33 612 Structuurvisie Windenergie op land

Nr.82 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2022

Bij brief van 16 mei 20221 heb ik u, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister voor Volkshuisvestiging en Ruimtelijke Ordening, geïnformeerd over de algemene maatregel van bestuur (AMvB) met een tijdelijke overbruggingsregeling voor windturbineparken2. Deze AMvB is opgesteld in vervolg op de uitspraak van 30 juni 2021 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin milieuregels voor windturbineparken buiten toepassing zijn verklaard. Voor deze regels is in het verleden geen plan-milieueffectrapportage (plan-mer) gemaakt, zoals opgenomen in de EU-richtlijn Strategische Milieubeoordeling. Met de AMvB is de regelgeving aangepast om te voldoen aan de rechterlijke uitspraak. De AMvB treedt op 1 juli 2022 in werking.

Via deze brief geef ik de stand van zaken weer van het interdepartementale Actieprogramma Verankering milieubescherming na Nevele dat na deze rechterlijke uitspraak is gestart en waarin aan maatregelen wordt gewerkt in vervolg op deze uitspraak.

Op 15 juni 2022 is ook de bij de AMvB behorende ministeriële regeling vastgesteld die op dezelfde datum in werking treedt3. In de AMvB en de bijbehorende ministeriële regeling is voor reeds bestaande, vergunde en bestemde windturbineparken een tijdelijke overbruggingsregeling getroffen. Deze bevat milieuregels voor bestaande windturbineparken voor de periode dat de plan-mer wordt uitgevoerd en de AMvB voor nieuwe milieuregels wordt opgesteld. De overbruggingsregeling geldt tot uiterlijk 1 januari 2025 of zoveel eerder als de overbruggingsregeling kan worden ingetrokken na vaststelling van de nieuwe milieuregels voor windturbines. De plan-mer voor de nieuwe milieuregels voor windturbineparken wordt nu uitgevoerd en de resultaten worden in het najaar van 2022 verwacht. Voor de nieuwe algemene milieuregels wordt de reguliere AMvB-procedure gevolgd.

Het kabinet vindt het wenselijk om ook voor andere algemene milieuregels, voor andere activiteiten dan windparken, een plan-mer te maken. Nagegaan wordt welke milieuregels dit kan betreffen. Dit kan ertoe leiden dat deze milieuregels worden herzien of geactualiseerd op basis van een plan-mer. In ieder geval wordt gekeken naar regelgeving die gehanteerd wordt bij de besluitvorming over vergunningen voor mer-plichtige en mer-beoordelingsplichtige projecten.

Verder is met de tijdelijke overbruggingsregeling voor windturbineparken een maatregel in beeld die, indien nodig, ook voor andere bestaande algemene milieuregels kan worden toegepast. Het belang van de continuering van de milieubescherming en dat van de rechtszekerheid staan daarbij voorop.

Daarnaast wordt in het Actieprogramma gewerkt aan een handreiking als hulpmiddel om voor nieuwe regelgeving te kunnen bepalen of daarvoor een plan-mer wordt gemaakt en, zo ja, voor de wijze waarop deze kan worden uitgevoerd.

Ik zal u dit najaar nader informeren over de voortgang van de voorbereiding van genoemde maatregelen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 33 612, nr. 81.

X Noot
2

Besluit van 3 mei 2022 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer en enkele besluiten op grond van de Omgevingswet in verband met jurisprudentie over windturbineparken (tijdelijke overbruggingsregeling windturbineparken), Stb. 2022, nr. 181.

X Noot
3

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 15 juni 2022 tot wijziging van de Activiteitenregeling milieubeheer en de Omgevingsregeling in verband met jurisprudentie over windturbineparken (tijdelijke overbruggingsregeling windturbineparken), Stcrt. (21 juni) 2022, nr. 15886.

Naar boven