33 258 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Voortman, Segers, Thieme en Klein houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet Huis voor klokkenluiders)

34 105 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Segers, Thieme, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders

N1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2017

Bij brief van 8 juli 2016 heb ik u geïnformeerd over de inwerkingtreding van de Wet Huis voor klokkenluiders, de bestuurssamenstelling, de financiën, de gedane toezeggingen rondom deze wet en over de uitvoering van de motie van het lid Bikker (ChristenUnie).

De motie-Bikker verzoekt de regering spoedig vorm te geven aan een aanvulling op de Wet Huis voor klokkenluiders, zodat degene die anders dan uit dienstbetrekking arbeid verricht of heeft verricht en melding doet van een vermoeden van een misstand eveneens wettelijk wordt beschermd tegen benadeling als gevolg van deze melding.

In het kader van een goede voorbereiding van de uitvoering van deze motie is een consultatieronde gehouden onder een aantal koepelorganisaties.

De reacties van de aangeschreven koepelorganisaties zijn inmiddels ontvangen. Deze brief informeert u hierover en over het vervolgtraject.

Motie-Bikker en reacties koepelorganisaties

De koepelorganisaties hebben zich alle voorstander getoond van de gevraagde uitbreiding van het wettelijk benadelingsverbod.

Het Adviespunt klokkenluiders had in juni 2016 al laten weten vóór een wettelijk benadelingsverbod voor alle werkenden te zijn, omdat het een duidelijke norm stelt, waaraan partijen zich hebben te houden en waarop zo nodig een beroep kan worden gedaan. Het Huis voor klokkenluiders heeft dit standpunt integraal overgenomen.

De sportkoepels NOC*NSF steunen de motie Bikker, zodat bereikt kan worden dat vrijwilligers en sporters die melding doen van een vermoeden van een misstand eveneens wettelijk beschermd worden tegen benadeling als gevolg van het melden van een vermoeden van een misstand. De brief ter zake is mede namens de KNVB geschreven.

De Vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV) is van mening dat de wettelijke bescherming tegen benadeling als gevolg van een melding van een vermoeden van een misstand ook van toepassing moet zijn voor vrijwilligers. Bij benadeling van vrijwilligers gaat het over onaangename bejegening, het bezoedelen van de goede naam, het verliezen van de vrijwilligersfunctie en de emotionele schade die dat tot gevolg kan hebben. Een onderzoeksrapport van de afdeling onderzoek van het Huis over die benadeling kan van groot belang zijn voor vrijwilligers bij de behandeling van een klacht bij een interne of externe klachtencommissie.

Stichting ZZP Nederland spreekt zich ook uit voor wettelijke bescherming voor zzp’ers tegen benadeling. Wel vraagt ZZP Nederland zich af of benadeling in de zin van «geen opdracht meer gunnen» wettelijk kan worden voorkomen.

FNV-Zelfstandigen constateert dat er op dit moment sprake is van een verschil in bescherming van een werknemer in dienstbetrekking ten opzichte van personen die op andere titel werkzaam zijn. Dit, terwijl er ook bij deze laatste groep wel degelijk sprake kan zijn van benadeling.

Dit kan bijvoorbeeld door het voortijdig beëindigen van een opdracht, het niet verlengen van een opdracht, terwijl dit zonder de melding van de misstand wel zou zijn gebeurd, het «zwart» maken van de zzp'er binnen het netwerk van mogelijke andere opdrachtgevers, het plaatsen van (onterechte) negatieve recensies, bijvoorbeeld op de website van de zzp'er, het plaatsen van negatieve berichten op social media, etc. Als gevolg van deze handelingen is het goed mogelijk dat een zzp'er schade ondervindt naar aanleiding van een melding van een misstand. Dat zou er toe kunnen leiden dat de bereidheid tot het melden van een vermoeden van een misstand door zzp’ers afneemt. Zonder bescherming is het immers begrijpelijk dat een zzp'er een melding achterwege laat. De effectiviteit van de wet wordt daarmee verminderd. FNV-Zelfstandigen is daarom voorstander van deze aanvulling op de wet.

Vervolgtraject: wijziging van de wet

Uit de reacties uit het veld blijkt dat er groot draagvlak is om het wettelijk benadelingsverbod zodanig uit te breiden, dat ook de hiervoor genoemde groepen onder het verbod vallen. Ik zal daarom ter uitvoering van de motie-Bikker een aanvang maken met de voorbereiding van de wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders.

De uitbreiding van het benadelingsverbod betekent een versterking van de rechtspositie van de melder die anders dan uit dienstbetrekking werkzaam is. Het is goed om daarbij een enkele kanttekening te maken die ligt in de sfeer van verwachtingsmanagement: het wettelijk verbod kan er namelijk niet toe leiden dat het niet meer gunnen van een opdracht aan een zzp’er te allen tijde wordt voorkomen. Voorts kan het onder omstandigheden moeilijk te bewijzen zijn dat er vanwege de melding geen nieuwe opdrachten meer worden verstrekt. Desalniettemin steun ook ik de uitbreiding van het wettelijk benadelingsverbod. Bij een geschil zal de rechter op grond van de toepasselijke rechtsverhouding in elk geval aan het benadelingsverbod kunnen toetsen.

Uitbreiding van het wettelijk benadelingsverbod kan een bijdrage leveren aan een verdere versterking van een veilig meldklimaat. Op basis van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Wet Huis voor klokkenluiders kan een werknemer in de ruime betekenis van de Wet Huis voor klokkenluiders nu al verzoeken om een onderzoek naar de wijze waarop de werkgever zich jegens hem heeft gedragen. Een bejegeningsrapport van de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders zal de positie van de individuele melder kunnen versterken, doordat het inzicht geeft in de wijze waarop de werkgever zich naar aanleiding van een melding heeft gedragen jegens deze werknemer. De combinatie van bejegeningsonderzoek en wettelijk benadelingsverbod biedt een goede basis om te kunnen vaststellen of de werkgever de melder heeft benadeeld.

Overige toezeggingen

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders zal naast uitbreiding van het benadelingsverbod tevens enkele reeds aangekondigde reparaties bevatten. De bepaling in artikel 7 dat de afdeling onderzoek van het Huis bij het niet doen van onderzoek hiervan tevens melding doet aan de werkgever zal worden geschrapt en enkele andere kleine verbeteringen zullen worden aangebracht.

Voor wat betreft de overige toezeggingen verwijs ik u naar mijn brief van 8 juli 2016, waarin ik aangaf u voor 1 juli a.s. te zullen informeren over de informatiepositie van het Openbaar Ministerie ten aanzien van het Huis voor klokkenluiders. Tevens kwam in de brief aan de orde dat bij de evaluatie van de wet zaken als cultuurverandering, het openbaarheidregime en de governancestructuur (waaronder positie voorzitter) zullen worden onderzocht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Letter N heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 33 258.

Naar boven