34 394 EU-trendrapport 2016

Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 14 juni 2016

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Financiën over het rapport van de Algemene Rekenkamer van 18 mei 2015 bij de Nationale verklaring 2016 (Kamerstuk 34 394, nr. 3).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 juni 2016. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Duisenberg

Adjunct-griffier van de commissie, Van den Eeden

Vraag 1: Kunt u een toelichting geven op de incidentele fout bij het Europees Vluchtelingenfonds (EVLF)?

Antwoord

De incidentele fout bij het Europees Vluchtelingenfonds is ontstaan door een interpretatieverschil tussen de Verantwoordelijke Autoriteit en de Auditautoriteit. Het gaat om het moment van betalen van ID kaarten die al geproduceerd waren maar nog niet op naam waren gesteld. De Verantwoordelijke Autoriteit interpreteerde daarmee de zaak als «geleverd» waar de Audit Autoriteit (bevestigd door de Certificeringsautoriteit) dit als fout aanmerkt. De geconstateerde fout is gecorrigeerd in de betaalaanvraag die is ingediend bij de Commissie. Tevens zijn werkafspraken gemaakt die een dergelijke fout in de toekomst moeten voorkomen.

Vraag 2: De Rekenkamer vraagt aandacht voor het tijdig indienen van declaraties; voorziet u problemen met het tijdig indienen van declaraties en wat doet u om problemen op dit punt te voorkomen? Worden de deadlines die door het kabinet in reactie op aanbeveling 4 worden gesteld gehaald?

Antwoord

Het tijdig indienen van de declaraties speelt een rol bij de structuurfondsen. Onderstaand geef ik per fonds de stand van zaken aan.

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

De Managementautoriteiten (MA), de Certificeringsautoriteit (CA) en de Auditautoriteit (AA) trachten gezamenlijk om zo snel mogelijk betaalaanvragen in te dienen, van een zo groot mogelijke omvang. Hiervoor vindt overleg plaats tussen de betrokken autoriteiten en worden de planningen op elkaar afgestemd om problemen op dit punt te voorkomen. MA Noord heeft de laatste betaalaanvraag al ingediend. In de komende periode zullen MA West, MA Zuid en MA Oost betaalaanvragen van aanzienlijke omvang bij de Europese Commissie declareren. Er worden geen problemen voorzien die een tijdige afronding voor de einddatum van 31 maart 2017 in gevaar brengen. De verwachting is dat de deadlines genoemd in de reactie op aanbeveling 4 worden gehaald.

Europees Visserij Fonds (EVF)

Er is bij het Europees Visserij Fonds met alle betrokken autoriteiten gewerkt aan een plan van aanpak voor afsluiting van het fonds. De MA ziet er op toe dat alle afgesproken deadlines in het plan van aanpak worden nageleefd. Maandelijks zal de voortgang van dit plan worden bewaakt. Ook zijn afspraken gemaakt over tijdige escalatie bij eventuele verschillen van inzicht. Volgens planning wordt de laatste betaalaanvraag in september 2016 ingediend bij de Europese Commissie.

Europees Sociaal Fonds (ESF)

Voor een tijdige indiening van de betaalaanvragen zijn strakke afspraken met de certificerings- en auditautoriteit gemaakt over de aanlevering en controle van informatie. Om tijdige indiening te waarborgen zijn ten aanzien van de afsluitende controlewerkzaamheden al voor het indienen van de einddeclaratie met de eindbegunstigde afspraken gemaakt voor het controlebezoek. Het Agentschap SZW heeft voorts een planningsfunctionaris aangesteld en de voortgang van de controle wordt continue gemonitord. Alle controlebezoeken voor de projecten uit ESF 2007–2013 zijn tijdig afgerond en de administratieve afhandeling verloopt conform planning. Waar nodig wordt extra capaciteit ingezet.

Vraag 3: Overweegt u meer verslag te geven over effectiviteit van EU-subsidies over 2016? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord

De relevante Europese wetgeving is momenteel gericht op compliance en op de werking van (controle-)systemen. Vanwege het belang van EU-conformiteit bij de besteding van EU middelen in Nederland, is dit uiteraard ook de focus van de Nederlandse overheid. Recentelijk heeft de Europese Commissie in Europees verband een initiatief opgericht genaamd «Budget for Results», waarbij naast compliance ook speciale aandacht wordt gevraagd voor effectiviteit en verslaglegging daarover. Dit is een relatief nieuw traject. Naar verwachting komt de Europese Commissie dit najaar met concrete voorstellen. Nederland zal daarin pleiten voor meer transparantie over bereikte resultaten. Ook participeert Nederland actief in de (tijdens ons Voorzitterschap voor het eerst bijeengekomen) expert meetings over Performance Based Budgeting. Nederland put uit vijftien jaar ervaring met performance budgeting (eerst VBTB en daarna «Verantwoord Begroten») en kan daardoor zowel de positieve elementen als de valkuilen inbrengen in de Europese discussie.

Naast Budget for Results, is er in fondsspecifieke EU-wetgeving voor de huidige periode al voorzien in meer verslaglegging over effectiviteit dan in de vorige MFK-periode. Ten aanzien van EFRO wordt de huidige periode (2014–2020) geëvalueerd op programmaniveau door de regionale managementautoriteiten. Daarbij wordt in 2018 een tussenevaluatie uitgevoerd waarbij ook wordt ingegaan op effectiviteit.

Vraag 4: Overweegt u afdrachten op te nemen in de Nationale Verklaring?

Antwoord

De regering streeft voortdurend naar meer transparantie omtrent de afdrachten in reguliere verantwoording. Zo is dit jaar een box opgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk met een toelichting inzake de systematiek van de afdrachten en is er een bijlage opgenomen bij het jaarverslag van buitenlandse zaken waarin de mutaties over 2015 worden toegelicht. De regering ziet geen aanleiding om de afdrachten op te nemen in de nationale verklaring, zoals uitgebreid is verwoord in een recente Kamerbrief, Kamerstukken Tweede Kamer (2013–2014), 33 523, nr. 12 .

Vraag 5: Is met het schrappen van natuurdoelen als voorwaarde voor subsidie het risico toegenomen op ineffectieve subsidies?

Antwoord

Tijdens haar onderzoek naar de Nationale Verklaring 2016 heeft de Algemene Rekenkamer bij het agrarisch -natuurbeheer (2000–2008) (veel) fouten geconstateerd bij het realiseren van natuurdoelen in beheervoorschriften. Deze fouten waren niet altijd door de beheerders te voorkomen omdat de gestelde natuurdoelen (bijvoorbeeld onkruidbestrijding) mede van externe factoren (zoals het weer) afhankelijk was.

Bij de herziening van het toenmalige subsidiestelsel in 2009 is besloten om de resultaatverplichting qua doelen te schrappen en om meer focus te leggen op de (beheer)activiteiten die moeten worden uitgevoerd. Uiteraard worden hierbij alleen activiteiten gesubsidieerd die een positieve bijdrage leveren aan de doelstellingen van dit fonds.

In 2016 is, in nauwe afstemming met de Europese Commissie, het stelsel nogmaals herzien.1 Met de doorgevoerde aanpassingen in het stelsel kunnen de externe effecten beter worden opgevangen en kunnen (beheer)activiteiten effectiever worden ingezet voor het doel waar de subsidie voor bedoeld is. Er is om deze reden geen sprake van een toename van het risico op ineffectieve subsidies. Wel biedt het stelsel hiermee betere mogelijkheden om tot een bredere integrale aanpak van agromilieubeheer te komen, wat de biodiversiteit versterkt.

Vraag 6: Gaat het lukken om het verlies van subsidiegelden uit het Europees Sociaal Fonds te voorkomen?

Antwoord

Het Ministerie van SZW streeft naar volledige benutting van de 830 miljoen euro ESF-budget van de programmaperiode 2007–2013, zonder dat sprake is van onder- of overbesteding. Op dit moment vindt de administratieve afhandeling plaats van de laatste projecten. De huidige stand van zaken wijst erop dat het ESF-budget volledig of nagenoeg volledig wordt benut.


X Noot
1

Dit is in lijn met het rapport van de Europese Rekenkamer «Is agromilieusteun goed opgezet en beheerd» (Speciaal verslag nr. 7/2011).

Naar boven