33 823 EU-voorstel: Richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en straffen op het gebied van de illegale drugshandel COM(2013)618 en EU-voorstel: Verordening betreffende nieuwe psychoactieve stoffen COM(2013)6191

E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 mei 2014

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad2 heeft op 1 april 2014 de brief3 van de Europese Commissie van 25 maart 2014 besproken, waarin gereageerd wordt op vragen van de commissie I&A/JBZ, gesteld bij brief van 13 december 2013, over het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ inzake de definitie van drug4 en het voorstel voor een verordening betreffende Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS)5. Naar aanleiding hiervan heeft de commissie de Minister van Veiligheid en Justitie bij brief van 16 april 2014 enkele vragen gesteld.

De Minister heeft op 15 mei 2014 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, Van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Den Haag, 16 april 2014

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad (I&A/JBZ) heeft op 1 april 2014 de brief6 van de Europese Commissie van 25 maart 2014 besproken, waarin gereageerd wordt op vragen van de commissie I&A/JBZ, gesteld bij brief van 13 december 2013, over het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ inzake de definitie van drug7 en het voorstel voor een verordening betreffende Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS)8. De commissie wenst de regering naar aanleiding van de antwoordbrief enkele vragen te stellen.

De regering heeft in het BNC-fiche aangegeven de subsidiariteit met betrekking tot zowel de verordening als de richtlijn negatief te beoordelen en de proportionaliteit van de verordening negatief te beoordelen.9 Gelet daarop zou de commissie I&A/JBZ willen weten hoe de regering oordeelt over de reactie van de Commissie. Hoe staat de regering op dit moment tegenover de beide Europese voorstellen? Is de regering nog steeds van mening dat Nederland over haar eigen drugsbeleid dient te gaan zoals ook de Tweede Kamer heeft uitgesproken door middel van de motie-Van Velzen/Azough10 uit 2009? Zou de regering deze Kamer verder op de hoogte willen houden van de ontwikkelingen inzake de beide Europese voorstellen?

De commissie verneemt graag binnen vier weken antwoord van de regering op deze vragen.

Een gelijkluidende brief is verzonden naar de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Waarnemend voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, A.W. Duthler

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2014

Naar aanleiding van de briefwisseling tussen uw commissie en de Europese Commissie inzake het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ en het voorstel voor een verordening betreffende Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) heeft u de regering bij brief van 16 april 2014, 15454.03u, enkele vragen gesteld. Mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bericht ik u als volgt.

Ik stel voorop dat de reactie van de Europese Commissie op de vanuit uw Kamer gestelde vragen geen aanleiding heeft gegeven tot wijziging in de standpunten van de regering met betrekking tot de bovenbedoelde verordening en de richtlijn, zoals verwoord in het BNC-fiche over NPS. Het in het BNC-fiche omschreven uitgangspunt vormt voor ons de inzet waarmee de besprekingen, discussie en onderhandelingen in EU-verband, die – gelet op het feit dat de inhoud van de verordening primair moet worden behandeld- nu vooral in de Horizontale Raadswerkgroep Drugs (HDG), worden gevoerd.

De bezwaren die van Nederlandse zijde zijn ingebracht zijn als volgt samen te vatten:

  • Wij zijn er niet van overtuigd dat nieuwe regelgeving noodzakelijk is: het stroomlijnen en versnellen van de processen van informatie-uitwisseling, risicoschatting, advisering en beslissen kan leiden tot de gewenste verbetering.

  • NPS kunnen een bedreiging vormen voor de volksgezondheid: EU-regelgeving in deze dient uitsluitend aanvullend te zijn aan de nationale bevoegdheid van de lidstaten.

  • De voorgestelde regelgeving is gericht op het verminderen van handelsbelemmeringen en niet geschikt voor bescherming van de volksgezondheid.

  • Daarom is de gekozen rechtsgrondslag van art. 114 Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) niet juist. De Europese Commissie dient zich te onthouden van voorstellen waarvoor het verband met een rechtsgrondslag in de Verdragen te indirect en onzeker is.

  • Een NPS moet een bewezen schadelijk effect hebben voordat deze verboden kan worden. Nederland is dus geen voorstander van tijdelijke verbod- of quarantainemaatregelen en van generieke controlemaatregelen.

In HDG-verband heeft Nederland zich aangesloten bij vijftien gelijkgezinde lidstaten die eveneens de nodige bezwaren hebben tegen de voorgestelde verordening. Tijdens de laatste HDG-vergadering is er vanuit deze groep van lidstaten op aangedrongen om eerst helder te maken wat precies de problemen zijn die NPS binnen de EU veroorzaken, waarom de huidige EU-regelgeving (Besluit 2005/387/JBZ) voor wat betreft NPS tekort zou schieten en wat in EU-verband ondernomen zou moeten worden om eventuele gewenste verbeteringen te realiseren. Pas wanneer daarover uitsluitsel is, kan bezien worden op welke wijze daar vorm en inhoud aan gegeven zou moeten worden.

Wij zijn van mening dat Nederland over haar eigen drugsbeleid gaat. Wel is het zo dat Nederland is gebonden aan de Europese bevoegdheid die gegrond is op Besluit 2005/387/JBZ inzake de uitwisseling van informatie (op basis waarvan EUROPOL en EMCDDA een informatierapport opstellen), de risicobeoordeling (door een wetenschappelijke commissie van de EMCDDA) en besluitvorming door de Europese Raad. Dat kan ertoe leiden dat indien de Raad besluit tot het onder controle brengen van een (nieuwe) psychoactieve stof, de EU-lidstaten zijn gehouden controlemaatregelen te treffen, voor zover die er nog niet zijn.

Zoals eveneens in het BNC-fiche is aangegeven, wordt de wijziging van het Kaderbesluit uitsluitend voorgesteld in verband met de voorstellen in de verordening. Over de in dat verband voorgestelde richtlijn is slechts eenmaal op ambtelijk niveau kort gesproken, daarbij werd geconcludeerd dat pas nadat duidelijk is geworden of en zo ja op welke wijze NPS in de verordening worden geregeld, het zinvol is te spreken over de gevolgen daarvan voor het Kaderbesluit.

Uiteraard zijn de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik bereid uw Kamer op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in dit dossier.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Zie dossier E130047 op www.europapoort.nl.

X Noot
2

Samenstelling:

Holdijk (SGP), G.J. de Graaf (VVD), Slagter-Roukema (SP), Franken (CDA), Witteveen (PvdA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Strik (GL), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA) (voorzitter), Beckers (VVD), Beuving (PvdA), Schrijver (PvdA), M. de Graaff (PVV) (vice-voorzitter), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Huijbregt-Schiedon (VVD), Swagerman (VVD), Gerkens (SP)

X Noot
3

Kamerstukken I 2013–2014, 33 823, C.

X Noot
4

Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en straffen op het gebied van de illegale drugshandel, wat de definitie van drug betreft, COM(2013)618. Zie dossier E130047 op de Europapoort.

X Noot
5

Voorstel voor een verordening betreffende Nieuwe Psychoactieve Stoffen, COM(2013)619.

X Noot
6

Kamerstukken I 2013–2014, 33 823, C.

X Noot
7

Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en straffen op het gebied van de illegale drugshandel, wat de definitie van drug betreft, COM(2013)618. Zie dossier E130047 op de Europapoort.

X Noot
8

Voorstel voor een verordening betreffende Nieuwe Psychoactieve Stoffen, COM(2013)619.

X Noot
9

Kamerstukken I 2013–2014, 33 823, A. De commissie I&A/JBZ heeft bij brieven van 13 december 2013 aan de regering laten weten dat zij zich in de argumentatie van de regering ten aanzien van de subsidiariteits- en proportionaliteitsbezwaren kan vinden en dat zij zich bij dit standpunt aansluit, zie Kamerstukken I 2013–2014, 33 823, D.

X Noot
10

Kamerstukken II 2009–2010, 24 077, nr. 241 en Handelingen II 2009–2010, nr. 11, p. 1812.

Naar boven