Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2017
Vandaag is bij de Tweede Kamer het bovenvermelde wetsvoorstel ingediend (de Uitvoeringswet
Algemene verordening gegevensbescherming, hierna: de Uitvoeringswet). De Uitvoeringswet
voorziet in de nationale regels die nodig zijn ter uitvoering van de Algemene verordening
gegevensbescherming (hierna: de AVG). De AVG en de Uitvoeringswet vervangen richtlijn
95/46/EG en de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: de Wbp). Er is in Europees
verband welbewust gekozen voor een verordening in plaats van een richtlijn. Alleen
daarmee kunnen de huidige verschillen in beschermingsniveau tussen de lidstaten verder
verkleind worden en nog bestaande onnodige belemmeringen voor het functioneren van
de interne markt uit de weg geruimd worden.
Het betreft een zeer complexe verordening die vrijwel alle segmenten van de samenleving
raakt. Over de tekst van het eerste voorstel zijn veel partijen geconsulteerd en dat
heeft flink wat reacties opgeleverd,die hebben geleid tot aanpassing van het oorspronkelijke
wetsvoorstel. Ook is er intensief contact geweest met verschillende partijen, waaronder
het bedrijfsleven en de Autoriteit persoonsgegevens. Ten slotte heeft de Afdeling
advisering van de Raad van State geadviseerd over het wetsvoorstel. Dit heeft ertoe
geleid dat het wetsvoorstel thans wordt ingediend.
Het is van groot belang de overgang van de oude naar de nieuwe situatie zo soepel
mogelijk te laten verlopen. Daarom wordt met de Uitvoeringswet zoveel aangesloten
bij het huidige normenkader uit de Wbp. De materiële normen waaraan de verwerking
van persoonsgegevens onder het regime van de AVG en de Uitvoeringswet moet voldoen,
zijn in grote lijnen gelijk gebleven aan die uit de Wbp.
De AVG zal met ingang van 25 mei 2018 van toepassing zijn in de gehele Europese Unie.
Deze datum is in de AVG zelf vastgelegd en zal niet meer veranderen. Het is van het
allergrootste belang dat de Uitvoeringswet op diezelfde datum in werking treedt. Als
dat niet gebeurt, dreigt er voor bedrijven, overheidsinstanties en burgers een situatie
van grote rechtsonzekerheid te ontstaan. De AVG is immers een verordening en werkt
vanaf 25 mei 2018 rechtstreeks. Daarom moet op hetzelfde moment ook zijn voorzien
in de nationale uitvoeringsregels.
Ik doe daarom een beroep op uw Kamer om, nadat de Tweede Kamer met het wetsvoorstel
heeft ingestemd, de behandeling van het wetsvoorstel met voortvarendheid ter hand
te nemen. Uiteraard zal ik van mijn kant ook al het mogelijke doen om u hierbij van
dienst te zijn.
Een brief met gelijke inhoud heb ik heden aan de Tweede Kamer gezonden.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker