33 799 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de introductie van de bevoegdheid tot het bevelen van een middelenonderzoek bij geweldplegers en enige daarmee samenhangende wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994

Nr. 14 MOTIE VAN HET LID VAN TOORENBURG

Voorgesteld 14 januari 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de officier van justitie kan eisen en de rechter kan opleggen dat onder meer naar aanleiding van geconstateerd middelengebruik ten tijde van het plegen van een delict, de verdachte zich moet houden aan een bijzondere voorwaarde zoals verplichte behandeling;

overwegende dat het regelmatig voorkomt dat verdachten reeds ter zitting aangeven zich hier niet aan te zullen houden;

overwegende dat dit onacceptabel is;

verzoekt de regering, met het OM en de rechtspraak de wenselijkheid van aanpassing van hun strafvorderingsrichtlijnen- en oriëntatiepunten op dit punt te bespreken, zodat in een dergelijke situatie niet geschroomd wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf te eisen dan wel op te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Toorenburg

Naar boven