33 400 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) en van de begrotingsstaten van Wonen en Rijksdienst (XVIII) voor het jaar 2013

33 400 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2013

Nr. 78 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2013

Het afgelopen jaar is Nederland geëvalueerd door de Groep Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (hierna GRECO). Onderwerp van de evaluatie was de preventie van corruptie bij het Parlement, het Openbaar Ministerie en de Rechterlijke Macht. Met deze brief wordt u geïnformeerd over de conclusies van de evaluatie en ontvangt u het, nog naar het Nederlands te vertalen, Engelstalige evaluatierapport van GRECO1.

Op 21 juni 2013 is voor Nederland het evaluatierapport met aanbevelingen vastgesteld. De conclusies in het rapport zijn gebaseerd op de beantwoording van een uitgebreide questionnaire en de bevindingen van een GRECO-evaluatieteam dat van 1 tot en met 5 oktober 2012 een werkbezoek bracht aan Nederland. Bij zowel de beantwoording van de questionnaire als het werkbezoek van het evaluatieteam leverde uw Kamer en de Griffie daarvan een belangrijke bijdrage. Conform de procedures bij GRECO is Nederland gevraagd het rapport zo snel mogelijk openbaar te maken en om medio december 2014 te rapporteren over de voortgang van de implementatie van de aanbevelingen in het evaluatierapport.

Achtergrond GRECO

GRECO werd in 1999 opgericht door de Raad van Europa en beoogt een bijdrage te leveren aan de strijd tegen corruptie door toe te zien op de uitvoering van de diverse anticorruptie verdragen van de Raad van Europa door de lidstaten. De groep spoort lacunes en tekortkomingen op in de nationale instrumenten ter bestrijding van corruptie en geeft een aanzet tot de wetgevende, institutionele en praktische hervormingen ter bevordering van het voorkomen en bestrijden van corruptie. Landen die het civiel- en strafrechtelijk verdrag tegen corruptie van de Raad van Europa hebben geratificeerd worden automatisch lid van GRECO en onderwerpen zich daarmee aan het bijbehorende systeem van wederzijdse evaluaties. Momenteel zijn 49 landen lid van GRECO (Nederland sinds 2001).

Conclusies evaluatie en aanbevelingen aan Nederland

De Nederlandse aanpak wordt in het evaluatierapport positief gewaardeerd. Nederland heeft in deze evaluatie – met één aanbeveling minder dan Finland, IJsland en het Verenigd Koninkrijk en aanzienlijk minder dan de overige reeds geëvalueerde landen – in totaal zeven aanbevelingen ontvangen en daarmee het minste aantal van de tot nu toe negen op dit thema geëvalueerde landen. GRECO constateert dat Nederland van oudsher relatief weinig corruptiezaken en integriteitschendingen kent. Ondanks het beperkt aantal regels en weinig toezicht blijkt Nederland een hoog percentage publiek vertrouwen in de integriteit van Kamerleden, rechters en officieren van Justitie te hebben. Bovendien werd de Nederlandse organisatie van het evaluatiebezoek – waar ook uw Kamer en de Griffie van uw Kamer bij betrokken waren – meermaals geprezen. Evenwel ontving Nederland ter verdere voorkoming van corruptie bij het Parlement, het Openbaar Ministerie en de Rechterlijke Macht de volgende aanbevelingen:

Parlement:

  • GRECO doet de aanbeveling een gedragscode op te stellen voor leden van beide Kamers;

  • Ten aanzien van de registratie van (financiële) belangen doet GRECO de aanbeveling een herziening door te voeren waarbij het aantal registratiecategorieën wordt uitgebreid en de mate van detail waarin gerapporteerd dient te worden kan worden voorgeschreven. Tevens wordt aanbevolen te overwegen om in de toekomst belangen van afhankelijke familieleden van het parlementslid mee te nemen in de opgave van belangen;

  • Aan bovenstaande (nog te ontwerpen) regelingen doet GRECO de aanbeveling een toezicht- en handhavingsmechanisme te verbinden;

  • GRECO doet de beide Kamers de aanbeveling een verantwoordelijke aan te wijzen met de functie van vertrouwenspersoon en om voorzieningen te treffen voor specifieke en periodieke training voor alle leden van beide Kamers omtrent ethische vraagstukken en belangenverstrengeling.

Rechterlijke Macht:

  • GRECO doet de aanbeveling een beperking op te nemen in de wet die voorkomt dat mensen tegelijkertijd het ambt van rechter en Kamerlid kunnen vervullen;

  • GRECO doet de aanbeveling het beleid en de richtlijnen op terrein van integriteit voor de rechterplaatsvervanger te herzien, opdat voor deze groep heldere standaarden bestaan en ondersteuning aanwezig is bij het omgaan met belangenverstrengeling en bij andere aan integriteit gerelateerde zaken.

Openbaar Ministerie:

  • GRECO doet de aanbeveling het recentelijk in gang gezette integriteitsbeleid bij het Openbaar Ministerie te evalueren om het, waar eventueel nodig, verder te verbeteren.

Overige evaluaties op terrein corruptiebestrijding (OESO, VN en EU)

De Nederlandse aanpak van corruptie is, naast in GRECO-verband, recentelijk ook door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) (vergaderjaar 2012–2013, Kamerstuk 29 911 nr. 78) beoordeeld en wordt daarnaast momenteel door de Verenigde Naties (VN) geëvalueerd. Deze gremia hebben evaluaties met verschillende aandachtsgebieden binnen het thema corruptie. De VN-evaluatie richt zich op de strafbaarstelling en aanpak van corruptie en internationale samenwerking, de OESO-evaluatie betreft de aanpak van buitenlandse omkoping. Bovendien heeft de Europese Commissie aangekondigd naar verwachting voor het eerst dit najaar en daarna eens per twee jaar een anticorruptie-rapport te publiceren waarin aanbevelingen aan EU-lidstaten gedaan zullen worden. De conclusies van de in deze brief genoemde evaluaties op terrein van corruptiebestrijding zullen waar mogelijk met elkaar in samenhang worden bezien en uw Kamer zal daarover nader geïnformeerd worden. Het beleid van het Kabinet zal erop zijn gericht naar vermogen en volledig rekening houdende met Nederlandse rechtsprincipes uitvoering te geven aan deze aanbevelingen.

Tot slot

Dit evaluatierapport, voorzien van een gelijkluidende begeleidende brief, zal aan de voorzitter van de Eerste Kamer worden gezonden. Tot slot ontvangt u na vertaling binnenkort een Nederlandstalige versie van het evaluatierapport.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven