33 118 Omgevingsrecht

Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2021

Hierbij doe ik u de gevraagde informatie toekomen naar aanleiding van de vraag van het lid Bromet over het met de Kamer delen van interne stukken over de stand van zaken betreffende de invoering van de Omgevingswet en het digitale stelsel Omgevingswet (DSO).

Het gaat om vraag nr. 10 van de vragen gesteld op 26 april 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2662). Bij de beantwoording daarvan was aangegeven dat daarvoor meer tijd nodig was (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3128).

Met de verstrekking van de stukken geef ik hieraan uitvoering. Het gaat om stukken ten behoeve van de besluitvorming over de invoering van het stelsel in de periode 1 april 2020 (aankondiging uitstel, Kamerstuk 33 118, nr. 139) tot en met 27 mei 2021 (aankondiging nieuwe datum inwerkingtreding: 1 juli 2022, Kamerstuk 33 118, nr. 190).

In de stukken zijn, evenals is beschreven in de beleidslijn voor actieve openbaarmaking (Kamerstuk 28 362, nr. 56, p. 14), de namen van de betrokken ambtenaren weggelaten.

Het informatieverzoek heeft betrekking op de Omgevingswet. Andere informatie die niet relevant is voor de Omgevingswet is daarom weggelaten. Een deel van de stukken betreft geen «interne stukken» maar is onderdeel van het interbestuurlijke besluitvormingsproces. Om uw Kamer ook hierin inzicht te geven, worden die stukken vertrouwelijk ter kennisneming van de Kamer gebracht1.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven