33 204 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor de vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN

Ontvangen 27 september 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid, wordt na «inkomen» ingevoegd: en vermogen.

2. Onder vernummering van het vijfde lid tot het zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. De op grond van afdeling 5.3 en 5.3A van de Wet inkomstenbelasting 2001 voor de inkomstenbelasting vrijgestelde bezittingen behoren in ieder geval tot het vermogen, bedoeld in het vierde lid.

II

Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

De Wet maatschappelijke ondersteuning wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na «inkomen» ingevoegd: en vermogen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De op grond van afdeling 5.3 en 5.3A van de Wet inkomstenbelasting 2001 voor de inkomstenbelasting vrijgestelde bezittingen behoren in ieder geval tot het vermogen, bedoeld in het tweede lid.

B

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «inkomen» ingevoegd: en vermogen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De op grond van afdeling 5.3 en 5.3A van de Wet inkomstenbelasting 2001 voor de inkomstenbelasting vrijgestelde bezittingen behoren in ieder geval tot het vermogen, bedoeld in het eerste lid.

Toelichting

Het wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid dat de eigen bijdragen voor AWBZ en de Wmo mede afhankelijk worden gesteld van het vermogen. Dit amendement bepaalt dat, bij gebruikmaking van die mogelijkheid, maatschappelijke beleggingen (in de zin van afdeling 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001) en beleggingen in durfkapitaal (in de zin van afdeling 5.3A van de Wet inkomstenbelasting 2001) altijd moeten worden meegenomen. Dit betekent dat bij de eigen bijdragen in aanmerking te nemen vermogen, die bezittingen niet mogen worden vrijgesteld.

De indiener constateert dat het doel van het voorliggende wetsvoorstel is om mensen met vermogen extra te laten bijdragen aan de zorg uit de AWBZ en Wmo. De indiener is van mening dat burgers die een dusdanig eigen vermogen hebben dat zij in staat zijn dit te beleggen, daarom niet uitgezonderd dienen te worden van de werking van dit wetsvoorstel. Het amendement doet derhalve recht aan de doelstelling van het wetsvoorstel.

Leijten

Naar boven