Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2020
In de Wlz zijn medio maart al afspraken gemaakt om de financiële onzekerheid als gevolg
van corona te beperken. Deze hebben als doel de continuïteit van zorg op de korte
termijn te garanderen en de continuïteit van (het) zorg(landschap) op langere termijn
te borgen.1 De Nederlandse Zorgautoriteit heeft inmiddels een beleidsregel voor zin natura opgesteld
op basis waarvan extra kosten als gevolg van corona kunnen worden vergoed.2 Ook voorziet deze beleidsregel in compensatie van gederfde omzet.
De compensatie voor de omzetderving betreft een vergoeding voor de doorlopende kosten
van zorgaanbieders die ze moeten maken voor overeengekomen productie die zij ondanks
het coronavirus wel realiseren. De compensatie bedraagt in beginsel het verschil tussen
de verwachte omzet in een situatie zonder corona en de gerealiseerde productie. In
de beleidsregel heeft de NZa een rekenregel opgenomen om de hoogte ervan te bepalen.
Deze maatregel zou aanvankelijk voor de periode 1 maart tot 1 juni 2020 gelden, maar
is inmiddels verlengd tot 1 juli 2020.
Graag geef ik zorgaanbieders meer duidelijkheid voor de situatie na 1 juli voor wat
betreft de compensatie omzetderving in de Wlz. Om te komen tot een perspectief voor
de financiële maatregelen sluit ik aan bij het perspectief voor de herstart van de
zorgverlening zelf, die is uitgewerkt in de «Routekaart voor mensen met een kwetsbare
gezondheid inzake COVID-19».3 In aanvulling op deze routekaarten heeft het veld diverse handreikingen opgesteld
die concrete handvatten bieden voor zorgverleners om de herstart mogelijk te maken.4 De routekaart maakt duidelijk dat de extramurale zorg per 1 juni is opgestart. Ook
krijgt per 1 juni 2020 iedere cliënt in de gehandicaptenzorg – zowel cliënten die
thuis wonen, als in een woonvorm van een zorgaanbieder – een vorm van dagbesteding.
Vanaf 15 juni geven alle locaties een invulling aan de mogelijkheid van bezoek en
is ook logeren buiten de instelling weer mogelijk. Verpleeghuizen zijn eveneens vanaf
15 juni weer open voor één of meer bezoekers, tenzij er nog sprake is van besmettingen.
In het verlengde hiervan kunnen mensen die nu op de wachtlijst staan, ook de stap
naar het verpleeghuis maken. Ook is daar de dagbesteding weer opgestart.
Tegelijkertijd realiseer ik mij dat aanbieders tijd nodig hebben om weer volop in
bedrijf te komen en voor de opname van nieuwe cliënten. Aanbieders zullen bij het
hervatten van alle zorg en ondersteuning de omschakeling moeten maken naar het «nieuwe
normaal».
Ik vraag daarom NZa de maatregel in de Wlz te verlengen tot 1 augustus voor de gehandicaptenzorg
(zowel de intramurale zorg als de extramurale dagbesteding) en intramurale ggz (binnen
de Wlz) en tot 1 september 2020 voor de intramurale ouderenzorg. Na deze data komen
aanbieders in beginsel niet meer in aanmerking voor de vergoeding van de doorlopende
kosten. Voor uitzonderlijke situaties ga ik de NZa vragen om de beleidsregel aan te
passen, zodat zorgkantoren de mogelijkheid krijgen om tot uiterlijk 31 december 2020
maatwerkafspraken te maken. De uitwerking van deze uitzonderingsregeling vergt nog
nadere afstemming met de NZa en Zorgverzekeraars Nederland. Ik kom hier op korte termijn
op terug.
Daarnaast bestaat reeds op basis van de huidige beleidsregel van de NZa de mogelijkheid
om extra kosten als gevolg van corona te vergoeden. Deze mogelijkheid loopt door tot
31 december 2020 voor alle aanbieders in de langdurige zorg.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge