Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34474 nr. 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34474 nr. 5 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2016
Bij Koninklijke boodschap van 12 mei 2016 is het wetsvoorstel ter nadere implementatie van de spoorwegveiligheidsrichtlijn1, de interoperabiliteitsrichtlijn2 en de herschikkingsrichtlijn tot instelling van één Europese spoorwegruimte3 bij u ingediend (Kamerstuk 34 474, nrs. 1 t/m 4). Deze richtlijnen vormen het regelgevend kader op het gebied van veiligheid en interoperabiliteit op het spoor en beschrijven onder meer het proces van vergunningverlening van spoorvoertuigen. De Europese Commissie heeft in 2014 geconstateerd dat de Spoorwegwet niet volledig in overeenstemming is met deze richtlijnen en heeft Nederland hiervoor in gebreke gesteld. Op 28 april jl. heeft de Europese Commissie aangekondigd naar het Hof van Justitie te stappen.
Ingebrekestellingen
De ingebrekestellingen betreffen kleine verschillen tussen de bepalingen in de richtlijnen en de Spoorwegwet. Het voorliggende wetsvoorstel herstelt de geconstateerde onvolkomenheden. Bij de spoorwegveiligheidsrichtlijn gaat het om de maximale termijn waarbinnen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) haar besluiten moet nemen bij onder andere de vergunningverlening. De Spoorwegwet sluit nu aan bij de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor geldt er een beslissingstermijn van acht weken, met daarbij een mogelijkheid tot verlenging. De richtlijn schrijft een maximale termijn van vier maanden voor. Het wetsvoorstel sluit hierbij aan. De ILT blijft er evenwel naar streven om geen gebruik te maken van deze ruimere termijn.
Bij de interoperabiliteitsrichtlijn gaat het om een explicieter onderscheid in vergunningen voor spoorvoertuigen die al dan niet volledig conform de Technische Specificaties voor Interoperabiliteit (TSI’s) zijn gebouwd. De richtlijn schrijft hierbij gescheiden procedures voor bij spoorvoertuigen die volledig conform de TSI’s zijn gebouwd en spoorvoertuigen die dat niet zijn. In de Spoorwegwet is dit onderscheid niet expliciet gemaakt. Er worden als gevolg van deze wijziging geen andere, of lichtere, eisen aan spoorvoertuigen gesteld dan nu.
Parlementaire Enquête Fyra en het Vierde Spoorwegpakket
In het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Fyra (Kamerstuk 33 678, nr. 11) zijn aanbevelingen gedaan op het gebied van vergunningverlening en de toepassing van het regelgevend kader door de ILT en de keuringinstanties. In de kabinetsreactie op het enquêterapport heb ik uiteengezet op welke wijze de aanbevelingen worden opgevolgd. Het voorliggende wetsvoorstel moet hier los van worden gezien; dat is bedoeld om bestaande onvolkomenheden in de Spoorwegwet op te lossen en het Nederlandse en Europese wettelijk kader beter op elkaar aan te laten sluiten.
Een bijkomend gegeven is dat beide richtlijnen onderdeel zijn van de technische pijler van het Vierde Spoorwegpakket en daarom zullen worden gewijzigd. Met het Vierde Spoorwegpakket wordt de systematiek van voertuigtoelating ingrijpend veranderd. De verantwoordelijkheid voor vergunningverlening van spoorvoertuigen die in meerdere landen worden toegelaten verschuift van de nationale veiligheidsinstanties (in Nederland de ILT) naar het Europese Spoorwegagentschap (ERA). De ERA zal hierbij wel een beroep blijven doen op de ILT. De praktische inrichting van deze verschuiving van taken en verantwoordelijkheden zal in de komende jaren worden vormgegeven in nader overleg tussen de ERA en de ILT. Mijn inzet hierbij is om te borgen dat toekomstige toelatingsprocedures in lijn zijn met de aanbevelingen van de enquêtecommissie.
Tot slot
De inwerkingtreding van deze nieuwe systematiek van het Vierde Spoorwegpakket is voorzien in 2019. Tot dat moment blijven de huidige richtlijnen van kracht. Ik hecht er belang aan dat de Spoorwegwet ook in deze overbruggingsperiode nauw aansluit bij het Europese kader. Eind 2015 heb ik aan de Europese Commissie laten weten mij hiervoor in te zetten en heb ik met de Europese Commissie een planning gedeeld. Desondanks heeft de Europese Commissie nu tot vervolgstappen besloten. Derhalve verzoek ik uw Kamer om een spoedige behandeling van het wetsvoorstel.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma
Richtlijn 2004/49/EG inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (PbEU 2004, L 64).
Richtlijn 2008/57/EG betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (herschikking) (PbEU 2008, L 191).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34474-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.