33 221 Goedkeuring van het op 2 februari 2012 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2012, 28)

33 220 Goedkeuring van het Besluit van de Europese Raad van 25 maart 2011 tot wijziging van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben (Trb. 2011, 143)

33 215 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (Incidentele suppletoire begroting ESM)

Nr. C1 BRIEF AAN DE VOORZITTER VAN DE VERENIGDE VERGADERING DER STATEN-GENERAAL

Ontvangen 13 juni 2012

Op basis van artikel 6 van het Reglement van Orde verzoeken wij u een Verenigde Vergadering te beleggen ter behandeling van het verzoek om de behandeling van het ESM-wetsvoorstel uit te stellen tot na de Tweede Kamer verkiezingen d.d. 12 september 2012. Een kabinet met demissionaire status dient geen besluit te nemen over verdergaan de wetsvoorstellen waarmee nationale bevoegdheden worden overgedragen en een blanco cheque van 40 miljard euro wordt uitgeschreven.

Artikel 6 van het Reglement van Orde van de Verenigde Vergadering luidt:

«De Voorzitter belegt de vergadering, ter beraadslaging en besluitvorming over een of meer aan de Vergadering voorbehouden zaken, zo dikwijls hij het nodig oordeelt, of dit door elf leden, schriftelijk, met opgave van de redenen, is verzocht.»

Het Reglement van Orde geeft geen opsomming van «aan de vergadering voorbehouden zaken». Echter, dit zijn in ieder geval de gevallen zoals genoemd in de Grondwet. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat er tijdens de behandeling van wetsvoorstel 14 222 (met name 14 222 nr. 3 en nr. 7) bij de adviserende Staatscommissie onduidelijkheid bestond omtrent de vraag of het mogelijk is om op eigener beweging de Verenigde Vergadering bijeen te roepen in andere gevallen dan opgenomen in de Grondwet.

Deze onzekerheid is niet weggenomen door het bewust niet opnemen van een bepaling die het mogelijk zou maken dat de Staten-Generaal in verenigde vergadering zou kunnen beraadslagen en besluiten over andere dan in de Grondwet aangewezen onderwerpen. Ons inziens is de opsomming in de Grondwet en in het Reglement van Orde dan ook niet limitatief.

Wilders, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal

Machiel de Graaf, Lid Eerste Kamer der Staten-Generaal

Van Dijck, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal

Popken, Lid Eerste Kamer der Staten-Generaal

Bontes, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beertema, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Jong, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal

Van den Besselaar, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal

Driessen, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agema, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fritsma, Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal


X Noot
1

De letter C heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 33 221.

Naar boven