Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34384 nr. 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34384 nr. 5 |
Vastgesteld 15 februari 2016
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave |
blz. |
|
I |
Algemeen |
2 |
1. |
Achtergrond van het wetsvoorstel |
2 |
2. |
Registratie van kiezers buitenland in andere landen in Europa |
4 |
3. |
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel |
4 |
3.1. |
Het verzoek tot registratie |
4 |
3.2 |
De beslissing op het verzoek |
5 |
3.3. |
Inlichtingen en wijziging van de registratie |
5 |
3.4. |
Bewijs van Nederlanderschap bij het uitbrengen van de briefstem |
7 |
3.5. |
Stemmen per brief door Nederlanders die tijdelijk in het buitenland verblijven |
7 |
4. |
Uitvoerbaarheid, financiële gevolgen en administratieve lasten |
7 |
4.1. |
Uitvoerbaarheid |
7 |
4.2. |
Financiële gevolgen |
8 |
5. |
Consultatie |
8 |
5.1. |
Advies Kiesraad |
8 |
5.2. |
Adviezen gemeente Den Haag, VNG en NVVB |
8 |
II |
Artikelsgewijs |
9 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met veel belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Kieswet in verband met het tot stand brengen van een permanente kiezersregistratie niet-ingezetenen. Graag willen zij enkele opmerkingen maken en de regering een aantal vragen voorleggen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel dat – kortweg – de permanente registratie als kiezer van Nederlanders in het buitenland mogelijk maakt. Deze leden delen het voornemen om het stemmen vanuit het buitenland eenvoudiger te maken en kunnen zich dus ook in de doelstelling van het voorliggend wetsvoorstel vinden. Wel hebben de aan het woord zijnde leden enkele vragen over de praktische uitwerking.
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het voorstel om een permanente kiezersregistratie voor niet-ingezetenen mogelijk te maken en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden steunen het streven van de regering om deelname van niet-ingezetenen aan verkiezingen te vergemak-kelijken en op die manier wellicht ook te vergroten.
Het doet de leden van de D66-fractie vreugd dat het Nederlanders in het buitenland makkelijker gemaakt wordt van hun kiesrecht gebruik te maken. Een permanente kiezersregistratie helpt daarin aanzienlijk ten opzichte van de huidige situatie waarin voor elke verkiezing een aparte registratie nodig is. Desondanks hebben deze leden enkele vragen over het wetsvoorstel.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisge-nomen van het wetsvoorstel inzake permanente kiezersregistratie niet-ingezetenen. Zij hebben nog een enkele vraag over het delegeren van de beslistermijnen, in aansluiting op opmerkingen daarover van de Raad van State en de Kiesraad.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel om te komen tot een permanente kiezersregistratie van niet-ingezetenen. Zij steunen de gedachte van dit voorstel, maar hebben hierover nog wel enkele vragen.
Achtergrond
De leden van de VVD-fractie pleiten er al geruime tijd voor om het Nederlanders in het buitenland gemakkelijker te maken om hun stem uit te brengen. Zij wijzen onder meer op het Initiatiefwetsvoorstel van het lid Taverne dat onder andere grondslagen creëert om stemmen via het internet voor kiezers die buiten Nederland verblijven mogelijk te maken (TK 33 354). Zij zijn hier nog steeds een voorstander van en spreken de hoop uit dat dat over niet al te lange tijd betrouwbaar en veilig mogelijk is. De leden van de VVD-fractie kijken dan ook met belangstelling uit naar de resultaten van de test die in de periode september tot december zal worden gehouden. Zij vragen de regering naar de stand van zaken met betrekking tot de voorbereiding van de te houden test. Zijn er inmiddels leveranciers die hun stemdienst aan een test willen onderwerpen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Het voorgaande neemt niet weg, dat onder de huidige omstandigheden het onderhavige wetsvoorstel een verbetering voor de Nederlanders in het buitenland is. Er wordt terecht geklaagd over de huidige procedure die omslachtig is, zo menen de leden van de VVD-fractie. Het is dan ook een goede zaak dat er een permanente kiezersregistratie voor de Nederlanders in het buitenland wordt opgezet en dat mensen die willen stemmen voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement, alsmede aan een referendum mee willen doen, zich niet elke keer weer hoeven te laten registreren. Zij spreken de hoop uit dat reeds met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 het register een feit zal zijn. Zijn de voorbereidingen, inclusief de ICT-voorzieningen, los van de parlementaire behandeling, zover dat dit ook echt kan, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat niet-ingezetenen ook zonder registratie inleidende en definitieve verzoeken voor het houden van referenda kunnen indienen, maar dat zij om hun stem bij referenda uit te brengen wel moeten zijn geregistreerd. Wat is de reden van dat verschil? Waarom is voor het uitbrengen van de stem wel registratie nodig en voor inleidende en definitieve verzoeken niet? Ligt het niet voor de hand om daar één lijn in te trekken, en wel in die zin dat ook voor inleidende en definitieve verzoeken voor het houden van referenda registratie nodig is? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De leden van de D66-fractie merken op dat in enkele onderdelen van de toe-lichting de regering slechts spreekt over het afschaffen van de registratie voor elke verkiezing van de Tweede Kamer en het Europees Parlement. Zij nemen aan dat de regering hier per abuis het referendum is vergeten te vermelden, en dat permanent geregistreerde kiezers zich daar niet afzonderlijk voor referenda hoeven te registreren. Omwille van het wegnemen van elke onduidelijkheid zouden deze leden hier graag ondubbelzinnige bevestiging van krijgen.
De leden van de D66-fractie lezen in de toelichting dat bij de evaluatie van de verkiezingen vragen en klachten zijn binnengekomen over de administratieve lasten. Kan de regering de hoeveelheid klachten nader toelichten evenals de inhoud ervan?
De leden van de D66-fractie merken op dat de regering ernaar streeft de permanente registratie bij de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2017 gereed te hebben. Deze leden zouden graag een exact tijdpad verkrijgen van welke voorbereidingshandeling daarvoor op welk moment genomen moeten worden, opdat zij en Nederlanders in het buitenland de voortgang kunnen volgen.
Aanleiding en doel
In de memorie van toelichting staat dat na het zogenaamde overgangsjaar de gegevens om een uitnodiging tot registratie te sturen, worden ontleend aan de (nieuwe gegevens uit de) registratie van niet-ingezetenen binnen de BRP. Wat betekent dit concreet? Betekent dit dat als een persoon «nieuw» in het register niet-ingezetenen komt er een bericht naar diegene gaat, dat hij zich kan laten registreren in het permanente register? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag bij het huidige stelsel van registratie. In de toelichting wordt aangegeven dat het aantal stemmen uit het buitenland varieert tussen 20.000 en ruim 50.000 stemmen. Kan inzichtelijk worden gemaakt hoeveel registraties er in de praktijk ongeveer gedaan worden? Wijkt dit aantal sterk af van het aantal uitgebrachte stemmen? Zo ja, is het bekend wat hiervan de achtergrond is?
Stemmen in het buitenland kan op diverse manieren. Kan worden aangegeven hoe het stemmen in de praktijk gebeurt en hoe vaak er gebruik gemaakt wordt van de verschillende methoden?
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kiezersregistraties in andere Europese landen. Naar aanleiding daarvan zijn de leden van de SP-fractie benieuwd naar de overwegingen om in Nederland geen maximale termijn aan de registratie voor kiezers in het buitenland te stellen, zoals onder andere in het Verenigd Koninkrijk.
De leden van de D66-fractie zien in het overzicht met de wijze van registreren en stemmen voor in het buitenland verblijvende onderdanen van andere landen dat daar veelal ook de optie is opengesteld om te stemmen op een ambassade of een consulaat. Het voorliggende wetsvoorstel gaat daar nog niet toe over, daarbij blijft briefstemmen de basis. Heeft de regering in het kader van dit wetsvoorstel, mede in acht nemende het doel uit het regeerakkoord om stemmen vanuit het buitenland makkelijker te maken, dat overwogen? Zo ja, wat is daaruit gekomen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie zouden graag een tabelmatig overzicht van de verschillende termijnen opgenomen in het wetsvoorstel willen krijgen en waar mogelijk vergeleken met relevante termijnen die nu reeds in de Kieswet staan.
De leden van de VVD lezen dat het ondertekende verzoek tot registratie met het bewijs van Nederlanderschap per post of in gescande vorm per e-mail kan worden ingediend bij de gemeente Den Haag. De regering stelt, dat nu de elektronische weg is opengesteld voor het rechtstreeks indienen van het verzoek bij de gemeente Den Haag niet ook de elektronische weg opengesteld hoeft te worden voor indiening bij het hoofd van de consulaire post dan wel de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Maar wat gebeurt er met het verzoek als iemand toch het verzoek bij een consulaire post dan wel de vertegenwoordiger indient? Wordt dit dan doorgestuurd naar de gemeente Den Haag? Of wordt het naar de verzoeker teruggestuurd met de mededeling dat het verzoek niet op de juiste plaats terecht is gekomen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Het verzoek tot registratie moet uiterlijk zes weken voor de dag van de stemming worden gedaan. De leden van de SGP-fractie vragen hoe zich dit verhoudt tot de termijn voor kandidaatstelling bij verkiezingen. Dat is met name bij onvoorziene, vervroegde verkiezingen van belang. Is er dan nog voldoende tijd om de registratie te doen, dan wel wijzigingen aan te brengen? Hoe verhouden deze termijnen van zes en negen weken zich tot de huidige termijnen voor registratie?
De termijn zal in het eerste jaar van inwerkingtreding langer zijn. Aan welke termijn moet hierbij worden gedacht? Hoe verhoudt zich dit tot eventuele vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer?
Het zou kunnen voorkomen dat mensen zich alleen willen registreren voor de Tweede Kamerverkiezingen of alleen voor het Europees Parlement. Is dit binnen de wettelijke regels mogelijk of is een registratie automatisch voor elke verkiezing? Zo ja, hoe verhoudt zich dit dan tot de zinsnede op blz. 4 van de toelichting «permanente registratie voor het soort verkiezingen dat hij heeft opgegeven»? Waar blijkt dit uit het wetsvoorstel?
Ook bij de laatste verkiezingen hebben mensen zich geregistreerd. De leden van de SGP-fractie vragen zich af of het mogelijk is dat deze registratie mede wordt gezien als verzoekt tot permanente registratie, waarbij mensen eventueel desgewenst aan kunnen geven dat zij dat niet wensen. Is dit ook overwogen? Zou dit in het eerste jaar geen verlichting van de administratieve lasten betekenen?
De leden van de CDA-fractie merken op dat er zorgvuldig omgegaan dient te worden met de termijnen die gelden rond afwijzing van registratie. Hoe waarborgt de regering dat er voldoende tijd is om tegen afwijzing in beroep te gaan?
De leden van de SGP-fractie vragen of het ook mogelijk is om te kiezen voor een tijdelijke opschorting van de registratie indien iemand tijdelijk (bijvoorbeeld vanwege verlof of ziekte) terugkeert naar Nederland en hij zich daarom inschrijft bij de gemeente waar hij verblijft. Of is het zo dat de registratie in dat geval vervalt?
Nu het register niet-ingezetenen bevat die óf voor de Tweede Kamer óf voor het Europees Parlement óf bij referenda hun stem mogen uitbrengen, dan wel bij al deze gelegenheden hun stem mogen uitbrengen, is het voor de leden van de VVD-fractie de vraag hoe sluitend dit systeem is. Hoe wordt bijvoorbeeld voorkomen dat iemand die alleen zijn stem bij Tweede Kamerverkiezingen mag uitbrengen, niet ook een oproep voor verkiezingen voor het Europees Parlement krijgt, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Om aan verkiezingen deel te kunnen nemen moet een verzoek uiterlijk «zes weken» voor de dag der stemming door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag zijn ontvangen. Een geregistreerde heeft ook de mogelijkheid om zijn gegevens in het register te wijzigen. Om dan aan de verkiezingen deel te kunnen nemen, moet het verzoek uiterlijk «negen weken» van te voren zijn ingediend. Waarop zijn de termijnen van zes respectievelijk negen weken gebaseerd? Waarom is er sprake van een verschil in termijnen? Waarom is er meer tijd nodig voor het wijzigen van gegevens dan voor een eerste opname in het register? Ook de Kiesraad heeft aandacht voor het verschil in termijnen gevraagd. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
In de memorie van toelichting staat dat gegevens in het register worden gewijzigd naar aanleiding van mutaties in de BRP. Wat betekent dit voor de Nederlander in het buitenland? Hoeft hij dan zelf helemaal geen gegevens meer door te geven, met uitzondering van nieuwe adresgegevens? In hoeverre kan iemand in het buitenland er van op aan dat mutaties in de BRP ook daadwerkelijk in het permanente register terechtkomen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de permanente registratie als kiezer vooral uitgaat van de opgave van die kiezer op het moment dat hij zich laat registreren. Dat betekent ook dat niet langer, zoals nu nog het geval is, bij iedere verkiezing er een moment is waarop getoetst wordt of de in het buitenland verblijvende kiezer nog op het adres woont dat hij bij zijn permanente registratie heeft opgegeven of dat hij nog in leven is. De enige waarborg in het systeem lijkt te zijn dat mutaties in de Basisregistratie Personen verwerkt worden in het register van buitenlandse kiesgerechtigden. Deelt de regering deze mening? Zo nee, welke waarborgen ziet u dan nog meer? Hoeveel van de naar schatting 700.000 tot 1 miljoen Nederlanders in het buitenland hebben een band met Nederland op grond waarvan zij in het BRP bekend staan?
Begrijpen de leden van de PvdA-fractie het goed dat indien kiesgerechtigde Nederlanders in het buitenland verzuimen zelf wijzigingen door te geven dat daardoor het register van permanent geregistreerde kiezers weleens fouten zou kunnen gaan bevatten? Zo ja, wat kan de regering hiertegen doen? Zo nee, waarom niet? De leden van de PvdA-fractie zijn bijvoorbeeld bevreesd dat indien een Nederlandse kiesgerechtigde in het buitenland binnen dat buitenland verhuist, dat dat niet altijd verwerkt zal worden in het register van kiesgerechtigden. Hoe ziet de regering dit probleem? Acht de regering het mogelijk dat er stembescheiden op een buitenlands adres bezorgd worden terwijl de kiesgerechtigde Nederlander daar niet meer woont? Zo ja, ziet ook de regering dit als een probleem en wat gaat zij daaraan doen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie vragen hoe voorkomen gaat worden dat het systeem vervuild raakt met oude adressen van kiesgerechtigden die verzaken hun verhuizing door te geven. Dit met het risico dat stembiljetten alsnog op relatief grote schaal naar adressen wordt gestuurd waar de stemgerechtigde niet meer verblijft.
De leden van de D66-fractie vragen zich af of de regering voornemens is bij migratie naar het buitenland, bij het verlengen van hun paspoort of bij het afronden van een DigiD-aanvraag bij een aangewezen gemeente of consulaire post mogelijk is de registratie in het permanente kiezersregister aan de orde te stellen. Dan bevorderd de vulling van het register en vergroot het gemak voor deze Nederlanders. In het kader van het vergemakkelijken van het proces vragen deze leden zich ook af waarom er een brief of mail naar de gemeente Den Haag gestuurd moet worden door betrokkene om inzicht te krijgen in zijn of haar registratie in het permanente kiezersregister. Waarom kunnen deze gegevens niet gekoppeld worden aan de persoonlijke pagina van deze persoon op mijn.overheid.nl?
De leden van de SGP-fractie vinden het van groot belang dat de registratie zo actueel mogelijk blijft. Hoe wordt voorkomen dat er bijvoorbeeld overleden personen of personen van wie intussen het Nederlanderschap is ingetrokken toch stembescheiden krijgen en stemmen (of voor hen gestemd kan worden)?
Wijziging dient plaats te vinden, zo lezen de leden van de SGP-fractie, uiterlijk negen weken voor de dag van stemming. De Kiesraad suggereert hierbij dat kiezers in de periode tussen negen en zes weken om die reden mogelijk besluiten om hun registratie in te trekken en vervolgens een nieuwe registratie te doen om toch nog later wijzigingen door te voeren. Is dit volgens de regering mogelijk? Tot welke termijn kan een registratie worden ingetrokken? Moet dit gezien worden als wijziging (dus maximaal negen weken) of geldt hiervoor een andere termijn? Moet omzeilen van de procedure niet worden voorkomen?
Dit roept ook de vraag op of de termijnen wel verschillend moeten zijn. Zou er niet beter voor één termijn gekozen kunnen worden? En als er dan toch een verschillende termijn gekozen wordt, zou het dan niet beter zijn om de mogelijkheid om wijzigingen te melden later te laten vallen dan de mogelijkheid om nieuw te registreren?
De leden van de D66-fractie merken op dat de registratie vervalt wanneer iemands Nederlanderschap verloren gaat. Zij vragen zich af hoe dat verlies wordt bijgehouden, omdat het nu nog voorkomt dat het verlies van Nederlanderschap pas door de overheid opgemerkt wordt bij de aanvraag van een nieuw paspoort door betrokkene. Indien het Nederlanderschap verloren gaat snel na het aanvragen van een paspoort, zou dat betekenen dat iemand mogelijk nog bijna tien jaar kiesrecht kan uitoefenen zonder daartoe gerechtigd te zijn. Hoe gaat het meesturen bij elke stemuitoefening van een kopie van het paspoort bijdragen aan het tegengaan hiervan? Aan de hand van een kopie van het paspoort kan immers niet worden vastgesteld of iemand ondertussen bijvoorbeeld vrijwillig een andere nationaliteit heeft aangenomen zonder dit te melden.
Bij iedere verkiezing dient een bewijs van Nederlanderschap mee te worden gestuurd met de stembescheiden. De leden van de SGP-fractie begrijpen de redenen hiervoor, maar vragen zich af hoe dit zich verhoudt tot het stemgeheim. Hoe kan worden voorkomen dat duidelijk is op welke partij iemand een stem heeft uitgebracht? Hoe wordt het stemgeheim praktisch gezien gewaarborgd?
De leden van de CDA-fractie hechten aan de mogelijkheid die de Kieswet biedt, dat militairen op missie gebruik kunnen maken van hun kiesrecht. Levert het voorliggende wetsvoorstel ook voor hen vereenvoudiging van de registratieprocedure op, zo vragen deze leden.
In tegenstelling tot wat tot nu toe gebruikelijk was, is bij tijdelijk verblijf in het buitenland niet langer de burgemeester van de gemeente waar een stemgerechtigde staat ingeschreven de persoon bij wie een verzoek moet worden ingediend. De leden van de SGP-fractie vragen of er – indien mensen onverhoopt toch hun verzoek bij de «eigen» burgemeester indienen – een doorzendverplichting bestaat voor deze burgemeester
Het valt de leden van de PvdA-fractie op dat de regering op geen enkele wijze kan voorspellen hoeveel Nederlanders die in het buitenland wonen daadwerkelijk in de nieuwe permanente registratie opgenomen zullen worden. Het valt deze leden ook op dat de regering alleen maar kan schatten dat er waarschijnlijk tussen de 700.000 en 1 miljoen Nederlanders in het buitenland wonen. Moeten de leden van de PvdA-fractie hier uit opmaken dat het de regering niet bekend is wat de gevolgen van het voorliggend wetsvoorstel kunnen zijn als het om het aantal stemmen vanuit het buitenland gaat? Zo nee, waar blijkt het tegendeel uit? Is het de regering wel bekend of er Nederlanders in het buitenland nu niet gaan stemmen omdat zij zich bij iedere verkiezing opnieuw moeten registreren? En is het bekend dat er concrete behoefte bestaat bij die potentiële kiezers aan een permanent register? Waaruit blijkt dat het aantal geregistreerde kiezers bij de invoering van een permanent registratie veel groter zal zijn dan nu het geval is?
De leden van de SP-fractie hebben met enige verbazing gelezen dat het niet precies bekend is hoeveel Nederlanders er in het buitenland verblijven en dat daarbij de schattingen uiteen lopen van 700.000 tot een 1.000.000. De leden van de SP-fractie vragen zich dan ook af hoe deze mensen bereikt worden om zich te gaan registreren als kiesgerechtigde. Vooral omdat de kosten van het aanschrijven van deze mensen, als het er 700.000 zijn, € 1,3 mln. bedragen.
Deze leden vragen ook of het veilig wordt geacht stembiljetten via e-mail aan de kiesgerechtigde te verzenden.
In hoeverre krijgt de gemeente Den Haag de extra kosten, die straks voortvloeien uit de nieuwe wet, vergoed, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Met de Raad van State hechten de leden van de CDA-fractie aan terughou-dendheid ten aanzien van delegatie van kiesregelgeving. Deze leden vragen de regering te verduidelijken op welke gronden hij delegatie in de bedoelde twee gevallen niettemin als gerechtvaardigd beschouwt.
De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat de regering in reactie op het advies van de Raad van State om de beslistermijnen op wetsniveau vast te leggen vooral betoogt waarom het mogelijk is deze elementen te delegeren. Deze leden zijn echter juist benieuwd naar de dragende motivatie daarvan. Waarom is het noodzakelijk de beslistermijnen te delegeren en niet mogelijk die op wetsniveau vast te leggen?
Deze leden wijzen er in deze context op dat sinds 2010 het aantal algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen sterk lijkt te zijn toegenomen en daarmee meer regelgeving zich deels onttrekt aan het zicht van het parlement. Deelt de regering de opvatting dat, hoewel gedelegeerde of lagere regelgeving op zichzelf een belangrijk middel is, het in algemene zin, maar in het bijzonder rond het kiesrecht, aangewezen is daarin terughoudendheid te betrachten?
De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat de regering wijst op de mogelijkheid dat ervaringen met de (nieuwe) permanente registratie snel wijziging kunnen nodig maken van eerder vastgelegde beslistermijnen. Kan de regering nader toelichten waarom ze dat verwacht?
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de praktische aanbevelingen van de burgemeester van Den Haag en de Kiesraad om allereerst de minimum registratieleeftijd van niet-ingezetenen te verlagen naar 17 jaar zodat registratie tijdig voor verkiezingen kan plaatsvinden. Betekent dit dat een kiezer die op de dag van stemming 18 wordt toch kan stemmen?
Met het oog op het feit dat steeds meer Nederlanders zich vestigen in andere EU-lidstaten onderschrijven de leden van de CDA-fractie de aanbeveling van de burgemeester van Den Haag om briefstembureaus te vestigen in alle lidstaten van de EU. Deelt de regering de verwachting, dat de opkomst met deze maatregel zal toenemen?
De leden van de CDA-fractie vragen voorts, op welke wijze wordt voorkomen dat Nederlanders die in een andere EU-lidstaat wonen, bij de Europese verkiezingen tweemaal hun stem kunnen uitbrengen.
Ten slotte wordt voor niet-ingezetenen die niet ten minste tien jaar in Neder-land hebben gewoond maar wel werken in de Openbare Dienst op Aruba, Bonaire of Curaçao door de burgemeester van Den Haag aanbevolen om hen bij het terugzenden van de stembescheiden tevens een verklaring van de regering mee te laten zenden, die bevestigt dat zij op het moment van de verkiezingen inderdaad nog werkzaam waren voor de Openbare Dienst. Is de regering bereid deze aanbevelingen op te volgen, zo vragen de leden van de CDA-fractie.
De leden van de SGP-fractie vragen zich af wat de precieze achtergrond is van het meesturen van een actuele verklaring dat mensen in Nederlandse openbare dienst zijn. Wordt hiermee bedoeld het meesturen van een kopie van een identiteitsbewijs? Waarvoor is dit nodig?
Artikel I
Artikel D 2
De leden van de VVD-fractie lezen dat het nieuw voorgestelde artikel D 2 zo is geformuleerd dat niet het registreren van de kiesgerechtigheid van personen als uitgangspunt is genomen, maar het registreren van personen aan wie op grond van artikel B 1 kiesrecht toekomt en daarvan op grond van artikel B 5 niet zijn uitgesloten. Hoe groot is de kans dat iemand bij registratie aan de criteria om deel te nemen aan de verkiezingen voldoet, maar later, als hij zijn stem uitbrengt, niet meer? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Artikel D9
In dit artikel wordt gesteld dat de AMvB onder meer over enkele thema’s kan gaan. De leden van de SGP-fractie vragen waarom er is gekozen voor een dergelijke onbepaalde formulering. Zijn er voornemens om voor meer thema’s regels te stellen?
Artikel M11
In dit artikel is een regeling gegeven voor het omgaan met stembescheiden. Het valt de leden van de SGP-fractie op dat een stembiljet terzijde wordt gelegd als er twee of meer stembiljetten of enveloppen zijn samengevoegd. Waarom is hiervoor gekozen? Is het risico niet aanwezig dat bijvoorbeeld een echtpaar, met meerderjarige kinderen, hun stembiljetten in één envelop opstuurt? Waarom zouden die stemmen vervolgens ongeldig dienen te zijn?
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34384-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.