34 394 EU-trendrapport 2016

Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 juni 2016

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de brief van 18 mei 2015 inzake de Nationale Verklaring 2016 (Kamerstuk 34 394, nr. 2).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 juni 2016. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Duisenberg

Adjunct-griffier van de commissie, Van den Eeden

Vraag 1: Welke landen publiceren een Nationale Verklaring over 2015?

Antwoord

De volgende landen hebben over 2015 een Nationale Verklaring gepubliceerd: Denemarken, Zweden en Nederland.

Vraag 2: Hoeveel partijen maken aanspraak op gelden uit het Europees Visserij Fonds? Bevinden zich hiertussen vissers die gebruik maken van diepzeesleepnetten?

Antwoord

Alle partijen kunnen aanspraak maken op gelden uit het Europees Visserij Fonds, dus ook vissers die gebruik maken van diepzeesleepnetten. Het visserij fonds is bedoeld voor verduurzaming van de hele visserij sector.

Vraag 3: Waar is de verantwoordingstolerantie van 2% op gebaseerd?

Antwoord

De verantwoordingstolerantie van 2% is gebaseerd op het materialiteitsniveau dat de Europese Rekenkamer hanteert bij de controle van het jaarverslag van de Europese Commissie. Deze materialiteitsgrens hanteert de Commissie zelf ook en is opgenomen in uitvoeringsverordeningen en EC richtlijnen ten aanzien van de controle-aanpak en steekproefevaluatie voor de controle op EU-fondsen.

Vraag 4: Bij het ESF zijn zes vermoedens van fraude gemeld; wat voor soort fraude betreft het?

Antwoord

Ten aanzien van vijf gevallen betreft het een vermoeden van valsheid in geschrifte. Ten aanzien van één geval betreft het een vermoeden van het opvoeren van niet-gemaakte kosten in de einddeclaratie.

Naar boven