33 183 (R1975) Goedkeuring van het op 9 december 2011 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie), en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (met Akte, Protocol en Bijlagen); Trb. 2012, 24

Nr. 6 MOTIE VAN HET LID VAN BOMMEL

Voorgesteld 29 januari 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens de regering Nederland nog niet klaar is voor het ontvangen van nog meer arbeidsmigranten uit de Midden- en Oost-Europese EU-lidstaten;

overwegende dat de regering overweegt om gebruik te maken van ten minste de eerste fase van het overgangsregime met betrekking tot werknemers uit Kroatië;

verzoekt de regering, gebruik te maken van het overgangsregime, zodat werknemers uit Kroatië geen toegang krijgen tot de Nederlandse arbeidsmarkt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Bommel

Naar boven