33 716 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet op het kindgebonden budget, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet studiefinanciering 2000 en enige andere wetten in verband met hervorming en versobering van de kindregelingen (Wet hervorming kindregelingen)

Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2015

Op 9 december en 24 december jl. heeft uw Kamer vragen gesteld over de mogelijke gevolgen van de Wet hervorming kindregelingen voor onder meer kinderalimentatie. Tevens heb ik kennisgenomen van uw in het kader van een schriftelijk overleg gestelde vragen en opmerkingen inzake de brief van 21 januari 2015 over de afschaffing van de aftrek van kinderalimentatie. Mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Financiën wil ik u als volgt informeren.

In mijn brief van 12 januari 2015 heb ik uw Kamer toegezegd met een nadere analyse van de gevolgen van de Wet hervorming kindregelingen voor kinderalimentatie te komen en daarbij ook de nog openstaande vragen van 9 en 24 december jl. te beantwoorden (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nrs. 1017 en 1018). In de vragen uit het schriftelijk overleg van 5 maart jl. verzoekt u onder meer de vragen gesteld op 24 december 2014 voor 12 maart te beantwoorden en samen met het rapport van de Expertgroep Alimentatienormen aan de Kamer te sturen.

Op dit moment wordt de eerder toegezegde analyse nader uitgewerkt. In verband met de samenhang streef ik ernaar deze eind maart samen met de antwoorden op de bovengenoemde Kamervragen en de vragen inzake de brief van 21 januari jl. aan uw Kamer te zenden. Het door u gevraagde rapport 2015 van de Expertgroep alimentatienormen, dat te vinden is op www.rechtspraak.nl, treft u als bijlage bij deze brief aan1.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven