34 682 Nationale Omgevingsvisie

Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2022

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de bewindspersonen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), over de uitkomsten van de landsdelige Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving (BO’s Leefomgeving). De bewindspersonen van IenW hebben uw Kamer specifiek geïnformeerd over uitkomsten van deze overleggen in relatie tot het MIRT en de voortgang hierop.

Tijdens de bestuurlijke overleggen van juni 2022 hebben we met provinciale en gemeentelijke bestuurders en bestuurders van waterschappen gesproken over de verschillende nationale programma’s die in het kader van de grote verbouwing van Nederland worden gelanceerd. De interbestuurlijke overleggen zijn constructief verlopen. In het licht van de grote uitdagingen waar we samen voor staan geeft dit mij vertrouwen voor de toekomst. Zo hebben wij stil gestaan bij de (concept)programma’s Mooi Nederland, NOVEX, Nationaal Programma Landelijk Gebied, programma Natuur en Stikstof, ruimte voor economie: programma werklocaties/GRIP op grote bedrijfsvestigingen en het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Mijn collega-bewindspersonen en ik zullen uw Kamer ieder afzonderlijk informeren over de voortgang van deze programma’s.

Daarnaast hebben wij in het kader van de woningbouw- en bijbehorende bereikbaarheidsopgave afspraken gemaakt over de eerste ronde versnellingsafspraken voor de ontsluiting van grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties, het afweegkader middellange termijn voor de bereikbaarheids- en gebiedsinvesteringen en het vaststellen van de definitieve lijst grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties in de zeven NOVEX-(verstedelijkings)gebieden. In deze brief kom ik per landsdeel terug op de uitkomsten van de BO’s Leefomgeving. Uw Kamer wordt via een aparte brief geïnformeerd over de verdere voortgang van de woningbouwopgave.

Eerst schets ik hoe de BO’s Leefomgeving zich verhouden tot het hernemen van de nationale regie op de ruimtelijke inrichting van Nederland en de samenwerkingsrelatie tussen Rijk en regio, zoals met uw Kamer is gedeeld in de Ruimtelijke Ordeningsbrief van 17 mei jl.1 Daarna ga ik in algemene zin in op de totstandkoming van de versnellingsafspraken. Vervolgens licht ik de uitkomsten van de bestuurlijke overleggen toe per landsdeel.

Betekenis van de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving

Jaarlijks worden per landsdeel BO’s Leefomgeving gevoerd tussen Rijk en mede-overheden. Deze BO’s Leefomgeving hebben als doel:

  • Zorgen voor uitvoering van de NOVI en het programma NOVEX door de diverse programmadoelen regionaal te realiseren, waarbij aandachtspunten vanuit de regio worden besproken.

  • Komen tot bestuurlijke afspraken over opgaven in de leefomgeving waar gezamenlijke inzet voor nodig is (werken als één overheid).

  • Zorgen voor bijbehorende investeringsstrategieën en de relatie leggen met besluitvormingstrajecten over investeringsmiddelen (zoals de BO’s MIRT betreft Mobiliteitsfonds) en andere bekostigingsmogelijkheden – zodat afspraken ook daadwerkelijk tot uitvoering kunnen komen.

Voor de realisatie van de urgente ruimtelijke opgaven waar Nederland voor staat, en waarover ik u in de Ruimtelijke Ordeningsbrief heb geïnformeerd, is samenwerking tussen Rijk en regio cruciaal. De BO’s Leefomgeving blijken daarbij waardevol en effectief. In onderstaande licht ik toe wat de medeoverheden en het Rijk met elkaar hebben bereikt.

Ruimtelijke puzzel

Het (landsdelig) instrument Omgevingsagenda wordt vervangen door de provinciale arrangementen, zoals aangekondigd in de RO-brief van 17 mei j.l. De inzet gericht op het opstellen van het product Omgevingsagenda is daarom stopgezet. De afspraken en (tussen)resultaten die in het traject van het ontwikkelen van landsdelige Omgevingsagenda’s zijn bereikt zullen in de nieuwe wijze van samenwerking tussen Rijk en regio worden benut. Voor het ontwikkelen van provinciale arrangementen zijn de reeds verzamelde bouwstenen uit de Omgevingsagenda’s belangrijke input. Daarnaast maken we gebruik van de proeftuin Flevoland waar met de Strategische Agenda Flevoland al gestart is met de ruimtelijke vertaling van nationale programma’s en het leggen van de ruimtelijke puzzel.

In de afstemming van ambities en opgaven met de provincies, regio’s en waterschappen kunnen de ontwikkelde overlegstructuren van de omgevingsagenda’s (o.a. het opdrachtgeversoverleg en het directeurenoverleg) worden benut om de puzzel voor provinciale arrangementen te leggen. Het Rijk komt in oktober met een startpakket om dit proces te starten.

Uitkomsten Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving

Versnellingsafspraken ontsluiting woningbouw

Voor de infrastructurele ontsluiting van nieuwe woningen is in het Coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) voor de komende 10 jaar € 7,5 miljard opgenomen. Deze middelen worden ingezet voor het ontsluiten van nieuwe woningen in de -inmiddels – 17 grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties en daarbuiten. In lijn met het Coalitieakkoord komen deze middelen tot besteding in overleg tussen de bewindspersonen van IenW, de regionale overheden en mijzelf.

In de kennismakingsgesprekken met de regio’s in het afgelopen voorjaar is de regio’s en gemeenten gevraagd om voorstellen in te dienen voor het versnellen van grootschalige woningbouwlocaties2 met financiële ondersteuning voor bovenplanse bereikbaarheidsmaatregelen3. In afgelopen periode hebben wij veel voorstellen ontvangen uit alle delen van het land. Op basis van de criteria uit het programma woningbouw en de MIRT-brief4 zijn 70 voorstellen geïdentificeerd die nu of later dit jaar in aanmerking komen voor mede-bekostiging. Het Rijk stelt in het totaal maximaal € 1,5 miljard (inclusief btw) beschikbaar voor de versnellingsafspraken.

Van de 70 ingediende voorstellen zijn 32 voorstellen dusdanig uitgewerkt dat hierover in de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving concrete bestuurlijke afspraken zijn gemaakt. Over de andere 38 plannen is het streven tijdens de Bestuurlijke Overleggen MIRT (BO’s MIRT) in het najaar afspraken te kunnen maken. De 70 voorstellen tellen op tot versnelde realisatie en ontsluiting van circa 135.000 woningen, binnen nu en de komende 5 jaar.

In totaal bedragen de benodigde investeringen voor de 70 voorstellen circa € 1,2 miljard. De resterende € 300 miljoen is beschikbaar voor plannen die al eerder zijn ingediend, maar nu nog niet aan alle inhoudelijke criteria voldoen.

Bij de proposities is nadrukkelijk gevraagd aan te geven of stikstof of andere randvoorwaarden een potentiële belemmering vormen voor de realisatie. Gemeenten hebben aangegeven dat er bij de ingediende voorstellen geen of waarschijnlijk te overkomen knelpunten zijn op het gebied van stikstof, uit te plaatsen bedrijven, water en bodem, klimaatadaptatie, duurzame energie, lucht/geluid, externe veiligheid, gezondheid en groen/natuur.

De gemaakte afspraken voor de ontsluiting van de woningen zullen worden uitgekeerd via een specifieke uitkering. Deze regeling geeft een juridische basis en biedt de mogelijkheid om de middelen vanuit het Mobiliteitsfonds naar gemeenten te kunnen over maken voor de versnellingsafspraken5. De regeling zal later in het najaar bij de Kamer worden voorgehangen. Over de voortgang van de versnellingsafspraken zal de Kamer geïnformeerd worden.

De nu gemaakte versnellingsafspraken richten zich vooral op woningbouwversnelling op de korte termijn. In een aantal gebieden is langjarige zekerheid en continuïteit van de bouwproductie op de middellange en lange termijn nodig (dus ook na 2030). Dit zijn de 17 grootschalige woningbouwlocaties binnen de zeven NOVEX-verstedelijkingsgebieden6. Eerder zijn 15 grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties geïdentificeerd.7 Buiten deze eerder geïdentificeerde gebieden zijn Foodvalley en Spoorzone Arnhem Oost toegevoegd. Tijdens de BO’s Leefomgeving is de definitieve lijst grootschalige woningbouwgebieden binnen de zeven NOVEX-verstedelijkingsgebieden vastgesteld. Omdat de ambities groter zijn dan de beschikbare middelen en wordt gestreefd naast een meest effectieve inzet van de middelen, is een afweegkader in voorbereiding. Dit afweegkader is bedoeld om beslisinformatie te verzamelen en te prioriteren.

Hieronder beschrijven we de hoofdlijnen van het afweegkader, dat als bijlage is bijgevoegd. Hiermee geven we invulling aan de motie van de leden Bouchallikh, Van Ginneken en Van der Molen8 waarin het kabinet wordt verzocht het afweegkader voor de € 7,5 miljard voor de ontsluiting van de woningbouw uit het Coalitieakkoord aan de Kamer voor te leggen.

Het afweegkader bestaat, naast de gebruikelijke budgettaire en financieel-economische randvoorwaarden, uit vier kernwaarden:

  • 1. Woningbouwwaarde; het percentage betaalbare woningen en de mate van spanning op de woningmarkt,

  • 2. Bereikbaarheidswaarde; de impact op de IMA-opgave die op de IenW netwerken liggen, de mate van flankerend mobiliteitsbeleid in aanvulling op de investering en de mate van verbeteringen van de bereikbaarheid van de stad en regio,

  • 3. Voldoen aan wettelijke randwaarden o.a.: stikstof, luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid.

  • 4. Bijdrage aan ruimtelijke integrale afwegingen; aspecten die raken aan bedrijvigheid, balans wonen-werken, ruimtelijke kwaliteit, energie en circulariteit, klimaatbestendig en natuur-inclusief bouwen, water en bodem, veilig leefmilieu/verkeersveiligheid.

Over het afweegkader is een bestuurlijk gesprek gevoerd met de koepels van decentrale overheden. Het voorstel is positief ontvangen en de koepels stemmen daarmee- onder voorbehoud van ledenraadpleging- in. Over die raadpleging aangaande het afweegkader zullen de koepels mij en de Minister en Staatssecretaris van IenW berichten.

Bij de ontwikkeling van het ontwerp-afweegkader zijn daarnaast het PBL, het KIM en de vervoerregio’s betrokken geweest. In de BO’s Leefomgeving is met de regio vooruitgekeken naar de beslismomenten in deze kabinetsperiode. Het voornemen is om in de BO’s MIRT dit najaar de eerste afspraken te maken over de ontsluiting van de 17 grootschalige woningbouwlocaties binnen de zeven NOVEX-verstedelijkingsgebieden op basis van het afweegkader.

BO Leefomgeving landsdeel Noord

Voor de versnellingslocaties waarover ik met landsdeel Noord onder diverse voorbehouden principe-afspraken heb gemaakt in het kader van de 1e ronde versnellingsafspraken woningbouw en mobiliteit. In het landsdeel Noord gaat het om onderstaande proposities:

  • Assen: Assen Kloosterveen

  • Borger-Odoorn: Borger-Odoorn

  • Groningen: Eemskanaalzone StadshavensII/ EKZ4/ Meerstad

  • Groningen: Groningen Stadshavens I

  • Groningen: Groningen Suikerzijde

  • Leeuwarden: Leeuwarden Zuidlanden/ Middelsee

  • Meppel: Meppel – Noordpoort/ Nieuwveenselanden

  • Noordenveld: Peize en Roden Noordenveld

Voor de volgende propositie zijn middelen gereserveerd onder voorbehoud dat kan worden voldaan aan een nader te bepalen percentage cofinanciering door gemeenten, provincies en/of de regio’s:

  • Harlingen: Harlingen Spaansen

Met deze voorstellen kunnen in totaal 17.000 woningen versneld worden gerealiseerd voor € 100 mln. aan mobiliteitsmaatregelen.

Deltaplan voor het Noorden/Lelylijn

Naast de verstedelijkingsafspraken is tijdens het BOL Noord Nederland een andere belangrijke mijlpaal behaald. Er is afgesproken tot het starten van het MIRT-onderzoek Lelylijn. In dit MIRT-onderzoek zal in deze kabinetsperiode uitwerking worden gegeven aan de ambitie uit het Coalitieakkoord om op termijn een Lelylijn aan te leggen in het kader van dit Deltaplan. In lijn met het Coalitieakkoord wordt dan ook in dit MIRT-onderzoek verder uitwerking gegeven aan de bijdrage van de Lelylijn als backbone van de versterking van de economie van het Noorden, de ontsluiting van nieuw te ontwikkelen woningbouwgebieden en betere internationale treinverbindingen met het noorden van Duitsland. Het MIRT-onderzoek Lelylijn moet de basis vormen voor een nog deze kabinetsperiode te nemen Startbeslissing voor een MIRT-verkenning. Hiervoor moet een voorlopige voorkeursvariant uitgewerkt zijn met een betrouwbare kostenraming en zicht op minstens 75% van de financiering van deze voorlopige voorkeursvariant. Daarnaast gaan we op zoek naar aanvullende dekking voor realisatie van de Lelylijn waaronder financiering vanuit de regio en uit Europese fondsen. Hiertoe is de Lelylijn al aangemeld voor het Europese TEN-T programma. Deze uitwerking van de Lelylijn is een samenhangende gebiedsuitwerking, zoals benoemd in de Ruimtelijke Ordeningsbrief9. Hierbij wordt zowel invulling gegeven aan de motie van de leden Minhas, Van der Molen10 als de gewijzigde motie van de leden Alkaya en Van Ginneken11. Parallel hieraan gaan Rijk en regio vanuit een gezamenlijk commitment onder sturing van een nog op te richten Bestuurlijk overleg Deltaplan verder werken aan het nadere onderzoek naar de Nedersaksenlijn en de verbetering van bestaand spoor mede in het licht van de versnelling van de woningbouw. Voor de bestuurlijke afspraak verwijs ik naar de bijlage.

Verstedelijkingsstrategie Regio Groningen Assen (VRGA)

Daarnaast hebben Rijk en Regio met betrekking tot het NOVEX-verstedelijkingsgebied Groningen-Assen afspraken gemaakt hoe Rijk en Regio de komende periode uitvoering aan de verstedelijkingsstrategie voor dit gebied gaan geven. We doen dit in een brede programmatische aanpak door de uitwerking van:

  • Het integrale ontwikkelperspectief op basis van de gezamenlijk opgestelde Verstedelijkingsstrategie Groningen-Assen 2040;

  • Een gezamenlijke uitvoeringsstrategie (programmering en fasering);

  • Rijk en Regio afspraken ten aanzien van:

    • a. Inzet van middelen uit budgetten Rijk-Regio die bijdragen aan de strategie;

    • b. Aanpak belemmeringen;

    • c. Monitoring van de realisatie.

Over de verdere programmering van de VRGA en de zeven NOVEX-gebieden in het algemeen worden in het BO MIRT van dit najaar nadere afspraken gemaakt.

Opbrengsten omgevingsagenda Noord 2022

Op het BOL zijn ook de bevindingen en inzichten van de omgevingsagenda Noord 2022 gedeeld. Deze zijn samengevat in het procesdocument «Werken aan de Omgevingsagenda Noord 2022», dat op hoofdlijnen de inventarisatie van opgaven in de fysieke leefomgeving van Noord-Nederland, de gemaakte afspraken en adviezen en de leerervaringen beschrijft. Specifiek is op het BOL de afspraak bevestigd dat voor Zuidoost Drenthe een Plan van Aanpak uitgewerkt wordt om voor dit gebied samen met het Rijk een gezamenlijke gebiedsstrategie te ontwikkelen, met als doel om te komen tot een toekomstperspectief.

BO Leefomgeving landsdeel Noordwest

Voor de versnellingslocaties waarover ik met landsdeel Noordwest onder diverse voorbehouden principe afspraken heb gemaakt in het kader van de 1e ronde versnellingsafspraken woningbouw en mobiliteit. In het landsdeel Noordwest gaat het om onderstaande proposities:

  • Alkmaar: Alkmaar (diverse maatregelen, zie bijlage)

  • Amsterdam: Amstelkwartier – Stationshal en fietsenstalling

  • Amsterdam: Hamerkwartier – rotonde Meeuwenlaan

  • Amsterdam: NDSM-terrein – Aanlandvoorziening

  • Amsterdam: IJburg fase 2 – HOV verbindingen Bijlmer en Weesp

  • Haarlem: WBI Europaweg + Nieuw Zuid buiten WBI

  • Nieuwegein: Nieuwegein City + Rijnhuizen

  • Utrecht: Zuidwest: Papendorp, Groenewoud, Kanaleneiland

  • Woerden: Middelland, Stationsgebied, Snellenpoort

Voor de volgende proposities zijn middelen gereserveerd onder voorbehoud dat kan worden voldaan aan een nader te bepalen percentage cofinanciering door gemeenten, provincies en/of de regio’s:

  • Almere: Almere (diverse maatregelen, zie bijlage)

  • Haarlemmermeer: Centrum autoluw maken & autoverkeer naar N201 ontmoedigen

  • Lelystad: Lelystad (diverse maatregelen, zie bijlage)

  • Soest: Multi-modale ontsluiting en leefbaarheid Soesterberg

  • Utrecht: Noordwest: Wisselspoor, Thomas a Kempisplantsoen en Cartesius fase

  • Veenendaal: Groenpoort

Met deze voorstellen kunnen in totaal 44.000 woningen versneld worden gerealiseerd met € 280 mln. aan mobiliteitsmaatregelen.

De definitieve lijst van grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties is vastgesteld. Voor wat betreft het landsdeel Oost zijn spoorzone Arnhem-Oost en Foodvalley (die gedeeltelijk ook in landsdeel Oost ligt) toegevoegd.

NOVEX-gebied MRU:

Rijk en regionale partijen hebben afgesproken de uitvoering van de verstedelijkingsstrategie NOVEX-gebied MRU (Utrecht-Amersfoort) in een gezamenlijke programmatische aanpak te realiseren. Basis daarvoor zijn het «Ontwikkelperspectief Utrecht Nabij», het «Ontwikkelbeeld Regio Amersfoort Centraal» en de programmatische uitwerking daarvan binnen het Rijk-regioprogramma U Ned. Het is hierbij belangrijk om te voldoen aan de benodigde randvoorwaarden: aanpak stikstof, versterking multimodale bereikbaarheid, groen groeit mee en toevoeging van energienetwerken (elektra, warmte, waterstof en energiehubs). Met de in dit BO Leefomgeving Noordwest gemaakte versnellingsafspraken woningbouw en mobiliteitsmaatregelen is een eerste stap gezet. Voor het BO MIRT Noordwest najaar 2022 voorzien Rijk en regio de multimodale bereikbaarheidsopgave 2030/2040 vast te stellen zoals die nu binnen het programma U Ned wordt uitgewerkt, de proposities versnellingsafspraken waarvoor een reservering is gemaakt te bevestigen en de tweede ronde versnellingsafspraken te maken. Daarnaast voorzien Rijk en regio in het BO MIRT Noordwest najaar 2022 de uitgewerkte programmatische aanpak verstedelijking MRU te bespreken en afspraken te maken over de realisatie van de grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties Utrecht Groot Merwede en Amersfoort spoorzone en A1-zone en de omliggende regiopoorten inclusief mobiliteitsmaatregelen en benodigde randvoorwaarden. In 2023 kan dan de volgende stap in de multimodale bereikbaarheidsopgave, de programmatische aanpak worden gezet.

NOVEX-gebied MRA:

Voor de verstedelijkingsstrategie MRA hebben rijk en regio afgesproken de aangescherpte integrale programmering en fasering en de investeringsstrategie in het BO MIRT dit najaar vast te stellen. Het ontwikkelperspectief MRA «Verstedelijkingsconcept 2050 Metropoolregio Amsterdam» is hiervoor de inhoudelijke basis. Daarnaast zal in het BO MIRT het gesprek worden gevoerd over de verdere uitvoering van de Verstedelijkingstrategie MRA en de bijbehorende governance worden vastgesteld.

De uitvoering van de Verstedelijkingsstrategie inclusief NOVEX-woningbouwlocaties gebeurt in vorm van een programmatische aanpak in nauwe samenwerking met de andere rijksprogramma’s waaronder het bereikbaarheidsprogramma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid, de Nationale Woon- en Bouwagenda, het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat en het Nationale programma Landelijk gebied. Eerder hebben rijk en regio in het BO Leefomgeving 2021 geconstateerd dat de complexe verstedelijkingsopgave in de MRA vraagt om een transitie van een projectgerichte financiering naar gezamenlijke en adaptieve, meerjarige, programmatische bekostiging. Voor een volgende stap in de programmatische samenwerking hebben rijk en regio afgesproken de komende maanden een aantal varianten met voor- en nadelen voor deze programmatische bekostiging in kaart te brengen en in het BO MIRT afspraken te maken over een volgende stap.

Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) in het Noordzeekanaalgebied:

EZK werkt met de betrokken overheden in het NOVEX gebied MRA en het NOVEX gebied Noordzeekanaalgebied (NZKG) aan de nadere uitwerking van de energie-infrastructuur zoals uitgewerkt in het Verstedelijkingsconcept MRA. Onderdeel van de realisatie hiervan is de ruimtelijke inpassing van de energie-infrastructuurprojecten van nationaal belang in het Noordzeekanaalgebied. Om het ruimtelijk inpassingsproces tijdig te doorlopen, is een goede samenwerking van alle betrokken overheden; rijk, provincies en gemeenten, wenselijk. In het BO Leefomgeving hebben rijk en regio afgesproken dat het rijksprogramma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) het Bestuursplatform NZKG en waar nodig de stuurgroep Verstedelijkingsstrategie MRA benut om het ruimtelijk inpassingsproces te versnellen en te optimaliseren. Rijk en regio verkennen daarnaast voor het NOVEX gebied MRA welke energie-infrastructuur noodzakelijk is voor het realiseren van de verstedelijkingsafspraken. De nadruk ligt hierbij bij het inzichtelijk maken van mogelijke knelpunten, risico’s en versnellingsopties.

Vervolg Amsterdam Bay Area:

De MRA Oost is een van de grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties. In het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay Area is onderzocht hoe het gebied zich kan door ontwikkelen tot een prettig en goed bereikbaar gebied voor wonen en werken. Zoals eerder aan uw Kamer is gemeld12 geeft het MIRT-onderzoek aanleiding tot vervolgonderzoek, waaronder een onderzoek naar wegknelpunten. Om voortgang in het proces te blijven boeken en zo verdere verstedelijking niet te laten stagneren, worden lopende onderzoeken afgerond, een no-regret pakket geconcretiseerd en een voorstel uitgewerkt hoe verder gewerkt kan worden aan verstedelijking en bereikbaarheid in Almere op middellange en lange termijn.

Dit alles met als doel om in het BO MIRT in het najaar de aanvullende onderzoeken naar onder andere wegverkeer en mogelijkheden voor kortere termijnmaatregelen vast te stellen en besluiten te nemen over betekenisvolle vervolgstappen. Bij zicht op financiering en inhoudelijk overeenstemming kan een volgend kabinet dan hierop volgende besluiten conform de MIRT systematiek nemen.

