34 348 Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings-, winnings- en opslagvergunningen)

Nr. 106 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2016

Hierbij reageer ik voorafgaand aan de stemmingen over wetsvoorstel 34 348 (wetsvoorstel Mijnbouw veiligheid en regie) op het na de behandeling ingediende amendement van het lid Smaling (SP) met Kamerstuk 34 348, nr. 104.

Het lid Smaling beoogt met amendement (Kamerstuk 34 348, nr. 104) te regelen dat bij het winningsplan de uitkomsten van een op wetenschappelijk verantwoorde wijze uitgevoerde nulmeting worden gevoegd. Alhoewel ik niet tegen een nulmeting als zodanig ben, regelt dit amendement dit niet op de juiste manier. Zoals ik tijdens de behandeling heb aangegeven is het belangrijk dat het om een representatieve nulmeting gaat. Dit ontbreekt in het amendement. Daarnaast verdient het de voorkeur om in het instemmingsbesluit met het winningsplan een voorschrift op te nemen waarmee een representatieve nulmeting wordt vereist. Zo kan eerst beoordeeld worden of sprake is van risico op schade en wat het effectgebied daarvan is, voordat een representatieve nulmeting wordt voorgeschreven. Zoals ik tijdens de eerste termijn van de wetsbehandeling heb toegezegd (Handelingen II 2015/16, nr. 102, Gaswinning Groningen), zal ik de uitvoering van een representatieve nulmeting bij nieuwe winning uit kleine velden uitwerken en daarbij ook de ervaringen in Friesland betrekken. Ik zal uw Kamer hier voor het einde van het jaar over informeren.

Ik ontraad daarom amendement Kamerstuk 34 348, nr. 104.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven