33 106 Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs

Nr. 100 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2012

Tijdens de plenaire wetsbehandeling passend onderwijs op 8 maart 2012 (Handelingen II 2011/12, nr. 61) hebben de leden Dijsselbloem en Van der Ham een motie ingediend waarin zij ervoor pleiten de komende drie jaar alle middelen van de Lerarenbeurs in te zetten voor bijscholing van docenten in het kader van passend onderwijs (Kamerstuk 33 106, nr. 80). Als reactie hierop heeft de minister gevraagd de motie aan te houden voor nader overleg met mij. In deze brief informeer ik u, mede namens de minister, over de uitkomsten van dit overleg.

Naast informatie over voorgenomen en lopende maatregelen voor professionalisering van leraren in het reguliere onderwijs op het gebied van passend onderwijs geef ik hierbij ook mijn argumentatie om de besteding van de lerarenbeursmiddelen niet te wijzigen.

Maatregelen toerusting leraren passend onderwijs

Er is sprake van de volgende maatregelen om zowel aankomende, beginnende als zittende leraren voldoende toe te rusten voor het geven van passend onderwijs/het omgaan met verschillen tussen leerlingen:

  • Het curriculum van de lerarenopleidingen heeft de bekwaamheidseisen als uitgangspunt. Omgaan met leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, differentiatie en klassenmanagement zijn onderdeel van die bekwaamheidseisen. Deze onderdelen komen onder meer aan de orde in de praktijkgedeelten van de opleidingen en in de generieke kennisbasis wordt de theoretische component beschreven;

  • In de bestuursakkoorden met de sectorraden primair en voortgezet onderwijs zijn afspraken gemaakt over een betere begeleiding van beginnende leraren in hun professionalisering. Ambtelijk wordt een voorstel uitgewerkt om hierin ook ondersteuning mee te nemen in het omgaan met verschillen. Uit het Onderwijsverslag van de Inspectie van het Onderwijs blijkt namelijk onder andere dat juist deze groep daar moeite mee heeft;

  • In de bestuurakkoorden heb ik afgesproken dat in 2015 alle zittende leraren hun instructie, verwerking en onderwijstijd kunnen afstemmen op verschillen tussen leerlingen. Via de prestatiebox ontvangen scholen middelen oplopend tot 150 miljoen euro die zij onder meer voor dit doel in kunnen zetten.

Argumenten om besteding lerarenbeursmiddelen niet wijzigen

Ik ontraad de motie om de volgende redenen:

  • De Lerarenbeurs wordt onder leraren zeer gewaardeerd, omdat het een instrument is dat hen keuzevrijheid biedt ten aanzien van hun verdere professionalisering. Door de lerarenbeurs alleen in te zetten voor professionalisering op het gebied van passend onderwijs, nemen we deze keuzevrijheid weg;

  • Als onderdeel van het convenant mobiliteit passend onderwijs heb ik afgesproken om van de beschikbare 40 miljoen euro voor de Lerarenbeurs in 2012 16 miljoen bij voorrang beschikbaar te stellen aan leraren in het (v)so die met ontslag worden bedreigd. Door de Lerarenbeurs nu in te gaan inzetten voor professionalisering van leraren in het reguliere onderwijs1 op het gebied van passend onderwijs, ontneem ik de boventallige leraren in het (v)so de kans om zich te scholen/specialiseren in vo-vakken. Vooral in het vo zijn de komende jaren immers vacatures;

  • Veel leraren maken nu al de keuze om zich via de Lerarenbeurs juist op het terrein van passend onderwijs te professionaliseren. Van 2008 t/m 2011 zijn 8 500 beurzen (= een derde) toegekend voor bachelor- en masteropleidingen passend onderwijs en omgaan met verschillen. Het overgrote deel voor de studie SEN (Special Educational Needs). Het gaat om een bedrag van ca. 65 miljoen euro. Extra inzet hierop is dus mijns inziens niet nodig;

  • Naast bovengenoemde inhoudelijke redenen zijn er ook praktische overwegingen om niet tot wijziging van de lerarenbeursmiddelen over te gaan. De aanvraagtermijn voor 2012 start op 2 april a.s. De communicatiecampagne is in volle gang. De posters met de aanvraagtermijn hangen in de lerarenkamer. Ook de boodschap over het voorrangsbeleid voor Passend Onderwijs is met het veld gecommuniceerd. Veel leraren zijn al een tijd bezig om hun opleidingskeuze te bepalen en hebben gepland om met een studie te starten;

  • De Lerarenbeurs komt voort uit convenant LeerKracht van Nederland dat OCW samen met sociale partners heeft gesloten. Afspraken over de lerarenbeurs zijn tripartiet. Wijzigingen hierin moeten worden afgestemd en geaccordeerd door de drie betrokken partijen. Dat is niet haalbaar voor de start van de nieuwe aanvraagtermijn.

De aanvraagtermijn van de lerarenbeurs is dit jaar met twee weken verlengd om de leraren in het (v)so meer tijd te geven een opleiding te kiezen en een beurs aan te vragen (namelijk tot 1 juni 2012). Mogelijk zijn echter nog niet alle betrokkenen op de hoogte of hebben onvoldoende tijd gehad om zich te oriënteren op een geschikte opleiding. Pas na 1 juni heb ik zicht op de resultaten van het voorrangsbeleid in 2012. Bij aanhoudende problematiek als gevolg van de bezuinigingen in het (v)so ben ik bereid, in 2013, een onderuitputting van de Lerarenbeurs uit 2012 voor deze groep in te zetten. Uiteraard dient dit te worden afgestemd met sociale partners.

Mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra


X Noot
1

In de motie wordt verzocht alle vrijkomende middelen van de lerarenbeurs in te zetten voor bijscholing in passend onderwijs. Mijn interpretatie is dat gedoeld wordt op leraren in het reguliere onderwijs, omdat leraren in het (v)so al geschoold zijn in het omgaan met verschillen tussen leerlingen.

Naar boven