33 480 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2012 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 schrijft voor dat een meerjarige begrotingsreserve kan worden aangehouden ten laste van een beleidsartikel. De begrotingreserve is bestemd als budgettaire voorziening voor de garantstelling door het Ministerie van OCW voor ontstane restschuld bij onderwijsinstellingen die in gebreke blijven om gesloten leningen en kredieten, bedoeld in de artikelen 48, eerste lid, en 49, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 terug te betalen.

De begrotingsreserve inzake garantiestelling restschuld speelt een rol voor zowel het universitair onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, het middelbaar onderwijs, het voortgezet onderwijs als het primair onderwijs. Uit een oogpunt van administratieve doelmatigheid is het niet gewenst dat er vijf aparte begrotingsreserves worden aangehouden ten laste van de betrokken beleidsartikelen (1, 3, 4, 6 en 7). Om die reden wordt door middel van dit wetsartikel bepaald dat de begrotingsreserve gekoppeld kan worden aan het niet-beleidsartikel Apparaat Kerndepartement (artikelnummer 92). Inhoudelijk is de begrotingsreserve bestemd om het begrotingsbeheer met betrekking tot de betrokken beleidsartikelen op een doelmatige wijze vorm te geven.

De geest van artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt daarmee geen geweld aangedaan. In het kader van de voorgenomen herziening van de Comptabiliteitswet zal een algemene wettelijke voorziening worden getroffen. Zolang die voorziening er nog niet is, zal jaarlijks in de begrotingswet van OCW deze afwijkingsbepaling worden opgenomen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.

 

Leeswijzer

2

2.

 

Het beleid

2

 

2.1.

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

2

 

2.2.

Beleidsartikelen

5

 

2.3.

Niet-beleidsartikelen

21

1. Leeswijzer

Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op beleidsartikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2012.

In paragraaf 2 «Het beleid» wordt de aansluiting gemaakt met de Najaarsnota 2012. In paragraaf 2.1 wordt allereerst een toelichting gegeven op de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel. In paragraaf 2.2 en 2.3 wordt inzicht gegeven in de financiële mutaties op artikelniveau voor de beleidsartikelen respectievelijk de niet-beleidsartikelen. Mutaties groter dan € 2,2 miljoen worden toegelicht.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

In de 2e suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven aan de besluiten van het demissionaire kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2012 een uitgavenpeil van circa € 34,2 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 1,2 miljard.

In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de suppletoire begroting Voorjaarsnota en de suppletoire begroting Najaarsnota. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2013 en de hiermee samenhangende OCW-begroting 2013.

Tabel 1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2012 (x € 1 miljoen)
 

Artikel

Uitgaven

Ontvangsten

Stand begroting 2012

 

33 694,0

1 197,6

       

Stand suppletoire begroting Voorjaarsnota 2012

 

34 026,4

1 148,0

Belangrijkste mutaties:

     

1

Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en lesgeld

11, 12

-80,0

5,0

2

Rentemutatie (generaal)

11

 

– 20,0

3

Langstudeerders

6, 7

62,0

 

4

Versnelde betaling frictiekosten

14

45,6

 

5

Mee- en tegenvallers

diversen

7,1

43,4

6

Overlopende verplichtingen

diversen

– 57,1

 

7

Beleidsmatig overig

diversen

1,6

 

8

Prijsbijstelling tranche 2012

diversen

159,7

 

9

Technisch overig

diversen

58,5

30,3

         

Stand suppletoire begroting Najaarsnota 2012

 

34 223,9

1 206,8

Toelichting op de belangrijkste mutaties

1) Ramingsbijstelling studiefinanciering en WTOS

De ramingsbijstelling studiefinanciering en WTOS heeft verschillende oorzaken:

  • de kaderrelevante uitgaven voor mbo/bol niveau 1 en 2 vallen lager uit. Aan beurs (voor deze groep geen prestatiebeurs maar direct gift) wordt minder dan geraamd toegekend, omdat er minder bol'ers in het giftregime zijn dan geraamd;

  • de uitgaven voor de prestatiebeurs vallen lager uit, omdat er in 2012 minder prestatiebeurs (basis- en aanvullende beurs) dan geraamd wordt omgezet in een gift;

  • ook bij de reisvoorziening (onderdeel prestatiebeurs) worden minder uitgaven verwacht;

  • bij de tegemoetkoming schoolkosten (WTOS) wordt vooral door minderjarige deelnemers bol minder dan verwacht gebruik gemaakt van de regeling.

2) Rentemutatie (generaal)

De ontvangsten aan rente op studieleningen vallen lager uit dan geraamd. Ten opzichte van de raming worden in 2012 minder termijnontvangsten en extra (niet verplichte) ontvangsten verwacht. De stijgende trend bij de ontvangsten van de afgelopen jaren heeft zich niet voortgezet.

3) Langstudeerders

In het Deelakkoord voor de begroting 2013 is de afschaffing van de langstudeerdersmaatregel opgenomen. Omdat het afschaffen van de maatregel al in 2012 financiële consequenties heeft voor de universiteiten en hogescholen wordt reeds in 2012 een bedrag beschikbaar gesteld. Het gaat in totaal om € 62 miljoen.

4) Versnelde betaling frictiekosten

De afbouw van de cultuursubsidies gaat gepaard met frictiekosten en een deel van deze frictiekosten (€ 45,6 miljoen) wordt versneld betaald. Dit is bedoeld voor instellingen waarvan de subsidie met ingang van januari 2013 geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd en die daarom nu al bezig zijn met het ontmantelen van hun organisatie.

5) Mee- en tegenvallers

Dit betreft een saldering van diverse mee- en tegenvallers. De belangrijkste zijn:

  • Een meevaller bij de experimenten in het po/vo/mbo in het kader van het Actieplan LeerKracht (€ 6,0 miljoen) doordat niet alle projecten in 2012 van start zijn gegaan.

  • Het achterblijven van de uitgaven 2012 op het budget «Kwaliteitsagenda voor leraren» bij de geraamde uitgaven voor een bedrag van € 9,6 miljoen. De oorzaken hiervan zijn:

    • projecten rondom de ontwikkeling, afname, onderhoud en borging van de kennisbases en -toetsen en de implementatie van het advies «Een goede basis» van de commissie Meijerink kunnen vanwege de complexe uitwerking ervan eerst in 2013 goed worden opgestart. De voorziene middelen voor 2012 (€ 6,5 miljoen) zullen daardoor niet meer dit jaar besteed worden maar wel volgend jaar, beschikkingen c.q. garanties hiertoe zijn reeds afgegeven;

    • de afronding en financiële afwikkeling van diverse projecten kan niet meer in 2012 plaatsvinden en zal pas in 2013 plaatsvinden (€ 1,6 miljoen);

    • door het achterblijven van aanvragen doet zich op de inmiddels beëindigde regeling «stagebegeleiding educatieve minoren in het vo 2009–2012» een meevaller voor van € 1,5 miljoen.

  • een meevaller bij de regeling «Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen» (€ 2,4 miljoen) doordat er minder studenten een beroep doen op de regeling dan geraamd.

  • een tegenvaller van € 26,1 miljoen doordat de Rechtbank Den Haag het beroep van de Technische Universiteit Delft gegrond heeft verklaard. Dit beroep ging over de terugvordering van een bedrag van € 25,0 miljoen (€ 26,1 miljoen inclusief wettelijke rente) door het ministerie van OCW in verband met de brand bij het gebouw van de faculteit bouwkunde in 2008. OCW moet dit terugbetalen aan de TU Delft.

  • een meevaller op de ontvangsten die hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door afrekeningen op het onderwijsachterstandenbeleid.

6) Overlopende verplichtingen

Op diverse artikelen zijn er verplichtingen die niet in 2012 tot uitgaven leiden (overlopende verplichtingen). Het gaat onder meer om verplichtingen voor professionaleringsmiddelen lerarenopleidingen, de voorziening voor Amarantis en huisvestingsmiddelen voor Caribisch Nederland.

7) Beleidsmatig overig

Dit betreft een aantal kleine beleidsmatige mutaties in 2012 waaronder de invulling van het aandeel van OCW in de verhoging van het fonds voor Caribisch Nederland (€ 1,2 miljoen).

8) Prijsbijstelling tranche 2012

Dit betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2012 aan de OCW-begroting. Zie het niet-beleidsartikel 91 (Nominaal en onvoorzien) voor de verdeling van de prijsbijstelling over de artikelen.

9) Technisch overig

Het betreft overboekingen met andere departementen en niet relevante uitgaven voor studiefinanciering. Daarnaast hebben er enkele desalderingen van uitgaven met ontvangsten plaatsgevonden.

2.2 Beleidsartikelen

Artikel 1. Primair onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

9 634 780

9 683 169

93 592

9 776 761

Waarvan garantieverplichtingen

   

6 097

 6 097

Uitgaven

9 635 996

9 684 385

87 495

9 771 880

Personele bekostiging

7 717 687

7 811 669

49 838

7 861 507

Materiële bekostiging

1 148 598

1 145 354

22 120

1 167 474

Bekostiging Caribisch Nederland

10 782

10 982

1 907

12 889

Conciërgeregeling

21 700

21 815

0

21 815

Verbeteren binnenmilieu

2 103

2 103

– 52

2 051

Onderwijspersoneelsbeleid

5 083

5 083

0

5 083

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

10 000

10 000

0

10 000

Aanpak (zeer) zwakke scholen

2 080

2 436

– 200

2 236

Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten

42 588

46 502

– 44

46 458

Invoering centrale eindtoets en verplichting leerlingonderwijsvolgsysteem

25 375

25 375

0

25 375

Excellentie en talentontwikkeling

11 711

11 711

– 500

11 211

Verbreding techniek in het basisonderwijs

11 300

11 300

7 362

18 662

Cultuur en school

9 500

17 000

0

17 000

Passend onderwijs en LGF

93 460

96 083

– 4 485

91 598

Onderwijsachterstandenbeleid

360 190

362 690

0

362 690

Onderwijsvoorzieningen voor jonggehandicapten

23 862

23 862

0

23 862

Veiligheid op school

23 417

23 552

– 30

23 522

Brede scholen

12 331

1 431

– 150

1 281

Overig

6 290

5 904

17 242

23 146

Uitvoeringsorganisatie DUO

44 859

45 077

– 1 057

44 020

           

Loon- en prijsbijstelling

53 079

4 456

– 4 456

0

Ontvangsten

1 661

1 661

37 000

38 661

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • Het budget voor personele bekostiging wordt per saldo met € 49,8 miljoen verhoogd als gevolg van de volgende mutaties:

    • € 34,8 miljoen is toegevoegd als compensatie voor de stijging van de werkgeverslasten;

    • door interne herschikkingen, onder andere uit de post loon- en prijsbijstelling is € 9,5 miljoen toegevoegd;

    • er is een bijdrage ontvangen van VWS van € 3,3 miljoen voor de bekostiging van onderwijs in de gesloten jeugdzorg.

  • Het budget voor materiële bekostiging wordt per saldo met € 22,1 miljoen verhoogd. Dit komt grotendeels door het toevoegen van de prijsbijstelling.

  • Het budget voor verbreding techniek in het basisonderwijs wordt met € 7,4 miljoen verhoogd. Vanuit artikel 3 is een bijdrage ontvangen voor twee projecten: School aan Zet (€ 2,2 miljoen) en Meer Betere Bèta’s (€ 3,0 miljoen). Ook artikel 9 draagt bij aan het project School aan Zet (€ 2,2 miljoen).

  • Het budget voor passend onderwijs en LGF wordt met € 4,5 miljoen verlaagd. Dit wordt veroorzaakt doordat voor € 3,6 miljoen sprake is van overlopende verplichtingen van projecten Passend Onderwijs naar 2013. Daarnaast is € 0,9 miljoen overgeboekt naar artikel 3 voor de bijdrage aan examenkosten van leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs.

  • Het budget voor «overig» wordt met € 17,2 miljoen verhoogd. Dit komt onder andere door een toevoeging uit de eindejaarsmarge van € 16,9 miljoen ter dekking van de overlopende verplichtingen uit 2011 die in 2012 tot betaling zijn gekomen.

  • Het budget voor loon- en prijsbijstelling wordt met € 4,5 miljoen verlaagd. Deze middelen worden toegevoegd aan de personele bekostiging.

Ontvangsten

  • Het ontvangstenbudget wordt met € 37,0 miljoen verhoogd. Gemeenten hebben over de periode 2006–2010 € 37,0 miljoen van de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid niet besteed.

Artikel 3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

6 902 783

7 034 206

79 556

7 113 762

Waarvan garantieverplichtingen

   

 4 000

 4 000

Uitgaven

6 933 900

7 065 323

75 556

7 140 879

Personele en materiële bekostiging

6 515 731

6 629 401

75 575

6 704 976

Actieplan beter presteren (voorheen Kwaliteitsbeleid voortgezet onderwijs)

47 644

110 000

0

110 000

Versterken centrale en uniforme toetsing

31 638

9 638

– 1 790

7 848

Excellente leerlingen en hoogbegaafden

8 349

349

0

349

Regionaal zorgbudget etc.

73 970

73 970

0

73 970

Leerplusarrangement

84 074

84 074

– 4 400

79 674

Doorontwikkeling praktijkonderwijs

2 300

2 300

0

2 300

Visueel gehandicapten

1 206

1 206

0

1 206

Experimenten vmbo-mbo2

11 772

5 936

0

5 936

Borgingscohort experimenten vmbo-mbo2

16 913

21 245

0

21 245

Onderwijs Caribisch Nederland

10 367

10 367

0

10 367

Scholen aan zet

7 400

2 400

0

2 400

Taal en rekenen

8 074

2 074

0

2 074

Actieprogramma «Onderwijs bewijs» (ex-FES)

4 744

4 715

0

4 715

Wet SLOA (po, vo, mbo)

45 892

43 727

4 257

47 984

Overig

15 747

15 544

– 3 359

12 185

Ondersteuning ICT (po, vo, mbo)

20 900

20 900

1 330

22 230

Uitvoeringsorganisatie DUO

27 179

27 477

3 943

31 420

Ontvangsten

1 361

1 361

2 300

3 661

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • Het budget voor Personele en materiële bekostiging wordt per saldo met € 75,6 miljoen verhoogd als gevolg van de volgende mutaties:

    • uitdeling van de loonbijstelling (werkgeverslasten tranche 2012) en de compensatie voor de maatregelen met betrekking tot de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering: + € 28,3 miljoen;

    • uitdeling van de prijsbijstelling tranche 2012: + € 24,6 miljoen;

    • toevoeging vanuit de eindejaarsmarge die ten goede komt aan het VO-onderwijsveld: + € 33,1 miljoen;

    • uitdeling van aanvullende middelen voor Caribisch Nederland: + € 3,7 miljoen;

    • verhoging met € 8,0 miljoen van het gereserveerde bedrag in verband met de toezegging van de continuïteitsgarantie van € 18,0 miljoen aan Amarantis. Daarnaast een verlaging van € 11,0 miljoen omdat in 2012 € 7,0 miljoen van de € 18,0 miljoen is besteed. De resterende € 11,0 miljoen wordt doorgeschoven naar latere jaren;

    • een verlaging met € 11,1 miljoen als gevolg van overboekingen naar onder andere artikel 1 voor diverse projecten zoals het actieplan Beter presteren en Meer Betere Bèta’s.

  • Het budget voor Leerplusarrangement wordt met € 4,4 miljoen verlaagd. De uitgaven voor de eerste opvang van vreemdelingen blijven, gelet op de realisatie van de eerste peildatum, naar verwachting € 4,4 miljoen achter bij de raming.

  • Het budget voor Wet SLOA (po, vo, mbo) wordt met € 4,3 miljoen verhoogd als gevolg van een interne overboeking van het ene naar het andere artikel in het kader van verantwoord begroten.

  • Het budget Overig wordt met € 3,3 miljoen verlaagd, voornamelijk als gevolg van het verwerken van diverse overboekingen.

  • Het budget voor Uitvoeringsorganisatie DUO wordt met € 3,9 miljoen verhoogd als gevolg van een tegenvaller ad. € 1,1 miljoen bij het project digitale examens en het verwerken van diverse overboekingen.

Ontvangsten

  • Het ontvangstenbudget wordt met € 2,3 miljoen verhoogd als gevolg van terugvordering van middelen naar aanleiding van de controle op aanvragen in het kader van de regeling praktijkgerichte leeromgeving vmbo/pro (1e, 2e en 3e audit van ICSadviseurs).

Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

3 514 780

3 482 656

86 312

3 568 968

Waarvan garantieverplichtingen

   

 21 147

  21 147

Uitgaven

3 468 898

3 455 867

29 453

3 485 320

Bekostiging roc's/overige regelingen

2 878 690

2 861 050

58 876

2 919 926

Bekostiging kbb's

98 814

98 976

1 213

100 189

Bekostiging Caribisch Nederland

2 089

3 559

– 456

3 103

Verbetermiddelen Caribisch Nederland

18 072

18 827

– 13 134

5 693

Leerlinggebonden financiering (LGF)

40 001

43 762

– 1 886

41 876

Versterken centrale en uniforme toetsing

11 911

11 911

– 10 327

1 584

Taal en rekenen

56 109

53 609

– 245

53 364

Regeling stagebox

35 000

35 000

– 100

34 900

Schoolmaatschappelijk werk

14 017

14 017

0

14 017

Prestatiebox

0

4 100

0

4 100

Convenanten met RMC-regio's

68 160

61 038

– 511

60 527

Programmagelden regio's

19 300

0

0

0

Plusvoorziening «overbelaste jongeren» en wijkscholen

30 000

30 400

0

30 400

RMC's

31 599

31 599

286

31 885

Aanvalsplan Laaggeletterdheid

4 000

4 000

0

4 000

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo2

4 530

3 544

– 544

3 000

Sectorplan mbo-hbo techniek 2011–2016

400

400

0

400

Netwerkscholen

3 000

3 000

0

3 000

Educatie

110 766

110 766

838

111 604

Pilots Laaggeletterdheid

5 000

5 000

– 2 500

2 500

Overig

19 935

42 991

– 2 430

40 561

Uitvoeringsorganisatie DUO

17 505

18 318

373

18 691

Ontvangsten

0

2 000

11 747

13 747

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • Het budget voor Bekostiging roc’s/overige regelingen wordt met € 58,9 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

    • een bijstelling van € 14 miljoen voor de loonontwikkeling (werkgeverslasten tranche 2012) en de compensatie voor de maatregelen met betrekking tot de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering;

    • een bijstelling van € 24 miljoen voor de prijsontwikkeling 2012;

    • een toevoeging aan de lumpsum van € 12 miljoen voor de middelen van versterken centrale en uniforme toetsing;

    • een bedrag van -€ 1,5 miljoen wordt doorgeschoven omdat de einddeclaraties in het kader van ESF voor versterking BBL en bestrijding VSV niet meer in 2012 zullen binnenkomen;

    • toevoeging van een bedrag van € 12 miljoen door verschillende afrekeningen (zie de toelichting bij de ontvangsten).

  • Het budget voor Verbetermiddelen Caribisch Nederland wordt met € 13,1 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

    • de uitdeling naar de betrokken beleidsartikelen van -€ 5,3 mln. ten behoeve van gestegen salariskosten;

    • een bedrag van -€ 6,8 miljoen wordt doorgeschoven ten behoeve van de verbetermiddelen voor Caribisch Nederland;

    • een overboeking naar het artikel 15 (Media) van -€ 0,5 miljoen voor drie bibliotheken op Caribisch Nederland.

  • Het budget voor Pilots laaggeletterdheid wordt met € 2,5 miljoen verlaagd. Vanwege aanloopproblemen bij deze pilot in 2012 is er voor gekozen om de termijn van de pilot te verlengen tot medio 2015. Deze middelen zullen daardoor niet meer dit jaar besteed worden maar wel volgend jaar.

  • Het budget Overig wordt met € 2,4 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt grotendeels verklaard door het doorschuiven van doorlopende verplichtingen op onderzoeken en projecten.

Ontvangsten

  • Het ontvangstenbudget wordt met € 11,7 miljoen verhoogd. Deze verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:

    • een afrekening van € 5,5 miljoen van het innovatiearrangement met de Stichting Platform Beroepsonderwijs;

    • een afrekening van € 4,1 miljoen van het project Leren en Werken;

    • een afrekening van € 2,1 miljoen van de Technocentra.

Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

2 455 998

2 418 938

99 009

2 517 947

Waarvan garantieverplichtingen

   

 10 000

10 000

Uitgaven

2 501 470

2 477 953

64 586

2 542 539

Reguliere bekostiging1

2 456 191

2 432 619

62 912

2 495 531

Profilering

0

0

 

0

Studiekeuzeinformatie voor het hoger onderwijs

2 400

2 455

 

2 455

Praktijkgericht onderzoek (Raak)

20 267

22 267

 

22 267

Ondernemerschap

500

500

 

500

Hbo-masteropleidingen

1 481

1 481

 

1 481

Deltaplan/Investeringsagenda bèta en techniek

1 000

1 000

 

1 000

Sectorplan mbo-hbo techniek 2011–2016/ Centres of Expertise

2 000

0

 

0

Uitvoeringsorganisatie DUO

17 631

17 631

1 674

19 305

Ontvangsten

974

1 213

3 911

5 124

X Noot
1

In de middelen voor <<Reguliere bekostiging>> zijn ook enkele posten voor overige uitgaven verwerkt.

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • Het budget voor het instrument Reguliere bekostiging wordt met € 62,9 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

    • een verhoging van € 32,7 miljoen als gevolg van het afschaffen van de langstudeerdersmaatregel overeenkomstig het Deelakkoord begroting 2013. Omdat de afschaffing van de maatregel al in 2012 financiële consequenties heeft voor de universiteiten en hogescholen wordt reeds in 2012 een bedrag beschikbaar gesteld. Het gaat in totaal om € 62 miljoen, waarvan € 32,7 miljoen voor de hogescholen. Het deel dat betrekking heeft op het groen hbo (en is overgeboekt naar het ministerie van EL&I) bedraagt € 0,7 miljoen;

    • een bijstelling van € 10,2 miljoen voor de loonontwikkeling (werkgeverslasten tranche 2012) en de compensatie voor de maatregelen met betrekking tot de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering;

    • een bijstelling van € 14,2 miljoen voor de prijsontwikkeling 2012;

    • een kasschuif van -€ 2 miljoen vanwege de aanpassing van de periode waarin de middelen beschikbaar worden gesteld voor het verbeteren van de landelijke praktijk van toetsing;

    • toevoeging van een bedrag van € 4,7 miljoen voor de dekking van specifieke (incidentele) knelpunten; en

    • toevoeging van een bedrag van € 3,9 miljoen. Deze verhoging betreft een desaldering die verband houdt met terugvorderingen in 2012. De teruggevorderde middelen worden toegevoegd aan het macrokader van het hbo.

Omdat een groot deel van bovengenoemde mutaties een effect heeft op de rijksbijdrage van de hogescholen, is onderstaand een geactualiseerd overzicht opgenomen (zie ook de 1e suppletoire begroting 2012; Kamerstuk 33 280 VIII, nr. 2, blz. 12).

Overzicht rijksbijdrage 2012 hogescholen (bedragen x € 1 000)

Onderwijsdeel

2 410 449

Deel ontwerp en ontwikkeling (Lectoren en kenniskringen)

68 605

Totaal

2 479 054

Ontvangsten

  • Het ontvangstenbudget wordt met € 3,9 miljoen verhoogd. Deze verhoging betreft een desaldering die verband houdt met terugvorderingen in 2012. De teruggevorderde middelen worden toegevoegd aan het macrokader van het hbo.

Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

3 909 380

3 811 249

161 559

3 972 808

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

3 894 034

3 872 661

110 836

3 983 497

Reguliere bekostiging

3 862 491

3 841 118

110 836

3 951 954

Profilering

0

0

 

0

Toponderzoeksscholen voor topsectoren en «grand challenges'

20 000

20 000

 

20 000

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (Sirius Programma)

11 543

11 543

 

11 543

Ontvangsten

16

16

 

16

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • Het budget voor het instrument Reguliere bekostiging wordt met € 110,8 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

    • een verhoging van € 29,3 miljoen als gevolg van het afschaffen van de langstudeerdersmaatregel overeenkomstig het Deelakkoord begroting 2013. Omdat de afschaffing van de maatregel al in 2012 financiële consequenties heeft voor de universiteiten en hogescholen wordt reeds in 2012 een bedrag beschikbaar gesteld. Het gaat in totaal om € 62 miljoen, waarvan € 29,3 miljoen voor de universiteiten. Het deel dat betrekking heeft op het groen wo (en is overgeboekt naar het ministerie van EL&I) bedraagt € 0,9 miljoen;

    • een bijstelling van € 15,5 miljoen voor de loonontwikkeling (werkgeverslasten tranche 2012) en de compensatie voor de maatregelen met betrekking tot de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering;

    • een overboeking van € 6,3 miljoen door het ministerie van VWS van de loonbijstellingen 2012 betreffende de sector academische ziekenhuizen;

    • een bijstelling van € 28,2 miljoen voor de prijsontwikkeling 2012;

    • een bijstelling van € 26,1 miljoen in verband met een beroepszaak van de Technische Universiteit Delft. De Rechtbank Den Haag heeft het beroep van deze universiteit over de terugvordering van een bedrag van € 25,0 miljoen (inclusief wettelijke rente € 26,1 miljoen) door het ministerie van OCW, welke verband houdt met de brand gebouw faculteit bouwkunde in 2008, gegrond verklaard; en

    • toevoeging van een bedrag van € 5,9 miljoen voor de dekking van specifieke (incidentele) knelpunten.

Omdat een groot deel van bovengenoemde mutaties een effect heeft op de rijksbijdrage van de universiteiten, is onderstaand een geactualiseerd overzicht opgenomen (zie ook de 1e suppletoire begroting 2012; Kamerstuk 33 280 VIII, nr. 2, blz. 14).

Overzicht rijksbijdrage 2012 universiteiten (bedragen x € 1 000)

Onderwijsdeel

1 616 492

Onderzoekdeel

1 686 967

Academische ziekenhuizen

581 042

Totaal

3 884 501

Artikel 8. Internationaal beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

7 960

7 143

211

7 354

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

16 890

16 890

211

17 101

Mobiliteitsprogramma's Europees Platform en Fulbright Center

5 730

5 730

89

5 819

EU-programma Leven Lang Leren

1 731

1 731

17

1 748

Bilaterale samenwerking met andere landen

1 596

1 630

11

1 641

Programma's Agentschap NL

1 168

1 168

 

1 168

OCW-vertegenwoordiging in het buitenland

2 551

2 551

98

2 649

Participeren in multilaterale organisaties

3 459

3 459

– 139

3 320

Stimuleren van internationale uitwisseling van kennis en cultuur, beleidsonderzoek en benchmarking

655

621

135

756

Het integreren van de BES-eilanden in Nederland

0

0

 

0

Ontvangsten

99

99

 

99

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven.

Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

426 396

314 875

– 36 215

278 660

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

426 396

314 875

– 36 215

278 660

De kwaliteit van de leraar en schoolleider wordt duurzaam geborgd

185 435

121 164

4 833

125 997

Naar professionele scholen, met ruimte voor goed onderwijspersoneel

162 412

116 013

– 11 945

104 068

Er komen voldoende en goed opgeleide leraren

50 500

51 232

– 29 135

22 097

Overig

21 773

20 190

– 30

20 160

Uitvoeringsorganisatie DUO

6 276

6 276

62

6 338

Ontvangsten

0

0

4 100

4 100

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • Het budget voor De kwaliteit van de leraar en schoolleider wordt duurzaam geborgd wordt per saldo met € 4,8 miljoen verhoogd in verband met:

    • het ter beschikking stellen van extra middelen (€ 7 miljoen) in het mbo voor het realiseren van de verdere professionalisering van medewerkers;

    • het overboeken naar artikel 1 (po) van het aandeel artikel 9 (€ 2,2 miljoen) in de subsidie School aan Zet ten behoeve van de begeleiding/ondersteuning van de instellingen voor po en vo bij de professionalisering van hun onderwijspersoneel en de borging ervan.

  • Het budget voor Naar professionele scholen, met ruimte voor goed onderwijspersoneel wordt per saldo met € 11,9 miljoen verlaagd als gevolg van:

    • het niet tot uitkering komen van een deel van de middelen 2012 voor prestatiebeloning in het onderwijs (€ 8 miljoen);

    • onderuitputting van € 6 miljoen op het budget experimenten «Actieplan LeerKracht», dit omdat diverse projecten later zijn gestart/aangevraagd danwel eerst in 2013 worden ingezet;

    • de uitdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2012 (€ 2,1 miljoen).

  • Het budget voor Er komen voldoende en goed opgeleide leraren wordt met € 29,1 miljoen verlaagd in verband met:

    • onderuitputting van € 9,6 miljoen op het budget «Kwaliteitsagenda voor Leraren», dit omdat diverse projecten later zijn gestart/aangevraagd danwel eerst in 2013 worden ingezet;

    • het feit dat op de «regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen» zich een meevaller voordoet van € 2,4 miljoen omdat het aantal studenten op de betreffende scholen nog niet het maximum heeft bereikt;

    • een intertemporele compensatie van € 16 miljoen om het budget «aansluiting Pabo’s/lerarenopleidingen en schoolbesturen» voor de jaren 2012 tot en met 2016 in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven;

    • het overboeken naar de artikelen 1 (po) en 3 (vo) van het aandeel artikel 9 (€ 1,1 miljoen) in de middelen voor het onderwijs op Caribisch Nederland.

Ontvangsten

  • Het ontvangstenbudget is met € 4,1 miljoen verhoogd. Deze verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:

    • door leraren terugbetaalde lerarenbeurzen (€ 3,9 miljoen) als gevolg van het voortijdig stoppen met hun opleiding;

    • door ontvangsten (€ 0,2 miljoen) op het afrekenen van in voorgaande jaren verstrekte projectsubsidies.

Artikel 11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

3 746 891

3 667 390

156 174

3 823 564

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

3 746 891

3 667 390

156 174

3 823 564

       

 

 

Basisbeurs

1 266 547

1 166 354

41 000

1 207 354

Gift (R)

1 021 900

952 708

– 27 000

925 708

Prestatiebeurs (NR)

244 647

213 646

68 000

281 646

           

Aanvullende beurs

671 230

611 422

– 14 000

597 422

Gift (R)

514 517

516 196

– 18 000

498 196

Prestatiebeurs (NR)

156 714

95 226

4 000

99 226

           

Reisvoorziening

196 608

147 679

150 490

298 169

Bijdragen aan vervoersbedrijven (R)

374 318

367 474

180 490

547 964

Gift (R)

520 583

504 426

– 10 000

494 426

Prestatiebeurs (R)

– 698 294

– 724 222

– 20 000

– 744 222

           

Leenvoorzieningen

1 463 482

1 487 573

– 60 801

1 426 772

Rentedragende lening (NR)

1 277 663

1 306 703

– 9 152

1 297 551

Collegegeldkrediet (NR)

185 819

180 870

– 51 649

129 221

           

Overige uitgaven

60 596

154 944

28 000

182 944

Overige uitgaven relevant

88 753

103 595

0

103 595

Overige uitgaven niet-relevant

– 28 157

51 349

28 000

79 349

           

Programma-uitgaven overig

88 428

99 418

11 485

110 903

Uitvoeringsorganisatie DUO (R)

88 428

99 418

11 485

110 903

           

Totaal programma-uitgaven

3 746 891

3 667 390

156 174

3 823 564

Waarvan relevant

1 910 206

1 819 596

116 975

1 936 571

Waarvan niet-relevant

1 836 685

1 847 794

39 199

1 886 993

           

Ontvangsten

755 386

717 405

– 20 000

697 405

           

Terugbetaling leningen

       

Terugontvangsten hoofdsom (NR)

414 046

385 373

– 5 000

380 373

Ontvangsten rente en relevante hoofdsom (R)

277 345

260 157

– 20 000

240 157

Kortlopende vorderingen (R)

63 995

71 875

5 000

76 875

Totaal ontvangsten

755 386

717 405

– 20 000

697 405

Waarvan relevant

341 340

332 032

– 15 000

317 032

Waarvan niet-relevant

414 046

385 373

– 5 000

380 373

Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • Het budget voor de basisbeurs wordt met € 41,0 miljoen verhoogd:

    • de relevante basisbeursuitgaven worden met € 27,0 miljoen verlaagd. Er zijn minder bol’ers in het giftregime dan geraamd (- € 22,0 miljoen). De referentieraming liet een stijgende trend zien. Deze stijging doet zich niet voor in de realisaties bij de bol niveau 1 en 2. Daar daalt het aantal studerenden met basisbeurs. Daarnaast is er minder prestatiebeurs omgezet in gift (- € 5,0 miljoen).

    • de niet-relevante uitgaven basisbeurs vallen € 68,0 miljoen hoger uit. Omdat er minder prestatiebeurs is omgezet in gift dan geraamd, ontstaat het begrotingseffect van meer niet-relevante uitgaven. Verder is er meer basisbeurs toegekend dan geraamd.

  • Het budget voor de aanvullende beurs wordt met € 14,0 miljoen verlaagd:

    • de relevante aanvullende beursuitgaven worden met € 18,0 miljoen verlaagd. Het aantal bol’ers in het giftregime is lager dan geraamd (- € 13,0 miljoen) en er zijn minder omzettingen van prestatiebeurs in gift (- € 5,0 miljoen);

    • de niet-relevante uitgaven aanvullende beurs vallen € 4,0 miljoen hoger uit.

  • Het budget voor de reisvoorziening wordt per saldo met € 150,5 miljoen verhoogd:

    • Dit betreft een mutatie van € 171,5 miljoen, omdat een deel van de verplichtingen 2013 aan de vervoersbedrijven in 2012 wordt voldaan;

    • Een verhoging van het budget met € 9,0 miljoen vindt plaats als gevolg van prijsbijstelling 2012;

    • Er wordt in 2012 naar verwachting € 10,0 miljoen minder aan reisvoorziening (onderdeel prestatiebeurs) omgezet in gift;

    • Voor de reisvoorziening wordt in 2012 € 20,0 miljoen meer aan prestatiebeurs toegekend dan geraamd (voornamelijk in het hoger onderwijs), wat eveneens leidt tot minder kaderrelevante uitgaven. Daarnaast wordt deze meevaller veroorzaakt doordat de beperking van de reisvoorziening voor studenten in het hoger onderwijs niet per 1 september 2012 maar per 1 januari 2013 effectief wordt.

  • Het budget voor leenvoorzieningen wordt met totaal € 60,8 miljoen verlaagd. Met name vanwege de vrijval van het langstudeerderskrediet wordt minder dan geraamd gebruik gemaakt van het collegegeldkrediet.

  • Het budget voor overige uitgaven wordt met € 28,0 miljoen verhoogd. Dit betreft een technische mutatie als gevolg van de relevante meevallers in 2012 bij de basis- en aanvullende beurs.

  • Het budget voor programma-uitgaven overig wordt met € 11,5 miljoen verhoogd. Deze mutatie betreft voor het grootste deel een verhoging met € 10,0 miljoen van het budget 2012 voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS) van DUO om de volgende programmafase te bekostigen.

Ontvangsten

  • Het budget terugbetaling leningen wordt met totaal € 20,0 miljoen verlaagd. Dit is het saldo van meerdere mutaties:

    • er zijn € 20,0 miljoen lagere relevante rente-ontvangsten, hoofdzakelijk door minder spontane/extra ontvangsten dan geraamd;

    • er is € 5,0 miljoen minder terugbetaald op de hoofdsom van uitstaande leningen;

    • de kortlopende ontvangsten vallen € 5,0 miljoen hoger uit dan geraamd.

Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

129 624

124 562

– 4 828

119 734

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

129 624

124 562

– 4 828

119 734

TS 17-

32 134

32 872

– 5 000

27 872

TS 18+

8 975

6 952

 

6 952

VO 18+

71 106

67 295

 

67 295

 

Waarvan relevant

69 470

65 436

0

65 436

 

Waarvan niet-relevant

1 636

1 859

0

1 859

Uitvoeringsorganisatie DUO

17 409

17 443

172

17 615

Ontvangsten

13 847

6 393

0

6 393

TS 17-

1 470

1 324

0

1 324

TS 18+

1 388

935

0

935

VO 18+

10 989

4 134

0

4 134

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder wordt de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

Het budget van de WTOS TS 17- wordt met € 5,0 miljoen verlaagd. Er wordt minder gebruik gemaakt van de regeling tegemoetkoming schoolkosten (vooral gebruikt door minderjarige deelnemers bol) dan verwacht.

Artikel 13. Lesgelden

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

6 837

6 895

68

6 963

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

6 837

6 895

68

6 963

Uitvoeringsorganisatie DUO

6 837

6 895

68

6 963

Ontvangsten

225 549

214 637

0

214 637

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven.

Artikel 14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

2 782 771

2 781 008

37 787

2 818 795

Waarvan garantieverplichtingen

634 000

634 000

0

634 000

Totale uitgaven

895 631

893 868

37 787

931 655

           

Programma-uitgaven

855 516

855 204

33 682

888 886

waarvan Cultuursubsidies 2009–2012

562 337

562 337

2 917

565 254

           

Kunsten

434 096

427 125

50 465

477 590

           

Cultuursubsidies 2009–2012

382 813

382 813

1 087

383 900

4-jarig

85 740

85 740

1 069

86 809

producerend

65 836

65 836

850

66 686

niet producerend

19 904

19 904

219

20 123

Langjarig

140 470

140 470

460

140 930

producerend

110 249

110 249

956

111 205

niet producerend

30 221

30 221

– 496

29 725

Fondsen

156 603

156 603

– 442

156 161

           

Subsidies

51 283

44 312

49 378

93 690

Verbreden inzet Cultuur

20 383

12 938

1 679

14 617

Internationaal Cultuurbeleid (incl. HGIS)

4 666

5 666

1 676

7 342

Overig Kunsten

26 234

25 708

423

26 131

Frictie- en transitiekosten

0

0

45 600

45 600

           

Letteren en Bibliotheken

77 523

79 103

– 229

78 874

           

Cultuursubsidies 2009–2012

26 188

26 188

333

26 521

4-jarig

6 635

6 635

83

6 718

producerend

2 652

2 652

33

2 685

niet producerend

3 983

3 983

50

4 033

Langjarig

9 472

9 472

123

9 595

producerend

2 899

2 899

41

2 940

niet producerend

6 573

6 573

82

6 655

Fondsen

10 081

10 081

127

10 208

           

Subsidies

51 335

52 915

-562

52 353

Verbreden inzet Cultuur

1 078

1 078

 

1 078

Beelden voor de toekomst

8 135

8 135

 

8 135

Bibliotheekvernieuwing

18 093

18 093

35

18 128

Leesvoorziening leesgehandicapten

11 100

11 100

140

11 240

Programma leesbevordering

2 934

2 934

 

2 934

Creatieve Industrie

2 445

2 445

 

2 445

Internationaal Cultuurbeleid (HGIS)

506

506

 

506

Overig Letteren en Bibliotheken

7 044

8 624

– 737

7 887

           

Cultureel Erfgoed

323 132

325 384

– 19 320

306 064

           

Cultuursubsidies 2009–2012

153 336

153 336

1 497

154 833

4-jarig

2 817

2 817

48

2 865

producerend

655

655

12

667

niet producerend

2 162

2 162

36

2 198

Langjarig

150 519

150 519

1 449

151 968

producerend

150 519

150 519

1 449

151 968

niet producerend

0

0

 

0

           

Subsidies

144 832

147 084

-20 505

126 579

Verbreden inzet Cultuur

389

1 474

573

2 047

Musea: huisvesting

16 626

16 202

– 38

16 164

Musea: buiten Cultuursubsidies 2009–2012

9 045

12 445

 

12 445

Erfgoed en Ruimte

0

0

 

0

Monumenten

109 627

109 627

– 20 000

89 627

Archeologie

1 674

1 674

– 107

1 567

Projecten en internationale verplichtingen

7 471

5 662

– 933

4 729

           

Overdrachten

24 964

24 964

-312

24 652

Archieven

24 964

24 964

– 312

24 652

           

Bijdrage aan baten/lastendiensten

20 765

23 592

2 766

26 358

Nationaal Archief

20 765

23 592

2 766

26 358

           

Overig

40 115

38 664

4 105

42 769

Rijksdienst Cultureel Erfgoed

40 115

38 664

4 105

42 769

Ontvangsten

494

5 086

1 645

6 731

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • De Cultuursubsidies 2009–2012 worden per saldo met € 2,9 miljoen verhoogd met loonindexatie 2012 en prijsbijstelling 2012 voor de huisvestingscomponent van musea waarvan de gebouwen eigendom zijn van de Rijksgebouwendienst (RGD).

  • Het budget voor Frictie- en transitiekosten wordt met € 45,6 miljoen verhoogd in verband met het versneld betalen van frictiekosten als gevolg van de afbouw Cultuursubsidies. Dit is bedoeld voor instellingen waarvan de subsidie met ingang van januari 2013 geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd en die derhalve nu al bezig zijn met het ontmantelen van hun organisatie.

  • Het budget voor Monumentenzorg wordt met € 20 miljoen verlaagd. De verlaging betreft een overboeking naar het Provinciefonds voor de restauratie van monumenten.

  • Het budget voor het Nationaal Archief wordt met € 2,7 miljoen verhoogd als gevolg van een bijdrage van andere departementen ten behoeve van de uitvoering van het masterplan Concentratie Archiefdepot.

  • Het budget voor de Rijksdienst Cultureel Erfgoed wordt met € 4,1 miljoen verhoogd ten behoeve van de volgende onderdelen:

    • het Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed;

    • de Nieuwe Hollandse Waterlinie;

    • het actualiseren van het Archeologiebeleid; en

    • het verbeteren van het Monumenten Uitvoeringssysteem.

Artikel 15. Media

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

916 532

916 542

32 497

949 039

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

915 954

915 964

32 497

948 461

Publieke omroep

891 511

891 511

32 342

923 853

Pers en journalistieke producties

2 300

2 300

 

2 300

Bewust mediagebruik

2 000

2 000

 

2 000

Stimuleringsfonds Nederlandse culturele mediaproducties

17 922

17 922

 

17 922

Overige uitgaven (geen Mediawet)

2 325

2 335

51

2 386

Overige uitgaven (taakstelling Regeerakkoord)

– 104

– 104

104

0

Ontvangsten

197 500

197 510

18 000

215 510

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • De hogere uitgaven en verplichtingen worden grotendeels veroorzaakt door enerzijds de uitkering van de wettelijke prijsindex van € 14,5 miljoen en anderzijds hogere uitgaven van € 18,0 miljoen als gevolg van een hogere raming van de reclameontvangsten.

Ontvangsten

  • De hogere ontvangsten betreffen een hogere raming van de reclameontvangsten.

Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

829 971

839 873

48 398

888 271

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

894 029

900 656

34 552

935 208

NWO

312 706

312 719

14 106

326 825

KNAW

93 439

93 451

865

94 316

Koninklijke Bibliotheek (KB)

46 336

46 411

7 180

53 591

LF TUD bibliotheek

7 654

7 654

80

7 734

SURF

7 545

7 545

77

7 622

CPG

518

518

2

520

Montesquieu Instituut

1 071

1 071

11

1 082

Max Planck Instituut

1 606

1 606

16

1 622

NCB

5 289

5 289

54

5 343

BPRC/ Stichting AAP

9 653

10 353

57

10 410

Nationaal Herbarium

1 129

1 129

12

1 141

STT

234

234

2

236

EMBC

740

740

12

752

EMBL

4 380

4 380

100

4 480

ESA

30 153

30 153

– 100

30 053

CERN

36 254

35 567

5 738

41 305

ESO

7 100

7 100

7 182

14 282

NEMO

3 388

3 388

238

3 626

Nationaal Contactpunt Kaderprogramma (v/h EG-Liaison)

459

459

0

459

NTU/INL

3 190

3 190

0

3 190

EIB

1 302

1 302

14

1 316

Nationale coördinatie

6 389

6 278

407

6 685

Bilaterale samenwerking

4 383

4 383

0

4 383

Weerstandsverhoging onderzoekinstellingen (CBRN)

2 000

2 000

0

2 000

Grootschalige researchfaciliteiten

1 830

1 830

0

1 830

SURFnet

7 200

7 200

0

7 200

NCB

6 900

6 900

0

6 900

Hersenen en Cognitie

3 900

3 900

0

3 900

Genomics

44 000

44 000

0

44 000

Valorisatie

2 500

2 500

– 2 500

0

Kust- en zeeonderzoek

2 500

2 500

0

2 500

Grootschalige research infrastructuur

56 000

61 950

0

61 950

STW

10 000

10 000

0

10 000

Poolonderzoek

1 500

2 200

792

2 992

Gezondheidsonderzoek

1 500

1 500

0

1 500

VI-Talentenontwikkeling

168 481

168 481

0

168 481

Nader te verdelen

506

481

204

685

Uitvoeringsorganisatie DUO

294

294

3

297

Ontvangsten

101

101

0

101

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument

  • Het budget voor NWO wordt met € 14,1 miljoen verhoogd voor onder meer het nakomen van een internationale (contribute)verplichtingen aan de internationale onderzoeksfaciliteiten en in het kader van het «Masterplan Toekomst Wiskunde» een eenmalige bijdrage van € 4,0 miljoen voor het continueren van het national toponderzoek en het academisch onderwijs door de wiskundeclusters.

  • Het budget voor de Koninklijke Bibliotheek (KB) wordt met € 7,2 verhoogd voor onder meer het verbeteren van de brandveiligheid bij de KB (€ 5,0 miljoen) en voor de frictiekosten in verband met de samenwerking van de KB en het Nationaal Archief (€ 1,5 miljoen).

  • Het budget van CERN wordt met € 5,7 miljoen verhoogd in verband met de tegenvallende wisselkoers van de Zwitserse Franc.

  • Het budget van ESO wordt met € 7,2 miljoen verhoogd in verband met een eenmalige bijdrage aan de Extremely Large Telescope.

  • Het budget Valorisatie wordt met € 2,5 miljoen verlaagd in verband met een overboeking van dit budget naar het Ministerie van EL&I.

Artikel 25. Emancipatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

14 554

11 371

4 254

15 625

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

16 630

15 364

– 426

14 938

Emancipatie

10 967

9 280

– 443

8 837

Homo-emancipatie

5 513

5 934

16

5 950

Uitvoeringsorganisatie DUO

150

150

1

151

Ontvangsten

0

0

0

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven.

2.3 Niet-beleidsartikelen

Artikel 91

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 91 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

0

391 601

– 391 601

0

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

0

391 601

– 391 601

0

Loonbijstelling

0

110 914

– 110 914

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

Nader te verdelen

0

280 687

– 280 687

0

Ontvangsten

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven. Hieronder wordt de verdeling van de loon- en prijsbijstelling weergegeven en wordt de verlaging van het budget Nader te verdelen toegelicht.

Tabel verdeling loon- en prijsbijstelling (bedragen x € 1 000)

Art.nr.

Omschrijving

Loonbijstelling

Prijsbijstelling

1

Primair onderwijs

35 225

27 895

3

Voortgezet onderwijs

28 431

24 819

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

13 490

24 546

6

Hoger beroepsonderwijs

10 216

14 359

7

Wetenschappelijk onderwijs

15 523

28 180

8

Internationaal beleid

29

182

9

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

1 702

415

11

Studiefinanciering

167

9 718

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

33

139

13

Lesgelden

13

55

14

Cultuur

3 039

7 363

15

Media

9

14 488

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

2 454

6 482

25

Emancipatie

35

237

91

Nominaal & onvoorzien

0

– 724

92/93/94

Apparaatskosten

548

1 540

 

Totaal van de verdeling

110 914

159 694

 

Nog niet verdeeld

0

0

Toelichting

  • Het totaal van de loonbijstelling (€ 110,9 miljoen) is bij de Voorjaarsnota aan de OCW begroting toegewezen. Het betreft de vergoeding voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten van in totaal € 97,2 miljoen voor 2012. Daarnaast krijgen de onderwijssectoren vo, bve, hbo en wo een specifieke compensatie van in totaal € 13,7 miljoen vanwege het nadeel dat ze ondervinden door de wijzigingen per 1 januari 2012 in de inkomensafhankelijke bijdrage (Iab) voor de zorgverzekeringswet. De loonbijstelling wordt in deze suppletoire begroting aan de loongevoelige begrotingsartikelen toegedeeld volgens bovenstaand overzicht.

  • Het totaal van de prijsbijstelling (€ 159,7 miljoen) is aan de OCW begroting toegewezen. De prijsbijstelling wordt in deze suppletoire begroting aan de prijsgevoelige begrotingsartikelen toegedeeld volgens bovenstaand overzicht.

  • Het budget Nader te verdelen, bestaande uit de eindejaarmarge 2011/2012 en de meevallers als gevolg van de doorwerking van de lagere leerlingenaantallen en de raming studiefinanciering, wordt in totaal met € 280,7 miljoen verlaagd. Dit budget is ingezet ter dekking van een deel van de departementale taakstelling uit het Begrotingsakkoord 2013 (€ 171,5 miljoen) en aantal OCW specifieke knelpunten (€ 110,8 miljoen). Het gaat daarbij onder meer om de kosten die de Koninklijke Bibliotheek moet maken als gevolg van de aangescherpte regeling brandveiligheid en asbestverwijdering, een tegenvaller bij CERN in verband met de wisselkoers van de Zwitserse franc en een bijdrage aan het reddingsplan van de Amarantis onderwijsgroep.

Artikel 92. Apparaat Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 92 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

143 920

151 482

442

151 924

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

143 920

151 482

442

151 924

Ontvangsten

567

567

0

567

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven.

Artikel 93. Inspecties

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 93 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

60 948

63 927

765

64 692

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

60 948

63 927

765

64 692

Inspectie van het Onderwijs

58 231

61 149

324

61 473

Erfgoedinspectie

2 717

2 778

441

3 219

Ontvangsten

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven.

Artikel 94. Adviesraden

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 94 (bedragen x € 1 000)
   

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1)

Stand 1e suppletoire begroting 2012 (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012 (3)

Stand 2e suppletoire begroting 2012 (4)=(2+3)

Verplichtingen

5 967

6 757

92

6 849

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

5 967

6 757

92

6 849

Onderwijsraad

2 398

2 398

24

2 422

Raad voor Cultuur

2 849

2 920

61

2 981

Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid

720

1 439

7

1 446

Ontvangsten

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2012» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2012» weergegeven.

Naar boven