34 041 Wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178)

Nr. 16 AMENDEMENT VAN HET LID SMALING

Ontvangen 15 april 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 6a «artikel 6, eerste lid, onderdeel a, voor het opsporen van koolwaterstoffen in het continentaal plat of onder de territoriale zee» vervangen door: artikel 6, eerste lid, onderdelen a tot en met d.

Toelichting

In het wetsvoorstel is slechts een openbare voorbereidingsprocedure opgenomen bij de voorbereiding van een besluit inzake de aanvraag van een opsporingsvergunning voor het opsporen van koolwaterstoffen in het continentaal plat of onder de territoriale zee.

Dit amendement beoogt een dergelijke openbare voorbereidingsprocedure te verruimen tot de aanvraag van zowel opsporings- als winningsvergunningen voor delfstoffen of aardwarmte.

Door niet alleen voor de opsporings- maar ook voor de winningsvergunning een inspraakmoment in te voegen, krijgen omwonenden meer invloed op de kwaliteit van hun leefomgeving. Door vooraf mogelijkheden en onmogelijkheden in kaart te (moeten) brengen, krijgen betrokkenen nadrukkelijk een plek binnen de besluitvorming

Wetstechnisch wordt dit vormgegeven door in het voorgestelde artikel 6a de toepasselijkheid van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht uit te breiden tot de voorbereiding van een besluit inzake de aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de Mijnbouwwet.

Smaling

Naar boven