In de MRA zijn er naast het NOVEX verstedelijkingsgebied nog drie andere NOVEX gebieden: de NOVEX-gebieden Schiphol, Noordzeekanaalgebied en Groene Hart. De verschillende NOVEX-gebieden kennen specifieke eigen opdrachten en hiervoor zijn eigen bestuursvormen nodig. Het Rijk bespreekt met de MRA en betrokken provincies hoe de governance en samenwerking tussen deze gebieden kan worden ingericht om dubbel werk en bestuurlijke drukte te voorkomen.

BO Leefomgeving landsdeel Oost

Tijdens het BO Leefomgeving met landsdeel Oost heb ik onder voorbehoud principe afspraken gemaakt over de 1e ronde versnellingsafspraken woningbouw en mobiliteit. In het landsdeel Oost gaat het om onderstaande proposities:

  • Almelo: Spoorzone Almelo

  • Arnhem: Arnhem Centrum Zuid

  • Arnhem: Spoorzone Arnhem-Oost

  • Duiven: Uitbreidingslocaties Duiven

  • Enschede: SHE deelgebied Centrumkwadraat Enschede

  • Nijmegen: Nijmegen Kanaalzone-Zuid: Dukenburg

  • Nijmegen: Nijmegen Stationsgebied (incl. Waalfront)

  • Nijmegen: Nijmegen Kanaalzone-Zuid: Winkelsteeg

  • Zwolle: Zwolle Spoorzone

  • Voor de volgende proposities zijn middelen gereserveerd onder voorbehoud dat kan worden voldaan aan een nader te bepalen percentage cofinanciering door gemeenten, provincies en/of de regio’s:

  • Culemborg: Stationsomgeving Culemborg

  • Enschede: Cromhoff Enschede

  • Tiel: Spoorzone/Lingehoven

  • Wageningen: Wageningen De Dreijen

  • Zwolle: Zwolle Stadshart

Met deze voorstellen kunnen in totaal 17.000 woningen versneld worden gerealiseerd met € 230 mln. aan mobiliteitsmaatregelen.

De definitieve lijst van grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties is vastgesteld. Voor wat betreft het landsdeel Oost zijn spoorzone Arnhem-Oost en Foodvalley (die gedeeltelijk ook in landsdeel Noordwest ligt) toegevoegd.

Verstedelijkingsstrategie Regio Zwolle

De koers van de verstedelijkingsstrategie Regio Zwolle «Warme Harten in een Klimaat adaptieve Delta», die door het realiseren van minimaal 50.000 nieuwe woningen moet bijdragen aan de nationale woningbouw opgave, is onderschreven. Basis daarvan vormt de Warmehartenstrategie die is uitgewerkt in zeven ontwikkelprincipes. Deze Warmehartenstrategie is van toepassing op alle bebouwde gebieden/kernen in de regio. Voor deze gebieden zijn vijf integrale ontwikkelprogamma’s gedefinieerd, waar we veel maatschappelijke meerwaarde willen bereiken, nl: Stedelijk Zwolle, Karakteristieke stationsomgevingen, Gezonde buurten, Vitale dorpskernen en Krachtige binnensteden. Daarnaast zullen twee programma’s op systeemniveau worden uitgewerkt: de regionale sponsstrategie en de regionale mobiliteitsstrategie. Het NOVI-gebied Zwolle met de focus op de klimaatopgave zal ingebed worden in het NOVEX-gebied Zwolle. De strategie en voorgestelde programma’s vormen de basis voor nadere uitwerking hiervan in programmering en afspraken. In samenhang met de verstedelijkings- en mobiliteitsstrategie wordt door Rijk en regio, voortkomende uit het lopende gebiedsgerichte MIRT onderzoek Zwolle e.o., gewerkt aan een maatregelenpakket gericht op de regionale mobiliteitstransitie. Dit pakket is voor de regio een belangrijke randvoorwaarde voor de uitvoering van de verstedelijkingsstrategie en het toekomstbestendig bereikbaar houden van de regio. Rijk en regio onderzoeken daarbij concrete maatregelen passend bij het afweegkader grootschalige woningbouw en mobiliteit. Afspraken hierover worden gemaakt in het BO-MIRT najaar 2022.

Verstedelijkingsstrategie Arnhem-Nijmegen-Foodvalley

In het kader van de verstedelijkingstrategie Arnhem-Nijmegen-Foodvalley hebben Rijk en regio afgesproken toe te werken naar een uitgewerkte verstedelijkingsstrategie inclusief een adaptief ontwikkelprogramma (fasering) en deze middels een verstedelijkingsakkoord te bekrachtigen in het BO MIRT najaar 2022. Daarbij hanteren Rijk en regio een aantal uitgangspunten die nog verder zullen worden uitgewerkt. Met het verstedelijkingsconcept «Meer landschap, meer stad» is het mogelijk in deze regio 100.000 woningen te realiseren. Daarbij moeten echter een aantal randvoorwaarden op orde zijn, zoals de economische ontwikkeling, bereikbaarheid, recreatie, klimaatadaptatie en water, energie, natuur en landschap. De ontsluiting van nieuwe woongebieden is onderdeel van de verstedelijkingsstrategie waarbij rijk en regio zoeken naar kansen voor de grootschalige woningbouwgebieden, passend bij het afweegkader grootschalige woningbouw en de mobiliteitsprincipes uit de verstedelijkingstrategie Arnhem-Nijmegen-Foodvalley. In het gesprek is benadrukt dat de verstedelijkingsstrategie, zeker in deze regio, ook gaat over het landschap en het landelijk gebied. De samenhang met de verschillende programma’s vanuit het Rijk is daarbij belangrijk.

Voor beide verstedelijkingsstrategieën (regio Zwolle en regio Arnhem Nijmegen Foodvalley) en de grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties geldt dat bodem en water een sturende werking hebben bij ruimtelijke keuzes nu en in de toekomst.

BO Leefomgeving landsdeel Zuid

Het Rijk komt in oktober met een startpakket om het mogelijk te maken om de puzzel te leggen. Voor de landsdeel Zuid in het BO Leefomgeving voor de provinciale arrangementen de volgende aandachtspunten meegegeven:

  • Samenhang tussen mobiliteit en verstedelijking

  • Ruimte voor werken met het programma Grip op Bedrijventerreinen

  • Energietransitie en verdeling van de netwerkcapaciteit energie

  • Transitie landelijk gebied met Nationaal Programma Landelijk Gebied

  • Bodem en water als sturend principe

  • Waterveiligheid, wateroverlast en droogte

Zuid-Nederland pakt deze aandachtspunten al voortvarend op zoals onder meer zien is in de ontwikkelprincipes voor de verstedelijkingsstrategie Stedelijk Brabant.

Tijdens het BO Leefomgeving met landsdeel Zuid heb ik onder voorbehoud principe afspraken gemaakt over de 1e ronde versnellingsafspraken woningbouw en mobiliteit. In het landsdeel Zuid gaat het om onderstaande proposities:

  • Eindhoven: Fellenoord

  • Kerkrade: Div. centrumlocaties

Voor de volgende proposities zijn middelen gereserveerd onder voorbehoud dat kan worden voldaan aan een nader te bepalen percentage cofinanciering door gemeenten, provincies en/of de regio’s:

  • Bergen op Zoom: Spaensche Scharen

  • Breda: Chassékwartier

  • Maastricht: Geusselt eo

  • Maastricht: Trega Zinkwit

  • Roermond: Melickerveld

  • Tilburg: Kenniskwartier

  • Weert: Hornekwartier

  • ’s-Hertogenbosch: station Oost

Met deze voorstellen kunnen in totaal 10.000 woningen versneld worden gerealiseerd met € 170 mln. aan mobiliteitsmaatregelen.

De afbakening van de grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties Eindhoven Internationale Knoop XL en de Brabantse stedenrij binnen het NOVEX-gebied Stedelijk Brabant zal passen bij de verstedelijkingsstrategie Stedelijk Brabant en de daaruit volgende uitvoerings- en programmeringsvragen. Hierover maken wij in het BO MIRT najaar 2022 afspraken. Voor wat betreft het landsdeel Zuid heeft de Minister vastgesteld dat er nu in Limburg geen grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties zijn, maar heeft hij de regio wel uitgenodigd om met voorstellen te komen voor woningbouw ontwikkelingen op de langere termijn. Dit zou in o.a. het kader van het NOVEX gebied Zuid Limburg verder kunnen worden verkend.

NOVEX-gebied Stedelijk Brabant

Ten aanzien van de Verstedelijkingsstrategie Stedelijk Brabant hebben Rijk en regio ingestemd met de richtinggevende ontwikkelprincipes van de Brabantbrede verstedelijkingsstrategie en de stedelijke regio’s. Naar voorbeeld van frontrunner Stedelijk Gebied Eindhoven zullen deze richtinggevende ontwikkelprincipes de basis vormen voor het gezamenlijk (Rijk en regio) opstellen van de verstedelijkingsstrategie stedelijk Brabant met een gebieds- en ontwikkelperspectief voor Stedelijk Brabant inclusief programmering en uitvoeringsafspraken (verstedelijkingsakkoord en mobiliteitsafspraken). Deze zullen vastgesteld worden op het BO-MIRT 2022. Hierin wordt onder andere aandacht besteed aan bodem en water als richtinggevend principe, klimaatadaptatie, de mobiliteitsopgave, de gevolgen van de stikstofprioritering en de beperkte capaciteit op het elektriciteitsnetwerk voor verdere verstedelijking.

Op verzoek van de provincies Noord-Brabant en Limburg is gesproken over de ruimtelijke impact van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor en de thans te beperkte capaciteit op het elektriciteitsnetwerk als aandachtspunten voor ruimtelijke ontwikkelingen. Hierover zullen Rijk en regio nader met elkaar in gesprek gaan.

Rijk en regio onderkennen het belang van verstedelijking en mobiliteit voor de doorontwikkeling van de mainportstatus van Brainport-Eindhoven. Dit bestaat uit de schaalsprong OV en spoor, inclusief multimodale knoop en HOV 4, maatregelenpakket mobiliteitstransitie en het pakket HWN/OWN. Rijk en regio willen hier op het MIRT 2022 besluitvorming over laten plaatsvinden. Hierbij heeft het rijk richting de regio aangegeven dat zij de 1e betekenisvolle stap korte termijn maatregelenpakket mobiliteitstransitie voor de Brainport als «no regret» ziet en daar ook de benodigde financiële bijdrage aan zal leveren, uiterlijk bij het BO MIRT. Rijk en regio spreken kort na het zomerreces tijdens het BO-Brainport verder over de verstedelijkings- en mobiliteitsopgaven.

Rijk en regio hebben samen een adaptief verstedelijkingsakkoord voor het Stedelijk gebied Eindhoven (9 gemeenten) vastgesteld als basis voor de schaalsprong van de Brainport Eindhoven en als belangrijke stap in de doorontwikkeling van mainportstatus van de Brainport Eindhoven.

Limburg

Voor de Einstein Telescoop is het principe besluit genomen om een BGTS (Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking) op te richten, of tenminste een gelijkwaardig planologisch alternatief. Doel hiervan is dat Nederland, Wallonië en Vlaanderen binnen één gezamenlijke projectorganisatie uitvoering kunnen geven aan de procedures in de fysieke omgeving. Rijk en regio hebben besloten hiertoe in overleg te treden met de Belgische overheden teneinde op korte termijn gezamenlijk grensoverschrijdende afspraken tussen alle partners aan te gaan. Provincie Limburg neemt het voortouw ten aanzien van de planologische inpassing.

Het belang van het voortvarend aanpakken van de wateropgaven in Limburg is onderstreept. Specifiek is gesproken over de IRM pilots Vierwaarden en Maasoevers, waar de waterveiligheidopgaven in combinatie met andere opgaven waaronder scheepvaart kan worden aangepakt. Beide projecten worden in het BO MIRT dit najaar geagendeerd.

BO Leefomgeving landsdeel Zuidwest

Tijdens het BO Leefomgeving met landsdeel Zuidwest heb ik onder voorbehoud principe afspraken gemaakt over de 1e ronde versnellingsafspraken woningbouw en mobiliteit. In het landsdeel Zuidwest gaat het om onderstaande proposities:

  • Goes: Goese Schans

  • Dordrecht: Station Dordrecht (Maasterras en Spuiboulevard)

  • Leiden: Willem de Zwijgerlaan / De Zwijger

  • Nissewaard: metro-busstation Spijkenisse Centrum

Voor de volgende proposities zijn middelen gereserveerd onder voorbehoud dat kan worden voldaan aan een nader te bepalen percentage cofinanciering door gemeenten, provincies en/of de regio’s:

  • Hulst: Groote Kreek II

  • Schouwen-Duiveland: Zierikzee

  • Terneuzen: Othene Oost

  • Barendrecht: Stationstuinen

  • Capelle aan den IJssel: Rivium

  • Delft: Kop van de Buitenhof (Noord)

  • Delft: Schieoevers Kabeldistrict en Nieuwe Haven

  • Gorinchem: Arkelsedijk (fase 1 Vleugels van de stad)/ Lingewijk

  • Gouda: Versnelling programma Spoorzone

  • Maassluis: Hoekse Lijn

  • Rotterdam: Alexanderknoop

  • Rotterdam: Merwe-Vierhavens

  • Schiedam: Nieuw-Mathenesse

  • 's-Gravenhage: Binckhorst

  • 's-Gravenhage: Laakhaven Centraal

  • Westland: ONW

  • Zoetermeer: Binnenstad

  • Zwijndrecht: Stationskwartier

Met deze voorstellen kunnen in totaal 47.000 woningen versneld worden gerealiseerd met € 390 mln. aan mobiliteitsmaatregelen.

Woningbouwagenda Zeeland

De provincie Zeeland heeft een toelichting gegeven op haar woningbouwagenda. Alle Zeeuwse gemeenten en de Provincie Zeeland hebben zich in 2021 gecommitteerd aan de Zeeuwse Woonagenda die tot doel heeft om te komen tot een toekomstbestendige woningvoorraad die in 2040 in kwaliteit en kwantiteit 100% aansluit bij de vraag. De integrale aanpak die de Zeeuwse overheden daarbij hanteren kent 3 ambities: een toekomstbestendige woningvoorraad (o.a. de huidige woningvoorraad ihkv de energietransitie verduurzamen en levensloop bestendig maken), kwalitatief complementaire woningbouw en innovatieve & flexibele woonvormen. Daarbij gaat het met name om de herstructurerings- en verbeteropgave, transformatie van haven- en bedrijventerreinen naar woningbouw, werven van voldoende personele capaciteit en transformatie van leegstaande panden of functieverandering van bestaande panden. De Provincie Zeeland heeft aangegeven de Zeeuwse Woonagenda in combinatie met het provinciale bod ten aanzien van nieuwbouw gezamenlijk met het Rijk en de Zeeuwse gemeenten te willen hanteren als opmaat naar een te sluiten Zeeuwse Woondeal eind dit jaar.

Verstedelijking Zuid-Holland

De provincie Zuid-Holland heeft een grote verstedelijkingsopgave (wonen, werken, leren, voorzieningen). De afspraken over realisatie woningbouw in de Zuidelijke Randstad zijn vastgesteld in de woondeal Zuidelijke Randstad (2019) en het Integraal Verstedelijkingsakkoord Zuidelijke Randstad (2019) met wederkerige afspraken over verstedelijking /gebiedsontwikkeling én mobiliteit. Vanuit deze verstedelijkingsstrategie Zuidelijke Randstad van Rijk en regio te samen is de afspraak om tweederde deel van de totale woningbouwopgave van de provincie Zuid-Holland binnenstedelijk te accommoderen in NOVEX-verstedelijkingsgebied Zuidelijke Randstad met de Oude Lijn als backbone. Uit de (tussentijdse) evaluatie van dit Verstedelijkingsakkoord blijkt de kracht van dit akkoord als langjarige samenwerkingsagenda Rijk en regio. Rijk en regio hebben afgesproken om op het BO MIRT najaar 2022 een geactualiseerde integrale set afspraken te agenderen. Om te komen tot toekomstbestendige verstedelijking worden naast wederkerige afspraken over verstedelijking en bereikbaarheid ook concretere afspraken gemaakt op de thema’s Groen in en om de stad, klimaatadaptatie en energie. De wijze waarop (wat in Verstedelijkingsakkoord Zuidelijke Randstad als NOVEX-gebied en wat in Woondeals voor Zuid-Holland) zal richting het komende BO MIRT worden uitgekristalliseerd. De verstedelijkingsstrategie voor de Zuidelijke Randstad is bouwsteen van de verstedelijkingsstrategie voor heel Zuid-Holland. In het overleg zijn de uitgangspunten van de verstedelijkingsstrategie Zuid-Holland onderschreven en herbevestigd en wordt in een gezamenlijk proces tussen Rijk en regio toegewerkt naar inhoudelijke onderschrijving hiervan op het BO MIRT 2022.

Rijk en regio spreken af dat dit najaar de Startbeslissing definitief kan worden genomen voor de MIRT-verkenning Oude Lijn en de planuitwerking HOV corridors Randstadrail & metronet en de verkenning Bus Rapid Transport (BRT) Leiden-Zoetermeer als onderdeel van het gebiedsgericht programma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe). Voorafgaand aan de start van de verkenning worden voorstellen ontwikkeld door het Rijk hoe het financieel gat van € 501 miljoen (prijspeil 2021) te dichten en welke afspraken er tussen het Rijk en de regio gemaakt kunnen worden over kosten- en risicobeheersing met betrekking tot deze MIRT-verkenning. Eveneens is afgesproken dat de regio de woningbouwplannen in het verzorgingsgebied van de Oude Lijn en de regionale HOV-corridors (ca. 145.000 woningen) zal uitharden (waar worden welke woningen wanneer gebouwd).

Daarnaast spreken Rijk en regio af om in het BO MIRT najaar te besluiten over gedragen voorkeursoplossingen op basis van informatie uit de MIRT-verkenningen Oeververbindingen regio Rotterdam en CID Binckhorst. Deze besluitvorming wordt vormgegeven in (concept) Voorkeursbesluiten onder voorwaarde van instemming op regionaal en lokaal niveau, waarbij Rijk en regio afspraken maken over de bijdragen van de partijen om de voorkeursoplossingen te kunnen bekostigen. Daarbij geldt dat mogelijke financiële reservering van het Rijk, bovenop de al bestaande reserveringen voor zover deze ziet op een bijdrage uit de € 7,5 miljard voor ontsluiting woningbouw, geschiedt aan het daarvoor vastgestelde afweegkader. Er zal worden gewerkt aan het opstellen van afspraken over risico- en kostenbeheersing met betrekking tot de beide voorkeursoplossingen. De regio krijgt de gelegenheid om na het BO MIRT 2022 het (concept)Voorkeursbesluit en de daarbij behorende financiële afspraken te consulteren bij hun raden, staten en achterban. Indien er geen ingrijpende amendementen plaatsvinden op deze gemaakte BO MIRT-afspraken dit najaar kan er in het voorjaar van 2023 tot definitieve Voorkeursbeslissingen inclusief bestuurlijke afspraken over het vervolgtraject (bestuursovereenkomst) gekomen worden.

Omgevingsagenda Zuidwest

Ten slotte is afgesproken dat informatie die in het kader van het opstellen van de Omgevingsagenda Zuidwest is verzameld en de (tussen)producten die zijn ontwikkeld, optimaal worden benut. Zo zal de verdere uitwerking van de gebiedsopgave «Kust en Voordelta» onderdeel worden van het nieuwe ruimtelijk arrangement, waarbij wordt verbinding gezocht met het gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta en de gebiedsplannen van het NPLG. Voor het vervolg van de verkenning naar de integrale gebiedsgerichte aanpak voor stikstof, geluid e.d zal evenzeer worden aangesloten bij de ruimtelijke arrangementen en de NOVEX-gebieden. De samenwerking in de gebiedsgerichte aanpakken in de NOVEX-gebieden Zuidelijke Randstad, North Seaport District (NSPD), Haven Rotterdam en Groene Hart wordt voortgezet, geintensiveerd en doorontwikkeld. Zo zullen in NOVEX Rotterdam maatregelen worden ingezet gericht op het creëren van stikstofruimte dat nodig is voor de transitie naar een duurzame haven. Voor NOVEX North Sea Port District zal worden doorgepakt op de interbestuurlijke en grensoverschrijdende samenwerking met bijbehorende gebiedsgerichte integrale aanpak met aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving.

Tot slot

Ik kijk terug op constructieve bestuurlijke overleggen met de verschillende landsdelen. In het najaar staan de BO’s MIRT op het programma, waar nadere investeringsbeslissingen zullen worden genomen. Zoals in de inleiding vermeld zal ik u separaat informeren over de programma’s NOVEX en Mooi Nederland.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 34 682, nr. 92

X Noot
2

Voor de versnellingsafspraken gaat het om locaties met een omvang van minimaal 500 woningen. Grootschalige woningbouwlocaties daarbuiten hebben een minimale omvang van 200 woningen.

X Noot
3

Bovenplanse infrastructuur is infrastructuur die nodig is voor een gebiedsontwikkeling, maar die niet 100% toerekenbaar is aan die gebiedsontwikkeling zelf. Dit is het geval als een ingreep niet alleen (of slechts voor een deel) ten dienste staat van de gebiedsontwikkeling, maar daarnaast ook effect en invloed heeft op bestaande gebieden. Een voorbeeld hiervan is een rondweg die niet alleen de gebiedsontwikkeling ontsluit, maar ook andere bestaande wijken.

X Noot
4

Kamerstuk 35 925, A, nr. 36

X Noot
5

De middelen worden uitgekeerd via een specifieke uitkering, omdat er wederkerige afspraken zijn gemaakt tussen het Rijk en de ontvangers. Op grond van de Financiële-verhoudingswet is een specifieke uitkering dan de aangewezen manier om het geld te verstrekken.

X Noot
6

Metropoolregio Amsterdam, Zuidelijke Randstad, Stedelijk Brabant, Metropoolregio Utrecht, Regio Arnhem-Nijmegen-Foodvalley, Regio Zwolle en Regio Groningen-Assen.

X Noot
7

Amsterdam Havenstad, MRA-West, MRA-Oost, Rotterdam Oostflank, Den Haag CID-Binckhorst, Oude Lijn Leiden-Dordrecht, Utrecht Groot Merwede, Eindhoven Internationale knoop XL, de Brabantse stedenrij, Groningen Suikerunieterrein, Groningen Stadshavens, Nijmegen Stationsgebied, Nijmegen Kanaalzone, Zwolle Spoorzone en Amersfoort Spoor en A1-zone.

X Noot
8

Kamerstuk 35 925 A, nr. 51

X Noot
9

Kamerstuk 34 682, nr. 92

X Noot
10

Kamerstukken 35 925 A, nrs. 57 en 67

X Noot
11

Kamerstuk 35 925 A, nr. 68

X Noot
12

Kamerbrief «Aanbieding onderzoeken Amsterdam Bay Area» van 4 april 2022,

Kamerstuk 35 925 A, nr. 65

Naar boven