Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 34104 nr. 342 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 34104 nr. 342 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2021
Op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor ieder kalenderjaar het bedrag vast dat in dat kalenderjaar beschikbaar is voor op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) verzekerde zorg.
In mijn brief van 2 juli 2021 aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)1 heb ik het voorlopige kader voor de Wlz in 2022 bekend gemaakt. Deze voorlopige kaderbrief Wlz 2022 (hierna: voorlopige kaderbrief) was onder voorbehoud van de politieke besluitvorming over de begroting 2022 die op Prinsjesdag aan het parlement is gepresenteerd. Met de voorliggende brief maak ik het definitieve Wlz-kader voor het jaar 2022 bekend bij de Eerste en Tweede Kamer, en bij de NZa.
De basis voor het Wlz-kader 2022 wordt gevormd door het Wlz-kader 2021. Inmiddels heeft de NZa haar augustusbrief uitgebracht over de toereikendheid van het Wlz-kader 2021 met een doorkijk op het terrein van ggz-wonen voor het jaar 20222. In deze brief reageer ik op de augustusbrief. Deze brief stuur ik in afschrift naar de NZa.
Tabel 1 geeft de opbouw van het Wlz-kader 2021 sinds de voorlopige kaderbrief. Per saldo bedraagt het geactualiseerde Wlz-kader voor 2021 hiermee € 27.733 miljoen.
Tabel 1: ontwikkeling Wlz-kader 2021 sinds voorlopige kaderbrief 2022 (* € 1 miljoen)
Uit de analyse die de NZa in mei 2021 aan mij opleverde, bleek dat het Wlz-kader 2021 niet toereikend zou zijn. Op basis daarvan heb ik het Wlz-kader 20213 in de voorlopige kaderbrief bovenop de reeds ingezette herverdelingsmiddelen van € 100 miljoen met een extra bedrag van € 452 miljoen verhoogd tot € 27.574 miljoen. Deze ophoging van het Wlz-kader was nodig om de zorgkantoren in staat te stellen de benodigde Wlz-zorg in te kopen en wachtlijsten te beperken.
Ophoging Wlz-kader n.a.v. augustusbrief
De NZa verwacht in haar augustusbrief een tekort op het Wlz-kader van € 159 miljoen, waarvan € 61 miljoen samenhangt met een grotere toestroom van cliënten ggz-wonen. De resterende € 98 miljoen heeft betrekking op de overige sectoren binnen de Wlz. Op grond van de analyse van de NZa verhoog ik het Wlz-kader met € 159 miljoen voor 2021. Ik licht dit hieronder kort toe.
Per 1 januari 2021 is de Wlz opengesteld voor cliënten met een psychische stoornis (ggz-wonen). Het aantal cliënten met aanspraak op deze zorg blijkt hoger dan oorspronkelijk verwacht. In de voorlopige kaderbrief is op grond van de meibrief van de NZa het verwachte aantal cliënten bijgesteld van 9.250 naar circa 18.500 cliënten. Op basis van de Wlz-aanvragen tot 9 augustus verwacht de NZa in 2021 circa 21.800 cliënten met aanspraak op ggz-wonen. Dit aantal kan volgens de NZa verder oplopen tot 24.450 cliënten. De NZa heeft op grond daarvan haar raming van het benodigde bedrag voor ggz-wonen bijgesteld. Voor 2021 gaat het om een verhoging met € 61 miljoen van € 1.190 miljoen naar € 1.251 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit € 1.103 miljoen voor cliënten die op grond van de wetswijziging in 2021 nieuw zijn ingestroomd in de Wlz en € 148 miljoen voor bestaande Wlz-cliënten die (budgettair neutraal) vanuit een ander zorgprofiel zijn geherindiceerd naar ggz-wonen.
Voor de overige sectoren binnen de Wlz signaleert de NZa op grond van de beschikbare declaratie- en indicatiegegevens een sneller herstel dan verwacht van de corona-golf die rond de jaarwisseling heeft plaatsgevonden. Ten opzichte van de voorlopige kaderbrief leidt dit tot een extra benodigd bedrag van € 98 miljoen. In haar augustusbrief benadrukt de NZa dat de prognoses die in de brief gepresenteerd worden met onzekerheid zijn omgeven. Deze onzekerheid hangt in hoofdzaak samen met de lastig in te schatten gevolgen van de coronapandemie en de ontwikkeling van het aantal aanvragen voor ggz-wonen. Daarnaast geeft de NZa aan dat er een onzekerheid is vanwege de achterstanden bij de afhandeling van Wlz-aanvragen bij het CIZ. Via mijn van brief 6 september 20214 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de maatregelen die het CIZ heeft genomen om deze achterstanden weg te werken.
Rekening houdend met de verhoging van € 159 miljoen komt het actuele Wlz-kader voor 2021 uit op € 27.733 miljoen. Op grond van de augustusbrief stel ik daarvan € 23.252 miljoen beschikbaar voor zorg in natura, € 3.031 miljoen voor het pgb en € 1.450 miljoen voor het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.
Bij de opstelling van het definitieve kader voor 2022 vormt het budgettair kader Wlz in 2021 het uitgangspunt. Tabel 2 laat zien hoe het Wlz-kader 2022 ten opzichte van het kader voor 2021 is opgebouwd.
1 |
Wlz-kader 2021, stand voorlopige kaderbrief Wlz 2022 |
27.733 |
2 |
Groeiruimte 2022 |
745 |
3 |
Toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis |
464 |
4 |
Lage zzp’s |
– 35 |
5 |
Wet zorg en dwang |
103 |
6 |
Loon- en prijsbijstelling 2021 |
750 |
7 |
Wlz-kader 2022 (som 1 t/m 6) |
29.760 |
Ik licht in het vervolg van mijn brief de posten 1 tot en met 7 uit tabel 2 toe.
De basis voor het Wlz-kader 2022 vormt het bedrag dat voor 2021 beschikbaar is. Dit bedrag heb ik via deze brief bijgesteld tot € 27.733 miljoen (zie tabel 1). Zoals ik in mei 2019 heb aangekondigd5 en in juni 2020 heb bevestigd6 wordt het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg, ad € 1.450 miljoen, per 2022 overgeheveld naar de contracteerruimte voor zorg in natura en verwerkt in de integrale tarieven.
Voor het jaar 2022 is € 745 miljoen aan reguliere groeimiddelen beschikbaar in verband met demografische ontwikkelingen en de toenemende zorgzwaarte van cliënten met aanspraak op Wlz-zorg. Hiervan is € 4 miljoen bestemd voor investeringen in duurzaam vastgoed. De NZa heeft dit bedrag inmiddels verwerkt in de tarieven voor de normatieve huisvestingscomponent. Het doel hiervan is om aan te sluiten bij de geleidelijke aanpassing van de gebouwenvoorraad aan recente regelgeving in het bouwbesluit voor isolatie en de vervolgstappen die in het verschiet liggen. Zorgkantoren zien toe op de benodigde verduurzaming van vastgoed. Dit staat omschreven in het inkoopkader langdurige zorg 2021–2023 van Zorgverzekeraars Nederland7 en wordt nader uitgewerkt in het regionale beleid.
Met ingang van 2022 wordt een start gemaakt met de instelling en bekostiging van expertisecentra in de Wlz. In 2022 zal dit het geval zijn voor expertisecentra voor Wlz-cliënten met het syndroom van Korsakov en NAH-plus. In de daaropvolgende jaren zal een uitbreiding van expertisecentra plaatsvinden tot naar verwachting tien doelgroepen. Hiervoor geldt dat deze een laag volume hebben en hoog complex in zorg zijn. In lijn met het «Advies bekostiging Kennis en zorg voor laag volume hoog complexe doelgroepen in de Wet langdurige zorg» van de NZa is hiervoor binnen de groeiruimte boven demografie in 2022 een bedrag van maximaal € 8,2 miljoen beschikbaar.
Met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Actiz, Aedes, Zorgkantoren Nederland (ZN) en het Ministerie van BZK zijn bestuurlijke afspraken gemaakt waarin de ambitie is gesteld om de komende vijf jaar 25.000 extra verpleeghuisplekken te realiseren.8 Een van de gestelde randvoorwaarden voor de uitbreiding van de verpleegzorgcapaciteit is dat er via de groeiruimte voldoende middelen beschikbaar zijn om de demografische ontwikkelingen op te vangen. Daarmee worden de betrokken partijen in staat gesteld om de gemaakte afspraken na te leven.
Per 1 januari 2021 is de Wlz opengesteld voor cliënten met een psychische stoornis (ggz-wonen). Zoals ik hiervoor heb toegelicht blijkt het aantal cliënten met aanspraak op deze zorg hoger dan oorspronkelijk verwacht. Om ervoor te zorgen dat er voor deze cliënten voldoende zorg kan worden ingekocht houd ik hier als volgt rekening mee in het Wlz-kader 2022.
Voor 2022 stel ik ten opzichte van de voorlopige kaderbrief een extra bedrag van € 389 miljoen structureel beschikbaar. Daarmee neemt het geraamde bedrag voor ggz-wonen toe van € 1.326 miljoen naar € 1.715 miljoen. Het bedrag voor 2022 ligt daarmee € 464 miljoen hoger dan het eveneens via deze brief bijgestelde bedrag van € 1.251 miljoen voor 2021. Dit verschil van € 464 miljoen hangt samen met de door de NZa geraamde overloopeffecten van cliënten die geleidelijk na 1 januari 2021 zijn ingestroomd. Deze cliënten maken in 2021 slechts gedurende een deel van het jaar gebruik van Wlz-zorg, maar zullen hier in 2022 gedurende het gehele jaar aanspraak op kunnen maken. Daarmee zal het budgettaire beslag van deze cliënten in 2022 dus ook navenant groter zijn.
Naast het bedrag van € 1.715 miljoen kunnen zorgkantoren een deel van de groeiruimte 2022 inzetten om in 2022 aan hun zorgplicht jegens ggz-wonen cliënten te voldoen. De forse overschrijding van ggz-wonen is voor mij aanleiding om te verkennen welke maatregelen mogelijk zijn om de budgettaire beheersing te verbeteren, zodat een volgend kabinet hierover voortvarend besluiten kan nemen.
Door de trendmatige ontwikkeling van langer thuis wonen en het daarop gebaseerde beleid neemt het beroep van cliënten met een laag zorgzwaartepakket (zzp) op intramurale zorg geleidelijk af. Ten opzichte van 2021 verlaag ik de contracteerruimte 2022 met € 35 miljoen voor de afbouw van de lage zzp’s. Dit is in lijn met de realisatiecijfers van de afgelopen jaren. Wlz-uitvoerders dienen de afbouw van deze capaciteit af te stemmen op het gebruik van intramurale zorg door deze groep.
De NZa heeft op verzoek van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport een kostenonderzoek met betrekking tot de Wzd uitgevoerd. Voor 2022 wordt er vanuit de contracteerruimte Wlz € 103 miljoen beschikbaar gesteld. Daarbij fungeert 2022 als een overgangsjaar naar de structurele bekostiging. Vanuit het structurele bedrag van € 103 miljoen worden in 2022 de incidentele kosten voor Wzd ad € 16,7 miljoen separaat bekostigd. De incidentele meerkosten zijn conform het kostenonderzoek van de NZa voor een deel (€ 10,8 miljoen) ook bestemd voor de verpleeghuiszorg. Zoals ik heb aangegeven in mijn reactie op dit kostenonderzoek stel ik vanaf 2023 het bedrag van € 103 miljoen structureel beschikbaar via de contracteerruimte Wlz. Hiermee kan de NZa de structurele tarieven voor de GHZ (gehandicaptenzorg) verhogen en in 2022 de invoeringskosten van de Wzd bekostigen voor de V&V (verpleging en verzorging) en GHZ. De meerkosten die de NZa heeft berekend, geven aanleiding de effecten van de Wzd onderdeel te laten zijn van het eerstvolgende integrale kostenonderzoek van de Wlz. Dit vormt daarmee een evaluatiemoment voor de meerkosten Wzd.
De loon- en prijsbijstelling voor het Wlz-kader 2022 bedraagt € 750 miljoen.
De optelling van de posten 1 tot en met 6 leidt tot een Wlz-kader voor 2022 van € 29.760 miljoen. Tabel 3 laat zien hoe dit bedrag verdeeld is over de deelkaders.
|
Wlz-kader 2022 |
29.760 |
A |
Contracteerruimte 2022 |
26.360 |
B |
Pgb kader bij aanvang 2022 |
3.100 |
C |
Herverdelingsmiddelen 2022 |
300 |
De contracteerruimte bedraagt bij aanvang van 2022 € 26.360 miljoen. Het pgb-kader bedraagt bij aanvang van 2022 € 3.100 miljoen. Een bedrag van € 300 miljoen is gereserveerd voor herverdelingsmiddelen. Deze middelen zijn gereserveerd vanwege de onzekerheid over de benodigde groeiruimte en ontwikkelingen van ggz-wonen per zorgkantoorregio.
Innovatie 2022
De geoormerkte ruimte voor innovatie in de langdurige zorg bedraagt ook in 2022 € 10 miljoen.
Naar aanleiding van mijn eerdere verzoek heeft de NZa een review laten uitvoeren naar het prognosemodel9. De review concludeert dat de door de NZa gebruikte prognosemethode geschikt is voor het beoogde doel. Op basis van de beschikbare data, de kenmerken van het basismodel en eventuele alternatieven zijn er geen aanwijzingen dat een ander soort model tot structureel betere voorspellingen zou leiden. Graag verzoek ik de NZa om het huidige prognosemodel (voorlopig) te blijven gebruiken. Naar aanleiding van de review ga ik graag met de NZa in gesprek over de adviezen in het rapport, zoals het gebruik van scenario’s en timing van de adviesaanvragen, met als doel besluitvorming over de hoogte van het Wlz-kader te verbeteren.
Ik verzoek de NZa mij in februari 2022 te adviseren over de inzet van de herverdelingsmiddelen en de ontwikkelingen in het licht van de toereikendheid van het Wlz-kader in 2022. Ik verzoek de NZa dit te bezien in relatie tot de ontwikkeling van de indicaties en de gedeclareerde zorg waarbij ik in 2022 specifiek aandacht vraag voor de budgettaire impact van de instroom van cliënten met een psychische stoornis in de Wlz en het (financiële) effect van corona op het Wlz-kader. Zoals hiervoor aangeven ga ik met de NZa in gesprek over de timing van de vervolgadviezen na februari 2022.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34104-342.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.