33 157 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs)

P VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 26 oktober 2016

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 juli 20162 inzake de planning van de afname van de centrale eindtoets.

Naar aanleiding daarvan is op 12 oktober 2016 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris.

De Staatssecretaris heeft op 24 oktober 2016 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Den Haag, 12 oktober 2016

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 7 juli 20163 inzake de planning van de afname van de centrale eindtoets.

De leden van de fracties van de SP en GroenLinks hebben naar aanleiding van uw brief nog een enkele nadere vraag. De leden van de fracties van het CDA, D66 en de PvdA sluiten zich bij de gestelde vragen aan.

De leden van de fracties van de SP en van GroenLinks constateren4 dat u de expliciete formuleringen in de wetstekst ondergeschikt maakt aan de praktische vraag wat de meest geschikte week is voor de afname van de centrale eindtoets. Omdat de kans groot is dat een dergelijke situatie zich in de komende jaren opnieuw kan voordoen, zou dit volgens hen aanleiding moeten zijn tot reflectie op de uitvoerbaarheid van de wetstekst op dit punt. Zij vragen daarom of u van mening bent dat de formuleringen in de wetstekst te stringent zijn voor een adequate uitvoering van de wet. Indien dat het geval is, vernemen zij graag van u of u voornemend bent deze formuleringen bij de eerstvolgende geschikte gelegenheid aan te passen zodat de wet beter uitvoerbaar zal zijn.

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk vrijdag 4 november 2016.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. de Vries-Leggedoor

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2016

Hierbij zend ik u de reactie op de vragen van de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar aanleiding van mijn brief van 7 juli 2016 inzake de planning van de afname van de centrale eindtoets po.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 7 juli 2016 inzake de planning van de afname van de centrale eindtoets.

De leden van de fracties van de SP en GroenLinks hebben naar aanleiding van uw brief nog een enkele nadere vraag. De leden van de fracties van het CDA, D66 en de PvdA sluiten zich bij de gestelde vragen aan.

De leden van de fracties van de SP en van GroenLinks constateren dat u de expliciete formuleringen in de wetstekst ondergeschikt maakt aan de praktische vraag wat de meest geschikte week is voor de afname van de centrale eindtoets. Omdat de kans groot is dat een dergelijke situatie zich in de komende jaren opnieuw kan voordoen, zou dit volgens hen aanleiding moeten zijn tot reflectie op de uitvoerbaarheid van de wetstekst op dit punt. Zij vragen daarom of u van mening bent dat de formuleringen in de wetstekst te stringent zijn voor een adequate uitvoering van de wet. Indien dat het geval is, vernemen zij graag van u of u voornemend bent deze formuleringen bij de eerstvolgende geschikte gelegenheid aan te passen zodat de wet beter uitvoerbaar zal zijn.

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk vrijdag 4 november 2016.

II Reactie van de Staatssecretaris

Voor de planning van de afname van de Centrale Eindtoets in 2017 is in overleg met het scholenveld een geschikte afnameweek gevonden, namelijk week 16. Deze week doet zoveel mogelijk recht aan de wet en afname in deze week is ook goed realiseerbaar.

Het blijkt elk jaar een uitdaging om de afname van de eindtoets te plannen conform de voorwaarden van de wet, namelijk een volledige schoolweek tussen 15 april en 15 mei. In 2018 resteert slechts één week die voldoet aan deze voorwaarden en in 2019 is er geen volledige schoolweek beschikbaar in de voorgeschreven periode. Bij de planningsproblemen speelt een rol dat de Koningsspelen een vast onderdeel zijn geworden van de jaarkalender van basisscholen, een ontwikkeling die zich voordeed na invoering van deze wet.

Ik deel de opvatting van uw Kamer dat het belangrijk is om de uitvoerbaarheid van de wet op dit punt goed te evalueren. De wettelijke afnameperiode van de eindtoets is dan ook onderdeel van de evaluatie van de Wet Eindtoetsing PO. Zoals eerder toegezegd verwacht ik de tussenrapportage van deze evaluatie begin 2017 naar uw Kamer te sturen. In deze evaluatie zal ik ook ingaan op de vraag of het wenselijk is de wetstekst aan te passen.


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA) (voorzitter), Beuving (PvdA), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Kops (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Van Hattem (PVV), Köhler (SP), Krikke (VVD), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66) (vice-voorzitter), Jorritsma-Lebbink (VVD), Klip-Martin (VVD), Sietsma (CU).

X Noot
2

Zie verslag schriftelijk overleg: Kamerstukken I, 33 157, O.

X Noot
3

Zie verslag schriftelijk overleg: Kamerstukken I, 33 157, O.

X Noot
4

Kamerstukken I, 33 157, O, pagina 5.

Naar boven