Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2021
De informatievoorziening aan het parlement moet adequater, opener en completer. Daar
is het kabinet van doordrongen. In de kabinetsreactie naar aanleiding van het rapport
van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft het kabinet
daarom aangekondigd per 1 juli a.s. een start te willen maken met het openbaar maken
van de onderliggende departementale nota’s bij elke brief die aan het parlement wordt
gestuurd (Kamerstuk 35 510, nr. 4). Het kabinet wil aan deze toezegging invulling geven door het openbaar maken van
beslisnota’s. In een «beslisnota» zijn de overwegingen, alternatieven, relevante feiten
en risico’s ambtelijk op een rij gezet voor de bewindspersoon. Door het openbaar maken
van deze nota’s wordt op een toegankelijke en compacte wijze inzicht geboden in de
afwegingen en betrokken belangen bij de besluitvorming. Hiermee wil het kabinet u
als Kamer in staat te stellen de controletaak over de volle breedte uit te oefenen
alsook om uw medewetgevende taken te kunnen uitvoeren, zonder voortdurend zelf op
zoek te moeten gaan naar onderliggende informatie en argumenten.
Het kabinet beoogt met deze voorgestelde werkwijze inzicht te bieden in de feiten,
de risico’s, de alternatieven en de argumenten pro en contra en daarmee navolgbaar
te maken hoe de besluitvorming die ten grondslag ligt aan een brief of een voorstel,
tot stand is gekomen. Hoewel het openbaar maken van deze ambtelijke beslisnota’s veel
informatie geeft, zal uw Kamer of een Kamerlid in voorkomende gevallen nog steeds
behoefte hebben aan aanvullende informatie. Uiteraard staat dan de weg open om te
verzoeken om aanvullende (mondelinge) inlichtingen of specifieke aanvullende documenten.
Met deze nieuwe, aanvullende informatiestroom wil het kabinet in goed overleg met
u een wezenlijke, betekenisvolle stap zetten richting een adequate, open en complete
informatievoorziening en betere onderlinge verhoudingen.
De beschreven nieuwe beleidslijn vormt tegelijkertijd het handvat voor de ambtelijke
dienst om deze nieuwe werkwijze te implementeren. De nieuwe werkwijze vergt een toegankelijke
en efficiënte inrichting van de informatiehuishouding en archieven van de Rijksdienst.
De komende jaren wordt nog hard gewerkt om deze op orde te krijgen. Het voorgestelde
nieuwe werkproces zal naar verwachting dan ook niet vanaf het eerste moment helemaal
perfect verlopen. De bedoeling is wel dat per 1 juli a.s. een betekenisvolle start
wordt gemaakt met de nieuwe werkwijze die werkenderwijs (lerend en evaluerend) in
goed overleg met u zal worden uitgebouwd of aangevuld.
Bijgaand treft u, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
de concept-beleidslijn aan1. We gaan graag over deze voorgestelde beleidslijn in gesprek met uw Kamer om te bepalen
of deze aan uw verwachtingen voldoet en hoe we daar de komende maanden praktisch invulling
aan kunnen geven.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren