33 540 Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in 's Rijks schatkist (verplicht schatkistbankieren)

Nr. 11 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIJKGRAAF EN VAN HIJUM TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 91

Ontvangen 3 juli 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt na «wenselijk is dat decentrale overheden» ingevoegd: tijdelijk.

II

Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien blijkt dat de EMU-schuld voor tenminste vier opeenvolgende jaren onder 60% van het bruto binnenlands product blijft, wordt de Wet financiering decentrale overheden als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Openbare lichamen gaan leningen aan, zetten middelen uit of verlenen garanties uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2. Openbare lichamen kunnen derivaten hanteren of, in afwijking van het eerste lid, middelen uitzetten anders dan ten behoeve van de publieke taak, indien deze uitzettingen of derivaten een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Terzake van de uitvoering van dit lid worden bij ministeriële regeling nadere regels gesteld.

  • 3. Openbare lichamen kunnen geldleningen slechts aangaan en verstrekken, dan wel de nakoming van uit geldleningen voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de betaling van rente en aflossing slechts garanderen, indien de geldleningen voldoen aan de daarvoor bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels.

  • 4. Openbare lichamen sluiten ten gunste van personeel of politieke ambtsdragers van openbare lichamen geen contracten met betrekking tot hypothecaire leningen of garanties op de verstrekking van hypothecaire leningen door andere financiële instellingen.

2. De artikelen 2a en 2b vervallen.

Toelichting

Dit amendement regelt dat een horizonbepaling wordt opgenomen in het wetsvoorstel die afhankelijk wordt gesteld van de hoogte van het EMU-schuld gerelateerd aan het bruto binnenlands product. De enige reden voor saldering van vermogens van decentrale overheden met de schuld van het Rijk moet zijn dat anders minder snel voldaan wordt aan de EMU-norm van 60%. Indien hieraan voldaan wordt zonder dat saldering plaatsvindt, dan vervalt de rationale van het wetsvoorstel.

Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift van het wetsvoorstel (verplicht schatkistbankieren) vervangen door: (tijdelijk verplicht schatkistbankieren).

Dijkgraaf Van Hijum


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging van de ondertekening.

Naar boven