34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het hoger onderwijs en de uitvoering van een toekomstgerichte onderwijsagenda voor het hoger onderwijs (Wet studievoorschot hoger onderwijs)

Nr. 35 AMENDEMENT VAN HET LID KLEIN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 311

Ontvangen 5 november 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel F, wordt artikel 2.3a als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: maar nog niet de leeftijd van 55 jaren heeft bereikt.

2. In het tweede lid vervalt: die nog niet de leeftijd van 55 jaren heeft bereikt.

3. Het derde lid vervalt.

Toelichting

Ten principale is het onjuist om mensen boven de 55 uit te sluiten van het levenlangleren krediet. Ook mensen boven de 55 kunnen bijdragen aan de samenleving door een studie te gaan volgen.

Het laten vervallen van een leeftijdsgrens heeft naar mening van de indiener geen invloed op de gestelde terugbetalingsregeling. Die blijft van kracht. Angst dat niet terugbetaald zou kunnen worden bijvoorbeeld vanwege overlijden gaat voorbij aan het principe dat mensen een levenlang kunnen leren. Het maatschappelijk rendement van 50-plussers en gepensioneerden bijvoorbeeld door inzet als vrijwilliger blijft groot door een goede opleiding.

Het amendement kent geen extra financiële gevolgen en behoeft dus geen dekking. De gehanteerde arbitraire leeftijdsgrens van 55 jaar is gekoppeld aan de realistische terugbetalingstermijn van 15 jaar. Op dit moment ligt volgens de CBS-cijfers de levensverwachting van mensen op 82,9 jaar voor mannen en 85,8 jaar voor vrouwen. Levenlangleren betekent dat een leven lang geleerd kan worden. Het leven stopt niet op iemands 56ste jaar. Er is volgens de indiener een niet boven normaal risico dat het krediet niet terugbetaald zouden worden na overlijden gelet op de gemiddelde levensverwachting.

Klein


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de toelichting.

Naar boven