Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34878 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34878 nr. 2 |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wetgeving over de registers met betrekking tot onderwijsdeelnemers doorzichtiger en toegankelijker te maken en ook overigens te moderniseren, en deze daartoe te bundelen in een nieuwe Wet register onderwijsdeelnemers, onder wijziging van diverse onderwijswetten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
gegevens over onderwijsdeelnemers die noodzakelijk zijn voor de doelen, bedoeld in artikel 5, tweede lid;
de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet basisregistratie personen;
instellingsbestuur als bedoeld in de WHW of bevoegd gezag als bedoeld in de overige onderwijswetten van een onderwijsinstelling, met dien verstande dat daaronder wordt verstaan:
a. voor zover het betreft basisgegevens:
1°. bevoegd gezag of instellingsbestuur van een door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in de WPO, WEC, WVO, WEB, WHW, WPO BES, WVO BES of WEB BES;
2°. bevoegd gezag van een niet door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in artikel 56 van de WVO of de artikelen 1.4.1 en 1.4a.1 van de WEB; of
3°. instellingsbestuur van een rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel aa, van de WHW;
b. voor zover het betreft verzuimgegevens:
1°. bevoegd gezag van een door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in de WEC, WVO of WEB; of
2°. bevoegd gezag van een niet door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in artikel 56 van de WVO of de artikelen 1.4.1 en 1.4a.1 van de WEB;
c. voor zover het betreft diplomagegevens:
1°. bevoegd gezag of instellingsbestuur van een door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in de WEC, WVO, WEB of WHW;
2°. bevoegd gezag van een niet door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in artikel 56 van de WVO of de artikelen 1.4.1 en 1.4a.1 van de WEB; of
3°. instellingsbestuur van een rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel aa, van de WHW.
het Centraal bureau voor de statistiek, bedoeld in artikel 2 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek;
het College voor toetsen en examens, bedoeld in artikel 2 van de Wet College voor toetsen en examens;
derde als bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming;
gegevens over onderwijsdeelnemers die noodzakelijk zijn voor het doel, bedoeld in artikel 5, vijfde lid;
basisgegevens, vrijstellingsgegevens, verzuimgegevens of diplomagegevens;
hoofd als bedoeld in de LPW:
a. van een door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in de WPO, WEC, WVO of de WEB; of
b. van een niet door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in artikel 56 van de WVO of artikel 1.4.1 van de WEB;
gegevens als bedoeld in artikel 9;
de Inspectie van het onderwijs, bedoeld in artikel 1 van de WOT;
Leerplichtwet 1969;
leerling, deelnemer, student of extraneus als bedoeld in een onderwijswet van een onderwijsinstelling, met dien verstande dat daaronder wordt verstaan:
a. voor zover het betreft basisgegevens: leerling, deelnemer, student of extraneus van een school, instelling of rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in onderdeel a van de begripsomschrijving van bestuur in dit artikel;
b. voor zover het betreft verzuimgegevens: leerling of deelnemer van een school of instelling als bedoeld in onderdeel b van de begripsomschrijving van bestuur in dit artikel;
c. voor zover het betreft diplomagegevens:
1°. leerling, deelnemer, student of extraneus van een school, instelling of rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in onderdeel c van de begripsomschrijving van bestuur in dit artikel; of
2°. degene die een staatsexamen als bedoeld in artikel 60, eerste of tweede lid, van de WVO of een inburgeringsexamen als bedoeld in artikel 7 van de Wet inburgering heeft afgelegd;
d. voor zover het betreft vrijstellingsgegevens: jongere als bedoeld in de artikelen 5, 5a en 15 van de LPW;
school, instelling of rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in een onderwijswet, met dien verstande dat daaronder wordt verstaan:
a. voor zover het betreft basisgegevens: school, instelling of rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in onderdeel a van de begripsomschrijving van bestuur in dit artikel;
b. voor zover het betreft verzuimgegevens: school of instelling als bedoeld in onderdeel b van de begripsomschrijving van bestuur in dit artikel;
c. voor zover het betreft diplomagegevens: school, instelling of rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in onderdeel c van de begripsomschrijving van bestuur in dit artikel;
vervangende leerplicht als bedoeld in de artikelen 3a of 3b van de LPW;
WPO, WEC, WVO, WEB, WHW, WPO BES, WVO BES of WEB BES;
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer of, bij ontbreken daarvan, door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer;
het register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4;
a. verzuim als bedoeld in artikel 21a van de LPW; of
b. het zonder geldige reden niet meer volgen van het onderwijs, bedoeld in artikel 47b van de WEC of artikel 28a van de WVO, of van het onderwijs of het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, bedoeld in artikel 8.1.8a van de WEB;
gegevens over onderwijsdeelnemers die noodzakelijk zijn voor de doelen, bedoeld in artikel 5, vierde lid;
vrijstelling als bedoeld in de artikelen 5, 5a of 15 van de LPW;
gegevens over onderwijsdeelnemers die noodzakelijk zijn voor de doelen, bedoeld in artikel 5, derde lid;
diploma, getuigschrift, cijferlijst of certificaat;
Wet educatie en beroepsonderwijs;
Wet educatie en beroepsonderwijs BES;
Wet op de expertisecentra;
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
Wet op het onderwijstoezicht;
Wet op het primair onderwijs;
Wet primair onderwijs BES;
Wet op het voortgezet onderwijs;
Wet voortgezet onderwijs BES.
1. Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, tenzij anders is bepaald.
2. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt telkens gelezen voor:
bestuurscollege;
openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
eilandelijk.
Voor zover de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften de onderwijsinstellingen betreffen, zijn zij regels voor het openbaar onderwijs en voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder onderwijs.
1. Er is een register onderwijsdeelnemers, waarin basisgegevens, vrijstellingsgegevens, verzuimgegevens, diplomagegevens en persoonsgebonden nummers van onderwijsdeelnemers zijn opgenomen.
2. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het register onderwijsdeelnemers.
1. Het register onderwijsdeelnemers heeft tot doel gegevens over onderwijsdeelnemers te verstrekken voor de doelen, bedoeld in de volgende leden.
2. Basisgegevens worden verstrekt ten behoeve van:
a. de bekostiging van onderwijsinstellingen door Onze Minister;
b. de planning van onderwijsinstellingen voor hoger onderwijs door Onze Minister;
c. de begrotings- en beleidsvoorbereiding door Onze Minister;
d. de uitvoering van overige wettelijke taken door Onze Minister;
e. het toezicht op het onderwijs door de inspectie;
f. de gegevensverstrekking door het CBS aan:
1°. Onze Minister voor de beleidsvoorbereiding door Onze Minister; of
2°. het college van burgemeester en wethouders voor de begrotings- en beleidsvoorbereiding inzake de gemeentelijke taken op het gebied van het onderwijs;
g. de uitvoering van aanmeldings- en inschrijvingsprocedures door onderwijsinstellingen als bedoeld in de WEB en de WHW; of
h. de verstrekking van waardedocumenten door onderwijsinstellingen als bedoeld in de WVO en de WEB.
3. Vrijstellingsgegevens worden verstrekt ten behoeve van:
a. de bekostiging van onderwijsinstellingen en de begrotings- en beleidsvoorbereiding door Onze Minister in verband met het aantal voortijdig schoolverlaters;
b. de beleidsvoorbereiding door Onze Minister over vrijstellingen en vervangende leerplicht; of
c. het toezicht op de naleving op grond van de LPW door het college van burgemeester en wethouders.
4. Verzuimgegevens worden verstrekt ten behoeve van:
a. de uitvoering van wettelijke taken inzake verzuim door het hoofd, het bestuur en het college van burgemeester en wethouders; of
b. de beleidsvoorbereiding over verzuim door Onze Minister.
5. Diplomagegevens worden verstrekt ten behoeve van het beschikbaar maken van betrouwbare diploma-informatie.
1. Het register onderwijsdeelnemers bevat voor elke daarin opgenomen onderwijsdeelnemer:
a. het persoonsgebonden nummer; en
b. voor zover van toepassing de basisgegevens, vrijstellingsgegevens, verzuimgegevens en diplomagegevens over de onderwijsdeelnemer.
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, zijn gekoppeld aan het persoonsgebonden nummer van de desbetreffende onderwijsdeelnemer.
3. Basisgegevens kunnen tevens deel uitmaken van een andere gegevensset over de desbetreffende onderwijsdeelnemer.
4. Onverminderd de artikelen 9, 10 en 11 worden bij algemene maatregel van bestuur de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, per gegevensset vastgesteld en kan bij ministeriële regeling nadere specificatie van de gegevens plaatsvinden.
1. De basisgegevens, vrijstellingsgegevens, verzuimgegevens en diplomagegevens over de onderwijsdeelnemer omvatten mede identificerende gegevens.
2. De identificerende gegevens kunnen voor elke onderwijsdeelnemer niet meer omvatten dan gegevens over:
a. de geslachtsnaam;
b. de voornamen;
c. het geslacht;
d. het adres;
e. de postcode;
f. de geboortedatum;
g. de overlijdensdatum;
h. de geboorteplaats;
i. het geboorteland;
j. het geboorteland van elk van de ouders;
k. de nationaliteit, waaronder begrepen gegevens waaruit blijkt of de onderwijsdeelnemer op grond van artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000 met een Nederlander wordt gelijkgesteld;
l. het verblijf in en het vertrek uit Nederland; of
m. het verblijfsrecht van de vreemdeling.
3. De identificerende gegevens worden verkregen uit de basisregistratie personen.
4. Indien identificerende gegevens niet voorkomen in de basisregistratie personen, worden zij in het register onderwijsdeelnemers opgenomen voor zover zij deel uitmaken van de levering op grond van artikel 12.
1. De basisgegevens omvatten, naast de identificerende gegevens, bedoeld in artikel 9, in elk geval gegevens met betrekking tot:
a. de onderwijsinstelling waar de onderwijsdeelnemer is of was ingeschreven;
b. de datum van in- en uitschrijving bij de desbetreffende onderwijsinstelling.
2. De vrijstellingsgegevens omvatten, naast de identificerende gegevens, bedoeld in artikel 9, in elk geval gegevens met betrekking tot:
a. het feit dat het een vrijstelling van de leerplicht dan wel een vervangende leerplicht betreft;
b. de begin- en einddatum van de vrijstelling of vervangende leerplicht.
3. De verzuimgegevens omvatten, naast de identificerende gegevens, bedoeld in artikel 9, in elk geval gegevens met betrekking tot:
a. het soort verzuim;
b. de begin- en einddatum van het verzuim.
4. De diplomagegevens omvatten, naast de identificerende gegevens, bedoeld in artikel 9, in elk geval gegevens met betrekking tot:
a. het soort waardedocument;
b. de organisatie die het waardedocument heeft uitgereikt.
1. Persoonsgegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens kunnen deel uitmaken van de basisgegevens. Deze gegevens worden uitsluitend verstrekt aan:
a. de betrokkene;
b. Onze Minister ten behoeve van de bekostiging van onderwijsinstellingen of de begrotings- en beleidsvoorbereiding, onverminderd artikel 15, tweede tot en met vierde lid;
c. de inspectie ten behoeve van het toezicht op het onderwijs, onverminderd artikel 19, tweede lid;
d. het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 5 van de Wet publieke gezondheid;
e. het CBS ten behoeve van de gegevensverstrekking, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel f;
f. het bestuur, bedoeld in artikel 20, vierde lid.
2. Persoonsgegevens over godsdienst of levensovertuiging of gezondheid, strafrechtelijke persoonsgegevens en persoonsgegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens kunnen deel uitmaken van de verzuimgegevens. Deze gegevens worden uitsluitend verstrekt aan:
a. de betrokkene;
b. Onze Minister ten behoeve van de beleidsvoorbereiding over verzuim, onverminderd artikel 17, tweede lid;
c. het hoofd, het bestuur en het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van de uitvoering van wettelijke taken inzake verzuim.
1. Het bestuur levert Onze Minister de basisgegevens.
2. Het college van burgemeester en wethouders levert Onze Minister de vrijstellingsgegevens.
3. Het hoofd, het bestuur en het college van burgemeester en wethouders leveren Onze Minister de verzuimgegevens voor zover deze niet ook basisgegevens zijn.
4. Het bestuur, het College voor toetsen en examens en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid leveren Onze Minister de diplomagegevens voor zover deze niet ook basisgegevens zijn.
5. De gegevens, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, worden geleverd met het persoonsgebonden nummer van de onderwijsdeelnemer.
6. Bij algemene maatregel van bestuur worden de gegevens die worden geleverd op grond van dit artikel per gegevensset vastgesteld. Bij ministeriële regeling kunnen de gegevens nader worden gespecificeerd.
7. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald onder welke voorwaarden en in welke gevallen de levering, bedoeld in het tweede tot en met vijfde lid, gebeurt en wordt bepaald hoe de levering van verzuimgegevens en diplomagegevens is verdeeld tussen de leverende instanties, bedoeld in het derde en vierde lid.
8. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de termijnen voor de levering, de tijdstippen en, onverminderd artikel 26, de wijze van de levering, bedoeld in het eerste tot en met vijfde lid.
Onze Minister neemt het persoonsgebonden nummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 12 op in het register onderwijsdeelnemers, met dien verstande dat hij de identificerende gegevens die zijn geleverd op grond van dat artikel slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisregistratie personen.
1. Onze Minister neemt het persoonsgebonden nummer en de basisgegevens op in het register onderwijsdeelnemers na toetsing op juistheid en volledigheid. Onze Minister verstrekt de gegevens, zoals hij voornemens is die gegevens in het register onderwijsdeelnemers op te nemen, aan het bestuur. Onze Minister kan de door het bestuur verstrekte gegevens uitsluitend met instemming van het bestuur wijzigen.
2. Het bestuur verstrekt Onze Minister alle inlichtingen die hij nodig acht voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak. Het bestuur werkt eraan mee dat de in het register onderwijsdeelnemers opgenomen basisgegevens juist en volledig zijn.
3. Indien Onze Minister naar aanleiding van de toetsing, bedoeld in het eerste lid, redenen heeft om aan te nemen dat een bestuur in strijd handelt of heeft gehandeld met het bepaalde bij of krachtens deze wet of een onderwijswet, en een onderzoek daarnaar door de inspectie nodig acht, verstrekt Onze Minister ten behoeve van dit onderzoek de gegevens, bedoeld in het eerste lid, van de desbetreffende onderwijsdeelnemers aan de inspectie. De inspectie meldt de uitkomst van het onderzoek aan Onze Minister.
4. Voor zover de in het eerste lid bedoelde gegevens naar het oordeel van Onze Minister onjuist of onvolledig zijn, kan Onze Minister ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging van deze gegevens afwijken. In dat geval neemt Onze Minister de door hem vastgestelde gewijzigde gegevens op in het register onderwijsdeelnemers nadat het desbetreffende besluit tot vaststelling van de bekostiging onherroepelijk is geworden.
1. De basisgegevens worden verstrekt aan Onze Minister voor zover dit noodzakelijk is voor de bekostiging van onderwijsinstellingen, de planning van onderwijsinstellingen voor hoger onderwijs, en de begrotings- en beleidsvoorbereiding.
2. De verstrekking, bedoeld in het eerste lid, betreft uitsluitend zodanige gegevens dat de betrokken onderwijsdeelnemer niet wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is.
3. De basisgegevens kunnen met het persoonsgebonden nummer worden verstrekt aan Onze Minister voor zover dat noodzakelijk is voor het verkeer met het bestuur over de vaststelling van de bekostiging.
4. In afwijking van het tweede lid kan de verstrekking, bedoeld in het derde lid, mede zodanige gegevens betreffen dat de betrokken onderwijsdeelnemer wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is.
5. De basisgegevens kunnen met het persoonsgebonden nummer worden verstrekt aan Onze Minister voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van overige wettelijke taken door Onze Minister, waaronder wordt verstaan de uitvoering van taken met betrekking tot:
a. de verstrekking van studiefinanciering, vouchers en langstudeerderskrediet bij of krachtens de Wet studiefinanciering 2000;
b. de verstrekking van studiefinanciering BES en opstarttoelages bij of krachtens de Wet studiefinanciering BES;
c. de verstrekking van tegemoetkomingen in de onderwijsbijdrage en in de schoolkosten bij of krachtens de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
d. de heffing van les- en cursusgeld bij of krachtens de Les- en cursusgeldwet;
e. de verstrekking van subsidie bij of krachtens de Wet overige OCW-subsidies;
f. de toepassing van artikel 45a van de WPO, artikel 48a van de WEC en artikel 23c van de WVO, en
g. de toepassing van artikel 51 van de WPO BES en artikel 49 van de WVO BES.
6. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ter uitvoering van het eerste tot en met vijfde lid, waarbij in ieder geval de te verstrekken gegevens worden vastgesteld. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de inhoud en samenstelling van de gegevens en worden regels gesteld over de tijdstippen van de verstrekking en de perioden waarop de gegevens betrekking hebben en, onverminderd artikel 26, de wijze van de verstrekking.
1. De vrijstellingsgegevens worden verstrekt aan Onze Minister voor zover dit noodzakelijk is voor de beleidsvoorbereiding door Onze Minister over vrijstellingen en vervangende leerplicht.
2. De verstrekking, bedoeld in het eerste lid, gebeurt in geaggregeerde vorm en betreft uitsluitend zodanige gegevens dat de betrokken onderwijsdeelnemers niet worden geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden de te verstrekken gegevens vastgesteld.
4. Aan Onze Minister worden de persoonsgebonden nummers verstrekt van de onderwijsdeelnemers van wie vrijstellingsgegevens zijn opgenomen in het register onderwijsdeelnemers vanwege vrijstelling van de leerplicht op grond van de artikelen 5, 5a of 15 van de LPW.
5. Onze Minister gebruikt de gegevens, bedoeld in het vierde lid, uitsluitend ten behoeve van:
a. de bijstelling van het aantal voortijdig schoolverlaters dat blijkt uit het register onderwijsdeelnemers;
b. de controle aan de hand van het register onderwijsdeelnemers of de onderwijsdeelnemer is ingeschreven bij een onderwijsinstelling.
1. De verzuimgegevens worden verstrekt aan Onze Minister voor zover dit noodzakelijk is voor de beleidsvoorbereiding door Onze Minister over verzuim.
2. De verstrekking, bedoeld in het eerste lid, betreft uitsluitend zodanige gegevens dat de betrokken onderwijsdeelnemer niet wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden de te verstrekken gegevens vastgesteld.
1. De diplomagegevens worden verstrekt aan Onze Minister voor zover dit noodzakelijk is voor de begrotings- en beleidsvoorbereiding door Onze Minister.
2. De verstrekking, bedoeld in het eerste lid, betreft uitsluitend zodanige gegevens dat de betrokken onderwijsdeelnemer niet wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is.
3. De diplomagegevens kunnen met het persoonsgebonden nummer worden verstrekt aan Onze Minister voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van overige wettelijke taken door Onze Minister, waaronder wordt verstaan de uitvoering van taken met betrekking tot de verstrekking van studiefinanciering, vouchers en langstudeerderskrediet bij of krachtens de Wet studiefinanciering 2000 en de verstrekking van studiefinanciering BES en opstarttoelages bij of krachtens de Wet studiefinanciering BES.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden de te verstrekken gegevens vastgesteld.
1. De basisgegevens worden verstrekt aan de inspectie voor zover dit noodzakelijk is voor het toezicht op het onderwijs door de inspectie.
2. Onverminderd artikel 14, derde lid, betreft de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, uitsluitend zodanige gegevens dat de betrokken onderwijsdeelnemer niet wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ter uitvoering van het eerste en tweede lid, waarbij in ieder geval de te verstrekken gegevens worden vastgesteld. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de inhoud en samenstelling van de gegevens en worden regels gesteld over de tijdstippen van de verstrekking en de perioden waarop de gegevens betrekking hebben en, onverminderd artikel 26, de wijze van de verstrekking.
4. Desgevraagd worden de diplomagegevens met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan de inspectie voor zover dit noodzakelijk is voor het toezicht op het onderwijs door de inspectie.
1. De basisgegevens kunnen met het persoonsgebonden nummer worden verstrekt aan het bestuur.
2. De verzuimgegevens worden met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan het hoofd of het bestuur voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van wettelijke taken door het hoofd of het bestuur inzake verzuim.
3. Desgevraagd worden de diplomagegevens met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan het bestuur.
4. De verstrekking, bedoeld in het eerste lid, gebeurt uitsluitend aan:
a. het bestuur van de onderwijsinstelling waar de betrokkene als onderwijsdeelnemer is of was ingeschreven en voor zover de gegevens op die periode van inschrijving betrekking hebben;
b. het bestuur van de onderwijsinstelling waar de betrokken onderwijsdeelnemer is ingeschreven, voor zover de gegevens betrekking hebben op de periode waarin deze aan een andere onderwijsinstelling was ingeschreven; of
c. het bestuur van onderwijsinstellingen als bedoeld in de WEB en de WHW, voor zover de gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van aanmeldings- en inschrijvingsprocedures, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel g.
5. De verstrekking, bedoeld in het tweede lid, gebeurt uitsluitend aan het hoofd of het bestuur van de onderwijsinstelling waar de betrokken onderwijsdeelnemer is ingeschreven.
6. De verstrekking, bedoeld in het derde lid, gebeurt uitsluitend aan het bestuur van de onderwijsinstelling waar het desbetreffende waardedocument is behaald of voor de aanmelding, inschrijving of examinering van de betrokkene.
7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste tot en met derde lid, worden de te verstrekken gegevens vastgesteld en wordt bepaald voor welke wettelijke taken inzake verzuim de verstrekking van verzuimgegevens op grond van het tweede lid gebeurt.
1. De basisgegevens worden met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan het college van burgemeester en wethouders voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een wettelijke taak door het college van burgemeester en wethouders.
2. De vrijstellingsgegevens worden met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan het college van burgemeester en wethouders voor zover dit noodzakelijk is voor het toezicht op de naleving op grond van de LPW door het college van burgemeester en wethouders.
3. De verzuimgegevens worden met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan het college van burgemeester en wethouders voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van wettelijke taken door het college van burgemeester en wethouders inzake verzuim.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste tot en met derde lid, worden de te verstrekken gegevens vastgesteld, wordt ter uitvoering van het eerste en derde lid bepaald voor welke wettelijke taken verstrekking gebeurt, en wordt ter uitvoering van het derde lid de termijn voor de verstrekking bepaald.
1. De basisgegevens en de diplomagegevens worden met het persoonsgebonden nummer verstrekt aan het CBS voor zover dit noodzakelijk is voor de gegevensverstrekking door het CBS aan:
a. Onze Minister voor de beleidsvoorbereiding door Onze Minister; of
b. het college van burgemeester en wethouders voor de begrotings- en beleidsvoorbereiding inzake de gemeentelijke taken op het gebied van het onderwijs.
2. Het CBS kan de gegevens die het op grond van het eerste lid heeft ontvangen, alsmede de daaraan door het CBS gekoppelde gegevens van belang voor statistische doeleinden op het gebied van arbeid als bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel e, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, openbaar maken in de vorm van overzichten die betrekking hebben op afzonderlijke onderwijsinstellingen of opleidingen, voor zover deze overzichten geen gegevens bevatten waardoor een afzonderlijke persoon of een afzonderlijk huishouden wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste lid en worden de te verstrekken gegevens vastgesteld.
1. De basisgegevens worden verstrekt aan door Onze Minister aangewezen onderzoeksinstellingen voor zover dit noodzakelijk is voor onderzoeksactiviteiten naar de kwaliteit en toegankelijkheid van het beroepsonderwijs, het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste lid en worden de te verstrekken gegevens vastgesteld.
1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens andere wetten, worden het persoonsgebonden nummer en de gegevens, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, verstrekt aan een bestuursorgaan dat niet is genoemd in de artikelen 15 tot en met 22, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een wettelijke taak door dat bestuursorgaan.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste lid, wordt bepaald welke bestuursorganen voor verstrekking in aanmerking komen en voor welke wettelijke taken als bedoeld in het eerste lid die verstrekking gebeurt, en worden de te verstrekken gegevens vastgesteld.
1. Onze Minister verstrekt uit het register onderwijsdeelnemers niet het persoonsgebonden nummer van onderwijsdeelnemers ter uitvoering van artikel 107, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000, tenzij verstrekking noodzakelijk is voor de nakoming van een verplichting als referent als bedoeld in die wet of voor het toezicht op de naleving van de wettelijke voorschriften over een dergelijke referent.
2. Onze Minister en de inspectie verstrekken ter uitvoering van artikel 107, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000 geen gegevens die zij hebben ontvangen op grond van artikel 14, derde lid, tenzij deze gegevens noodzakelijk zijn voor de nakoming van een verplichting als referent als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000 of voor het toezicht op de naleving van de wettelijke voorschriften over een dergelijke referent.
1. De levering van gegevens aan het register onderwijsdeelnemers en de verstrekking van gegevens uit het register onderwijsdeelnemers gebeurt langs elektronische weg.
2. Op diens verzoek gebeurt de verstrekking van gegevens uit het register onderwijsdeelnemers aan betrokkene op papier.
1. De verstrekking van gegevens uit het register onderwijsdeelnemers langs elektronische weg is kosteloos.
2. Onze Minister kan voor de verstrekking van gegevens uit het register onderwijsdeelnemers op papier een bij ministeriële regeling te bepalen vergoeding vragen.
1. Basisgegevens en het persoonsgebonden nummer worden in het register onderwijsdeelnemers bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de onderwijsdeelnemer te identificeren, tot vijf jaar na beëindiging van diens laatste inschrijving bij een onderwijsinstelling.
2. In afwijking van het eerste lid worden de volgende basisgegevens van de onderwijsdeelnemer die niet langer is ingeschreven aan een onderwijsinstelling voor hoger onderwijs in het register onderwijsdeelnemers bewaard tot vijftig jaar na beëindiging van diens laatste inschrijving:
a. de geslachtsnaam;
b. de voornamen;
c. de geboortedatum;
d. de onderwijsinstelling voor hoger onderwijs waar een opleiding is gevolgd;
e. de naam van de opleiding;
f. de datum van het diploma; en
g. het aantal jaren gevolgd hoger onderwijs.
3. De basisgegevens, bedoeld in het tweede lid, worden uitsluitend bewaard ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging van onderwijsinstellingen voor hoger onderwijs.
4. Vrijstellingsgegevens en het persoonsgebonden nummer worden in het register onderwijsdeelnemers bewaard tot een jaar na de datum waarop de vrijstelling of de vervangende leerplicht afloopt.
5. Verzuimgegevens en het persoonsgebonden nummer worden in het register onderwijsdeelnemers bewaard gedurende het schooljaar waarin zij in het register onderwijsdeelnemers zijn opgenomen en het daaropvolgende schooljaar.
6. Diplomagegevens en het persoonsgebonden nummer worden in het register onderwijsdeelnemers bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de onderwijsdeelnemer te identificeren tot zestig jaar na de maand van afgifte van het laatst behaalde waardedocument of, indien dat eerder is, tot het overlijden van de onderwijsdeelnemer.
Uit het register onderwijsdeelnemers wordt desgevraagd aan de betrokkene een elektronisch document met diplomagegevens verstrekt dat is beveiligd tegen wijzigingen en waarvan kan worden vastgesteld dat het is afgegeven door Onze Minister.
1. De betrokkene kan Onze Minister elektronisch verzoeken de diplomagegevens over hem te verbeteren voor zover deze afwijken van de gegevens in het desbetreffende waardedocument.
2. Onze Minister verzoekt de instantie die de diplomagegevens heeft geleverd, bedoeld in artikel 12, vierde lid, om hem elektronisch de juiste gegevens te verstrekken.
3. Voor zover die instantie constateert dat:
a. de diplomagegevens van de betrokkene niet overeenkomen met de gegevens waarover zij beschikt, verzoekt zij Onze Minister om deze gegevens te verbeteren.
b. de diplomagegevens van de betrokkene overeenkomen met de gegevens waarover zij beschikt, deelt zij dit elektronisch mee aan Onze Minister en geeft Onze Minister dit elektronisch door aan de betrokkene.
c. zij niet meer over dergelijke gegevens van de betrokkene beschikt, deelt zij dit elektronisch mee aan Onze Minister en geeft Onze Minister dit elektronisch door aan de betrokkene. Deze kan in dat geval op vertoon van het desbetreffende waardedocument aan Onze Minister verzoeken de diplomagegevens over hem te verbeteren.
4. Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op de identificerende gegevens die zijn ontleend aan de basisregistratie personen.
1. Onze Minister houdt gedurende twintig jaar na de verstrekking van diplomagegevens uit het register onderwijsdeelnemers aantekening van de verstrekking, tenzij de verstrekking in die periode op een andere manier is te herleiden uit het register onderwijsdeelnemers.
2. Het eerste lid geldt niet voor de verstrekking op grond van artikel 18, tweede lid, van deze wet of artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming.
3. Onze Minister deelt aan de betrokkene desgevraagd mee of diplomagegevens over hem gedurende ten hoogste twintig jaar voorafgaand aan het verzoek begrepen zijn geweest in een verstrekking waarop het eerste lid van toepassing is. Onze Minister kan volstaan met een in algemene termen gestelde mededeling over de verstrekkingen.
De WOT wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel d, onder 1, wordt na «– Wet medezeggenschap op scholen» op een nieuwe regel ingevoegd: – Wet register onderwijsdeelnemers.
2. Onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel n door een punt, vervalt onderdeel o.
B
De hoofdstukken 6a en 6b vervallen.
De LPW wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel g komt te luiden:
persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 1 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
2. Onderdeel h komt te luiden:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
3. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel h door een punt, vervalt onderdeel i.
B
Artikel 3c vervalt.
C
Artikel 6, vierde en vijfde lid, vervalt.
D
Artikel 15, derde en vierde lid, vervalt.
E
Na artikel 15 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien Onze Minister uit het register onderwijsdeelnemers is gebleken dat een jongere die op grond van artikel 5, 5a of 15 is vrijgesteld van de leerplicht, staat ingeschreven bij een school of instelling, meldt Onze Minister aan het hoofd van de betreffende school of instelling dat de jongere is vrijgesteld.
F
Artikel 21a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «, geeft het hoofd van de school hiervan onverwijld kennis aan Onze Minister, zo mogelijk onder opgave van de reden die naar zijn oordeel ten grondslag ligt aan het verzuim» vervangen door: ontstaat voor het hoofd van de school de leveringsverplichting, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
2. In het tweede lid wordt «, geeft het hoofd van de instelling hiervan onverwijld kennis aan Onze Minister, zo mogelijk onder opgave van de reden die naar zijn oordeel ten grondslag ligt aan het verzuim» vervangen door: ontstaat voor het hoofd van de instelling de leveringsverplichting, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
3. Het derde tot en met het dertiende lid vervallen.
G
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel b wordt «de artikelen 18, 21 en 21a,» vervangen door: de artikelen 18 en 21 van deze wet, en artikel 12, derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
De WPO wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt de begripsomschrijving van «basisregister onderwijs» vervangen door:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
B
Artikel 178a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede, derde en zevende lid vervallen.
2. In het vierde lid wordt «gegevens, bedoeld in het tweede en zevende lid» vervangen door: gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
C
De artikelen 178b en 178c vervallen.
De WEC wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsomschrijving van «meldingsregister relatief verzuim» vervalt.
2. De begripsomschrijving van «basisregister onderwijs» wordt vervangen door:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
B
Artikel 47b komt te luiden:
Indien degene die voldoet aan artikel 47a, eerste lid, onderdelen a en b, het onderwijs aan de school gedurende een aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, ontstaat voor het bevoegd gezag de leveringsverplichting, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
C
In artikel 160 wordt «of op de andere gegevens, bedoeld in artikel 164a, tweede lid» vervangen door: of op andere gegevens waarmee een leerling wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is.
D
In artikel 162b, eerste lid, wordt «artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: artikel 21, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
E
Artikel 164a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, lid 2a, lid 2b, en het derde en achtste lid vervallen.
2. In het vierde lid wordt «gegevens, bedoeld in het tweede en achtste lid» vervangen door: gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
F
De artikelen 164b en 164c vervallen.
G
In artikel 164e wordt «artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: artikel 21, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
De WVO wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsomschrijving van «basisregister onderwijs» wordt vervangen door:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
2. De begripsomschrijving van «meldingsregister relatief verzuim» vervalt.
B
In artikel 27a, tweede lid, wordt «artikel 28a, eerste lid» vervangen door: artikel 28a.
C
Artikel 28a komt te luiden:
Indien degene die voldoet aan artikel 28, eerste lid, onderdelen a en b, het onderwijs aan de school gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vier weken of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, ontstaat voor het bevoegd gezag de leveringsverplichting, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
D
Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zevende lid komt te luiden:
7. Voor een school die is aangewezen op grond van artikel 56 zijn van overeenkomstige toepassing:
a. artikel 103b, eerste, vijfde tot en met zevende en tiende tot en met twaalfde lid;
b. artikel 103f;
c. de artikelen 27b, 28 en 28a; en
d. de artikelen 118g tot en met 118i.
2. Het achtste lid vervalt.
E
Artikel 59 komt te luiden:
Onze Minister kan de aanwijzing intrekken, indien:
a. niet langer wordt voldaan aan de voorschriften gegeven bij of krachtens de artikelen 56, 58, met uitzondering van het zevende lid, onderdeel d, en 58a,
b. niet of niet meer wordt voldaan aan de leveringsverplichting, bedoeld in artikel 12, eerste, derde en vierde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers,
c. het schoolbestuur of het personeel van de school in strijd handelt met artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht, of
d. van misbruik van de verleende aanwijzing is gebleken.
F
In artikel 103a2 wordt «of op de andere gegevens, bedoeld in artikel 103b, tweede lid,» vervangen door: of op andere gegevens waarmee een leerling wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is.
G
Artikel 103b wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede, derde en achtste lid vervallen.
2. In het vierde lid wordt «gegevens, bedoeld in het tweede en achtste lid» vervangen door: gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
H
De artikelen 103c en 103d vervallen.
I
In artikel 103f wordt «artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht en in artikel 28a, vierde lid» vervangen door: artikel 21, eerste en derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
J
In artikel 118h wordt «op grond van artikel 28a of op grond van artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: op grond van artikel 21, eerste en derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
De WEB wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel cc komt te luiden:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
2. Onderdeel dd vervalt.
3. Onderdeel ee wordt verletterd tot onderdeel dd.
B
Artikel 1.4.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tiende lid komt te luiden:
6. Voor een andere dan een in artikel 1.1.1, onderdeel b, bedoelde instelling of een instelling zijn voor zover het betreft een beroepsopleiding ten aanzien waarvan toepassing is gegeven aan het eerste lid van overeenkomstige toepassing:
a. artikel 2.5.5a, eerste, vijfde, zesde en negende tot en met twaalfde lid;
b. artikel 2.5.5e;
c. de artikelen 8.1.1a, 8.1.8 en 8.1.8a; en
d. de artikelen 8.3.1 tot en met 8.3.3.
2. Het elfde lid vervalt.
C
Artikel 1.4a.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het achtste lid komt te luiden:
8. Voor een andere dan een in artikel 1.1.1, onderdeel b, bedoelde instelling of een instelling zijn voor zover het betreft een opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs ten aanzien waarvan toepassing is gegeven aan het eerste lid van overeenkomstige toepassing:
a. artikel 2.3.6a, eerste, vierde en zevende tot en met negende lid;
b. artikel 2.3.6d;
c. de artikelen 8.1.1a, 8.1.8 en 8.1.8a; en
d. de artikelen 8.3.1 tot en met 8.3.3.
2. Het negende lid vervalt.
3. Het tiende lid wordt vernummerd tot negende lid.
D
Artikel 2.3.6a, tweede, derde en vijfde lid, vervalt.
E
De artikelen 2.3.6b en 2.3.6c vervallen.
F
In artikel 2.3.6d, onderdeel c, wordt «24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht en in artikel 8.1.8a, vierde lid» vervangen door: artikel 21, eerste en derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
G
Artikel 2.5.5a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede, derde en zevende lid vervallen.
2. In het vierde lid wordt «gegevens, bedoeld in het tweede en zevende lid» vervangen door: gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
H
De artikelen 2.5.5b en 2.5.5c vervallen.
I
In artikel 2.5.5e, onderdeel d, wordt «artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht en in artikel 8.1.8a, vierde lid» vervangen door: artikel 21, eerste en derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
J
Artikel 6.2.2, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. niet of niet meer voldaan wordt aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 1.4.1, eerste lid, aan artikel 1.4.1, zesde lid, onderdelen a tot en met c, of aan de leveringsverplichting, bedoeld in artikel 12, eerste, derde en vierde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers, of.
K
Artikel 8.1.8a komt te luiden:
Indien degene die voldoet aan artikel 8.1.8, eerste lid, onderdelen a en b, het onderwijs of het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs aan de instelling gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vier weken of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, ontstaat voor het bevoegd gezag de leveringsverplichting, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
L
In artikel 8.3.2, eerste lid, wordt «op grond van artikel 8.1.8a of op grond van artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: op grond van artikel 21, eerste en derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
De WHW wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 komt onderdeel x2 te luiden:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
B
In artikel 6.10, eerste lid, wordt na «gewaarborgd» ingevoegd: of aan de leveringsverplichting, bedoeld in artikel 12, eerste en vierde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers, niet of niet meer wordt voldaan.
C
Artikel 7.1, derde lid, komt te luiden:
3. Van titel 3 van dit hoofdstuk is artikel 7.52, eerste lid en zesde tot en met achtste lid van toepassing op de rechtspersonen voor hoger onderwijs.
D
In artikel 7.45a, eerste lid, wordt «basisregister onderwijs» telkens vervangen door: register onderwijsdeelnemers.
E
Artikel 7.52 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede, derde en vijfde lid vervallen.
2. In het vierde lid wordt «gegevens, bedoeld in het tweede en vijfde lid» vervangen door: gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
F
De artikelen 7.52a en 7.52b vervallen.
G
Artikel 18.62 vervalt.
De WPO BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt de begripsomschrijving van «basisregister onderwijs» vervangen door:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
B
Artikel 147 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede, derde en zevende lid vervallen.
2. In het vierde lid wordt «gegevens, bedoeld in het tweede en zevende lid» vervangen door: gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
C
De artikelen 148 en 149 vervallen.
De WVO BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt de begripsomschrijving van «basisregister onderwijs» vervangen door:
register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
B
Artikel 179 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede, derde en achtste lid vervallen.
2. In het vierde lid wordt «gegevens, bedoeld in het tweede en achtste lid» vervangen door: gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
C
De artikelen 180 en 181 vervallen.
D
In artikel 182 wordt «de gegevens, bedoeld in 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: de gegevens, bedoeld in artikel 21, eerste en derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
De WEB BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.3.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede, derde en zevende lid vervallen.
2. In het vierde lid wordt «gegevens, bedoeld in het tweede en zevende lid» vervangen door: gegevens, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
B
De artikelen 2.3.5 en 2.3.6 vervallen.
C
In artikel 2.3.7 wordt «de gegevens, bedoeld in 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: de gegevens, bedoeld in artikel 21, eerste en derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
De Les- en cursusgeldwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5a, onderdeel c, wordt «basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
B
In artikel 5b wordt «basisregister onderwijs» vervangen door: register onderwijsdeelnemers.
In artikel 1.7, eerste lid, onderdeel c, van de Wet studiefinanciering 2000 wordt «basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
In artikel 1.7, eerste lid, onderdeel c, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt «basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
In artikel 47, tweede lid, onderdeel d, van de Wet inburgering wordt «gegevens, bedoeld in artikel 24o, tweede lid, onder e, van de Wet op het onderwijstoezicht ten behoeve van het diplomaregister» vervangen door: gegevens over diploma’s voor het inburgeringsexamen ten behoeve van het register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
Artikel 5 van de Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel a, wordt «het basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24f, twaalfde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: het register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers.
2. In het vierde lid wordt «basisregister onderwijs» vervangen door: register onderwijsdeelnemers.
Artikel VI van de Wet van 29 september 2011 tot wijziging van onder meer de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de instelling van het diplomaregister hoger onderwijs, beroepsonderwijs, voortgezet (algemeen volwassenen)onderwijs, NT2 en inburgering (Stb. 2011, 497) vervalt.
1. Indien het bij geleidende brief van 25 april 2014 ingediende voorstel van de leden Jadnanansing en Rog tot wijziging in de Leerplichtwet 1969 en enkele andere wetten ter introductie van de verlengde kwalificatieplicht (Kamerstukken II 2013/14, 33 925, nr. 2) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel 33, onderdeel A, van deze wet, wordt punt 3 van artikel 33, onderdeel A, vervangen door:
3. Onderdeel i vervalt.
4. Onderdeel j wordt verletterd tot onderdeel i.
2. Indien het bij geleidende brief van 25 april 2014 ingediende voorstel van de leden Jadnanansing en Rog tot wijziging in de Leerplichtwet 1969 en enkele andere wetten ter introductie van de verlengde kwalificatieplicht (Kamerstukken II 2013/14, 33 925, nr. 2) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet later in werking treedt dan artikel 33, onderdeel A, van deze wet, komt artikel I, onderdeel A, van die wet te luiden:
A
Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
de verplichting bedoeld in artikel 4a, eerste lid, waaronder ook, op grond van artikel 4d, eerste lid, de verlengde kwalificatieplicht wordt verstaan.
Indien het bij koninklijke boodschap van 12 december 2017 ingediende voorstel van wet houdende regels ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119) (Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming) (Kamerstukken II 2017/18, 34 851, nr. 2) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, wordt artikel 11 van deze wet als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
2. De eerste volzin van het eerste lid komt te luiden: Gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 30 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming kunnen deel uitmaken van de basisgegevens.
3. De eerste volzin van het tweede lid komt te luiden: Persoonsgegevens waaruit religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken, gegevens over gezondheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming kunnen deel uitmaken van de verzuimgegevens.
1. Indien het bestuur in strijd handelt met het bepaalde bij of krachtens deze wet, kan Onze Minister, onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de bekostiging, voorschotten daaronder begrepen, geheel of gedeeltelijk opschorten of inhouden.
2. Onze Minister kent de bekostiging opnieuw toe indien de reden voor de toepassing van het eerste lid is vervallen.
3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing, indien het bestuur of het personeel van een onderwijsinstelling in strijd handelt met artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.
Onze Minister zendt binnen vijf jaar nadat deze wet in werking is getreden aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Onze Minister neemt de gegevens in het basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b van de WOT, het meldingsregister relatief verzuim, bedoeld in artikel 24h van die wet, het diplomaregister, bedoeld in artikel 24m van die wet en het register vrijstellingen en vervangende leerplicht, bedoeld in artikel 24k2 van die wet, zoals deze artikelen luidden voor de inwerkingtreding van deze wet, op in het register onderwijsdeelnemers, voor zover deze gegevens overeenkomen met de gegevens die bij of krachtens deze wet in het register onderwijsdeelnemers worden opgenomen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34878-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.