34 052 Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 14 februari 1972 te Rabat tot stand gekomen Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (Trb. 1972, 34), en het op 3 november 1972 te Rabat tot stand gekomen Administratief Akkoord betreffende de wijze van toepassing van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (Trb. 1973, 130)

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2015

In de brief van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 september 2015 heeft u verzocht om een vervolgbrief over de betrekkingen tussen Nederland en Marokko en de eventuele schade als gevolg van de discussie rondom het bilaterale socialezekerheidsverdrag. Hierbij voldoe ik, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, aan dit verzoek.

In aanvulling op mijn vorige brief d.d. 17 juni 2015 (Kamerstuk 34 052, nr. 11), hecht de regering groot belang aan de betrekkingen met Marokko. Er is daarom in de afgelopen weken intensief contact geweest met mijn Marokkaanse collega over een groot aantal onderwerpen, zoals veiligheid en anti-terrorisme samenwerking in de regio, terugkeer en sociale zekerheid.

Terrorismebestrijding

De samenwerking op het gebied van de bestrijding van terrorisme, waaronder in het kader van het Global Counterterrorism Forum (GCTF), blijft goed. Nederland heeft op 27 september het co-voorzitterschap van het GCTF overgenomen van de Verenigde Staten. In het voorjaar van 2016 neemt Marokko het co-voorzitterschap over van Turkije. De voorbereidingen voor het gezamenlijke Nederlands-Marokkaans voorzitterschap verlopen in goed overleg. Daarnaast zijn Nederland en Marokko co-voorzitter van de «Foreign Terrorist Fighters» werkgroep binnen het GCTF. Onderwerpen die het komende jaar aan bod zullen komen zijn het versterken van (justitiële) capaciteit ten behoeve van de vervolging en re-integratie van buitenlandse strijders, strategische communicatie om radicalisering te voorkomen en het versterken van grensbeheer om uitreizen te frustreren.

Ook zal samenwerking gezocht worden om radicalisering, zowel in Nederland als in Marokko, te voorkomen. Het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR) zal hieraan actief bijdragen. Het NIMAR richt zich in de eerste plaats op uitwisseling van taal en cultuur en daarmee het versterken van wederzijds begrip voor elkaars samenleving, maar zal zich ook gaan richten op voorkomen van radicalisering. Zo biedt het NIMAR invloedrijke Nederlands-Marokkaanse jongeren instrumenten om in hun omgeving het gesprek over radicaliseringsproblematiek aan te gaan.

Terugkeer

Marokko heeft toegezegd de samenwerking met Nederland op het terrein van gedwongen terugkeer te zullen hervatten, zoals u is medegedeeld in de brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 mei 2015 (Kamerstuk 34 052, nr. 7). Sindsdien is de dagelijkse samenwerking tussen de Dienst Terugkeer en Vertrek en de Marokkaanse vertegenwoordigingen in Nederland hervat en zijn ook Marokkaanse vreemdelingen met vervangende reisdocumenten daadwerkelijk vertrokken. Vreemdelingenbewaring is hiermee ook weer mogelijk en wordt dan ook weer toegepast.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal u op de hoogte houden van de onderhandelingen over aanpassingen van het bilaterale socialezekerheidsverdrag.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven