34 236 Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU 2012, L 315)

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG

Ontvangen 15 maart 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel I een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ia

In artikel 116, eerste lid, wordt na «doet hij het voorwerp» ingevoegd: onverwijld.

Toelichting

In artikel 15 van de onderhavige richtlijn is bepaald dat in beslag genomen goederen onverwijld dienen te worden teruggeven aan het slachtoffer. De regering heeft dit niet overgenomen in artikel 116 van het Wetboek van Strafvordering bij de implementatie van de richtlijn.

De indiener vindt dat een gemiste kans. Slachtofferhulp Nederland geeft in haar consultatie-advies terecht aan dat in de huidige praktijk de teruggave van spullen aan slachtoffers vaak onnodig lang duurt.

Krachtens het voorgestelde artikel 51aa heeft het Openbaar Ministerie de plicht het slachtoffer correct te bejegen. Het spreekt dan ook vanzelf dat getracht wordt inbeslaggenomen goederen zo spoedig mogelijk weer bij de rechtmatige eigenaar, zoals het slachtoffer, te bezorgen. Vanwege de gewenste aansporing in de praktijk op dit punt lijkt de indiener het zinvol de richtlijn op dit punt dan ook zo volledig mogelijk te implementeren. Daartoe strekt dan ook dit amendement.

Van Toorenburg

Naar boven