34 331 Aanpassing van onder meer de Wet studiefinanciering BES met het oog op codificatie van de ontstane uitvoeringspraktijk van de studiefinanciering BES, verruiming van het toepassingsbereik van de studiefinanciering BES naar Canada en doorvoering van diverse technische verbeteringen en kleine beleidsmatige wijzigingen (Aanpassingswet studiefinanciering BES)

Nr. 19 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN ROG EN DUISENBERG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 13

Ontvangen 20 december 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel V wordt voor onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

A

In artikel 3.27, tweede lid, komt de eerste volzin te luiden: Bij het ten onrechte beschikken over een op een OV-chipkaart geladen reisproduct, is degene aan wie het reisrecht is toegekend een bedrag verschuldigd van:

  • a. € 75,00 per halve kalendermaand of deel van een halve kalendermaand, voor zover het de eerste twee halve kalendermaanden, of delen daarvan, betreft, en

  • b. € 150,00 per halve kalendermaand of deel van een halve kalendermaand, voor zover het de derde en daaropvolgende halve kalendermaanden, of delen daarvan, betreft;

ongeacht of gebruik is gemaakt van het reisrecht.

II

In artikel V wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

C

In artikel 11.1, eerste lid, wordt vóór «4.7» ingevoegd: 3.27, tweede lid,.

III

Artikel VI wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «subonderdeel 2» een zinsnede ingevoegd, luidende: , en artikel V, onderdelen A en C,».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Artikel V, onderdelen A en C, treden in werking met ingang van 1 januari 2018.

Toelichting

In de tweede nota van wijziging (kamerstuknr 34 331, nr. 12) is het artikel dat de verhoging van de vordering voor het onterechte bezit van de OV-kaart regelde (Artikel V, onderdeel A), uit het wetsvoorstel gehaald. De reden hiervoor is dat er onvoldoende grond bestaat om het bedrag dat oud-studenten verschuldigd zijn te verhogen naar € 150,– per halve maand.

De indieners herintroduceren met dit amendement het betreffende artikel in de wet. De indieners zijn van mening dat het onterecht behouden van het studentenreisproduct niet aanvaardbaar is. De eerste verantwoordelijkheid om deze stop te zetten ligt namelijk bij de gebruiker. Het verhogen van de boete is waarschijnlijk het meest effectief. Uit onderzoek van ResearchNed blijkt namelijk dat de voornaamste reden voor (oud-)studerenden om hun reisproduct tijdig stop te zetten was dat zij een hoge vordering wilden vermijden. Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat het strategische misbruik beperkt blijft tot 10%.

De indieners stellen daarom voor om de boete voor de eerste twee halve maanden te verlagen naar € 75 euro per halve maand en de boete vanaf de derde halve maand te verhogen naar € 150 euro. Tevens wordt het boetebedrag geïndexeerd. De wijziging gaat in per 1 januari 2018 om de verbetering van de communicatie rondom het stopzetten van de OV-kaart meer tijd te gunnen.

Rog Duisenberg

Naar boven