IAK) daarin voorziet. Graag ontvangen de leden van de PvdA-fractie inzicht in de wijze waarop dit IAK inzichtelijk maakt wat de gevolgen van rijksbeleid zijn op de grensoverschrijdende economie. Kan de regering tevens aangeven of bij de door deze leden eerder genoemde voorbeelden, te weten het verhogen van het lage btw-tarief en de toepassing van heffingskortingen voor buitenlandse belastingplichtigen, het IAK is toegepast? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dan geen rekening gehouden met de kennelijk negatieve gevolgen van beide maatregelen?

In het versterken van de grensoverschrijdende economie is een belangrijke rol weggelegd voor de grensinformatiepunten. Kan de regering aangeven hoe de financiering van deze punten gerealiseerd gaat worden?

De leden van de PvdA-fractie wachten de antwoorden van de regering met belangstelling af en kijken daarnaast uit naar de door de regering toegezegde voortgangsrapportage.

De commissie voor Europese Zaken ziet graag de beantwoording van de bovenstaande vragen tegemoet uiterlijk vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, E.B. van Apeldoorn

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2018

Naar aanleiding van de brief, die ik mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, aan Uw Kamer heb toegestuurd over de commissiemededeling «Groei en cohesie stimuleren in grensregio’s in de EU», hebben de leden van de PvdA-fractie van de vaste commissie voor Europese Zaken mij op 3 april 2018 nadere vragen gesteld. De leden van de CDA-fractie hebben zich bij deze vragen aangesloten. Met deze brief reageer ik op uw nadere vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben gevraagd welke de beleidsdoelen zijn van de regering en welke maatregelen zij nodig acht om ten minste het door de Commissie genoemde percentage van 2% groei van het bbp van de grensregio’s te bereiken.

Op 20 april 2018 heb ik Uw Kamer een brief toegezonden waarin ik het kabinetsbeleid weergeef voor de grensoverschrijdende samenwerking6. In deze brief schets ik 4 lijnen waarmee groei aan de grens gestimuleerd kan worden. De maatregelen die het kabinet neemt voor het stimuleren van de economie in de grensregio’s, zijn in lijn met het rapport van het actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid en staan in deze brief vermeld. Er is echter geen directe link te leggen tussen de door de Commissie gepresenteerde baten en het oppakken van de kansen voor de groei aan de grenzen, zoals neergelegd in mijn brief. Dat komt onder meer doordat de baten die de Commissie beschrijft een gemiddelde zijn voor alle grensregio’s in de EU en derhalve niet 1 op 1 van toepassing zijn op de Nederlandse regio’s aan de grens. De Commissie geeft daarnaast niet aan welke barrières tot de 20% behoren die moeten worden geslecht om de 2% groei van BBP te kunnen realiseren. Ik ben van mening dat dat ook niet in zijn algemeenheid voor de gehele EU te duiden is. Welke barrières, indien weggenomen, het meeste opleveren zal immers regionaal bepaald zijn. In bepaalde regio’s spelen bijvoorbeeld taal- en cultuurbarrières veel meer dan in andere grensregio’s. Dat is in de Nederlandse grensregio’s al duidelijk met het onderscheid tussen de regio’s die grenzen aan Vlaanderen, Wallonië en Duitsland. Maar ook voor andere thema’s is regionaal maatwerk nodig om te bepalen welke barrières spelen en hoe en met welke prioriteit ze moeten worden opgepakt.

Juist doordat er regionaal maatwerk nodig is, zijn de Commissarissen van de Koning van Groningen, Limburg en Zeeland aan het verkennen of de samenwerking met de directe buren in Wallonië, Vlaanderen, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen geïntensiveerd kan worden. Doel daarvan is meerledig, maar heel nadrukkelijk ook om de regionale grensoverschrijdende economie en arbeidsmarkt te stimuleren.

Over welke concrete knelpunten, b.v. op het terrein van onderwijs, innovatiebeleid, arbeidsvoorziening en openbaar vervoer vindt op dit moment overleg plaats en wat is daarbij de inzet van de regering?

Direct overleg met de buurlanden vindt plaats op diverse terreinen, waaronder op gebied van taalonderwijs, diploma-erkenning, grensinformatievoorziening, veiligheid, belastingverdragen en mobiliteit. Zo heeft de Minister van OCW recentelijk met haar collega van NRW gesproken over diploma-erkenning en taalonderwijs. Nederland heeft een tekort aan leraren Duits, bekeken wordt of leerkrachten uit NRW in Nederland ingezet kunnen worden. Ook vinden er gesprekken plaats over de erkenning van beroepskwalificaties in de zorg en over de nationale procedures voor de erkenning van diploma’s. Het kabinet zet in op efficiënter procedures en het in beeld brengen van de verschillen tussen zorgopleidingen zodat verschillen in de beroepskwalificaties zichtbaar worden.

In de brief die ik Uw Kamer heb gestuurd op 20 april 2018 treft u meer voorbeelden van (regionale en nationale) initiatieven die spelen rondom diploma-erkenning, erkenning van beroepskwalificaties en buurtaalonderwijs. In de brief ga ik ook in op de inzet ten aanzien van de informatievoorziening voor grensarbeiders, grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling en mobiliteit.

Graag ontvangen de leden van de PvdA-fractie inzicht in de wijze waarop dit IAK inzichtelijk maakt wat de gevolgen van rijksbeleid zijn op de grensoverschrijdende economie. Kan de regering tevens aangeven of bij de door deze leden eerder genoemde voorbeelden, te weten het verhogen van het lage btw-tarief en de toepassing van heffingskortingen voor buitenlandse belastingplichtigen, het IAK is toegepast? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dan geen rekening gehouden met de kennelijk negatieve gevolgen van beide maatregelen?

Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) is een werkwijze en informatiebron. Elk voorstel voor beleid of regelgeving dat wordt voorgelegd aan het parlement moet een adequaat antwoord bevatten op de 7 hoofdvragen van het IAK:

  • 1. Wat is de aanleiding?

  • 2. Wie zijn betrokken?

  • 3. Wat is het probleem?

  • 4. Wat is het doel?

  • 5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?

  • 6. Wat is het beste instrument?

  • 7. Wat zijn de gevolgen?

Het IAK schrijft derhalve in zijn algemeenheid voor, dus niet alleen voor grensregio’s, dat inzichtelijk moet worden gemaakt welke (mogelijke) gevolgen er kunnen zijn aan nieuwe wet- en regelgeving.

Ten aanzien van de in het regeerakkoord aangekondigde verhoging van het lage BTW-tarief zal het kabinet de grenseffecten meewegen bij de indiening van het voorstel bij het parlement. De loonbelastingmaatregel met betrekking tot het toekennen van het belastingdeel van de heffingskortingen is bedoeld om deze beter te richten op de (kwalificerende) buitenlandse belastingplichtigen die hier wettelijk recht op hebben en om onnodige terugvorderingen door de Belastingdienst te voorkomen. Bij de vormgeving van die maatregel zijn de gevolgen voor grenswerkers meegewogen. De maatregel en de daaraan ten grondslag liggende afwegingen zijn in de Tweede en Eerste Kamer besproken en de maatregel is door beide Kamers aanvaard. In de 21e Halfjaarsrapportage van de Belastingdienst is aangegeven dat een zorgvuldig communicatietraject wordt opgezet voor zowel de bij de Belastingdienst bekende kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen als de werkgevers. In het vierde kwartaal van 2018 ontvangen deze kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen een brief van de Belastingdienst. Daarin wordt de wijziging per 1 januari 2019 uiteengezet, en wordt ingegaan op de manier waarop deze belastingplichtigen hun recht op deze heffingskortingen kunnen effectueren. Ten slotte heeft de Staatssecretaris van Financiën toegezegd dat hij uw Kamer in het tweede kwartaal van 2018 verder zal informeren over de mogelijk onvoorziene gevolgen van de maatregel.

In het versterken van de grensoverschrijdende economie is een belangrijke rol weggelegd voor de grensinformatiepunten. Kan de regering aangeven hoe de financiering van deze punten gerealiseerd gaat worden?

Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar mijn brief d.d. 20 april jl.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Zie dossier E-dossier E170037 op www.europapoort.nl

X Noot
2

Zie voor de behandeling van de Commissiemededeling het edossier met nummer E170037, te raadplegen op www.europapoort.nl.

X Noot
3

Kamerstukken I, 2017–2018, 34 894, A.

X Noot
4

Zie voor de behandeling van de Commissiemededeling het edossier met nummer E170037, te raadplegen op www.europapoort.nl.

X Noot
5

Kamerstukken I, 2017–2018, 34 894, A.

X Noot
6

Brief d.d. 20 april 2018 over grensoverschrijdende samenwerking

Naar boven