34 104 Langdurige zorg

Nr. 300 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2020

Met deze brief ontvangt u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het NZa-rapport «Medisch-generalistische zorg voor patiënten met een Wlz-indicatie»1. Medisch-generalistische zorg is geneeskundige zorg zoals huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen voor verstandelijk gehandicapten, in samenspel plegen te bieden.

Onlangs ontving ik de uitkomsten van het NZa-onderzoek. De NZa heeft de complexe situatie bij de bekostiging en knelpunten bij MGZ helder in kaart gebracht. Ook doet de NZa twee duidelijke aanbevelingen:

  • 1) Breng de medisch-generalistische zorg als geheel onder in de Wet langdurige zorg (Wlz) of in de Zorgverzekeringswet (Zvw);

  • 2) Zorg ervoor dat de kennis en kunde en samenwerkingsafspraken van de huisarts, specialist ouderengeneeskunde en artsen voor verstandelijk gehandicapten op elkaar aansluiten.

De aanbevelingen van de NZa vragen om een zorgvuldige beleidsreactie. Het in zijn geheel onderbrengen van de MGZ in de Wlz of Zvw vraagt om een wetswijziging. In het najaar zend ik u mijn beleidsreactie op dit rapport. Daarbij zal ik ook de stand van zaken rondom de aanpak gericht op het organiseren van de juiste medisch-generalistische zorg op de juiste plek verder toelichten.2

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 34 104, nr. 272

Naar boven