35 925 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2022

Nr. 57 MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER MOLEN EN MINHAS

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 11 april 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Lelylijn niet alleen de bereikbaarheid van het Noorden verbetert, maar ook een betere internationale treinverbinding met het noorden van Duitsland en Scandinavië omvat;

constaterende dat in het coalitieakkoord middelen zijn gereserveerd om op termijn met medefinanciering uit Europese fondsen de Lelylijn te kunnen aanleggen;

overwegende dat de regering onderzoekt of de Lelylijn bij de herziening van de TEN-T-verordening door Nederland kan worden opgevoerd om onderdeel van het TEN-T-netwerk te laten zijn en de Europese Commissie hier vervolgens over dient te besluiten;

overwegende dat in het Connecting Europe Facility-meerjarenwerkprogramma 2021–2023, de financiële pijler van het trans-Europese vervoersnetwerk, prioriteit wordt gegeven aan het verbeteren en aanleggen van grensoverschrijdende spoortracés;

verzoekt de regering bij opname in het TEN-T-netwerk de Lelylijn toe te voegen aan de lijst van projectvoorstellen die mogelijk in de periode 2021–2023 voor medefinanciering vanuit het CEF in aanmerking komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Molen

Minhas

Naar boven