33 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2012

Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, doe ik uw Kamer een algeheel beeld van de afgelopen jaarwisseling toekomen, zoals toegezegd in mijn brief van 11 januari jl. (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 33 000 VI, nr. 74). Hierbij ga ik in op de politie-inzet van de korpsen, geweld tegen politie, brandweer en ambulancepersoneel, het toepassen van (super)snelrecht, de toepassing van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet mbveo) en de (handhavings)inspanningen voor wat betreft (illegaal) vuurwerk.

Zoals ik u in vorengenoemde brief van 11 januari jl. heb laten weten blijktuit de door de politie op 6 januari jl. opgestelde analyse van de incidenten tijdens de jaarwisseling dat het totaal aantal geregistreerde incidenten ten opzichte van vorig jaar licht is gestegen. Ook is er een lichte stijging te zien van het aantal geregistreerde incidenten van geweld tegen politie, brandweer en ambulancepersoneel ten opzichte van vorig jaar. Er is verbetering voor wat betreft openlijke geweldpleging en mishandeling en het aantal brandstichtingen.

1. Politie, Ambulance en Brandweer

1.1 Politie-inzet

Bij de jaarwisseling 2010–2011 is de politie-inzet van de korpsen voor het eerst in beeld gebracht (nulmeting). Dit jaar kunnen de cijfers met elkaar worden vergeleken. Het betreft de inzet in de periode van 31 december 15.00 uur tot 1 januari 07.00 uur. In deze periode van 16 uur worden regulier twee (8-uurs) diensten gedraaid. Sommige korpsen maken in deze tijdsperiode gebruik van een extra «overlapdienst» om de belasting rond de jaarwisseling te kunnen opvangen. De inzet van de korpsen varieert sterk. De gemiddelde inzet van de korpsen bedroeg dit jaar ruim 25% (vorig jaar was dit 21%). Gelderland-Zuid (met onder meer Culemborg als zwaartepunt) kende daarbij de hoogste inzet met bijna 50% van haar korpssterkte (vorig jaar 30%). Haaglanden heeft evenals vorig jaar 42% van haar korpssterkte ingezet en Twente had weer de laagste inzet met 6% van haar korpssterkte (vorig jaar 9%).

Overige activiteiten tijdens de jaarwisseling:

Vanuit Defensie is militaire bijstand geleverd voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid tijdens de jaarwisseling in diverse regio’s. Dit betrof een waarnemingsteam met een onbemand verkenningsvliegtuig en 115 mensen van de Koninklijke Marechaussee voor onder meer ME capaciteit.

Naast bijstandsverlening door Defensie heeft het KLPD de regiokorpsen ondersteund. In de periode van 31 december 13.30 uur tot 1 januari 15.30 uur heeft het KLPD 392 mensen in actieve dienst ingezet en 93 mensen voor piketbeschikbaarheid.

In de piek kwamen in een kwartier 845 telefoontjes binnen op de 112-alarmcentrale. Alle meldingen konden goed worden doorgezet naar de meldkamers in het land.

De operationeel beheerder van C2000 beschikt over zes Mobiele Opstelpunten (MOP’s). Hiervan zijn er tijdens de jaarwisseling vier ingezet op locaties waar mogelijk onvoldoende dekking zou zijn, maar wel feestelijkheden waren gepland. De MOP’s zijn toebedeeld aan de regio’s Zeeland, Brabant Zuid-Oost, Gelderland-Zuid en Rotterdam-Rijnmond. C2000 heeft naar behoren gefunctioneerd.

Ervaringen ambulancezorg

De jaarwisseling 2011–2012 is voor de sector ambulancezorg goed verlopen. De oudejaarsnacht, en vooral 1 januari, staat over het algemeen in de top 3 van drukste dagen voor de ambulancezorg. Er zijn dan veel meldingen. Deze zijn relatief vaak, maar niet uitsluitend, vuurwerk gerelateerd. Er hebben zich relatief weinig agressie-incidenten jegens ambulancemedewerkers voorgedaan. Het betrof hier met name verbaal geweld.

Ervaringen brandweer

Rond de jaarwisseling waren er geen grote incidenten en ondanks vele meldingen van kleine branden bleef de jaarwisseling voor de brandweer beheersbaar. Ook deze jaarwisseling waren er weer veel goede voorbeelden van samenwerking van politie, brandweer, gemeenten, lokale organisatoren en inwoners. De trend van deze intensievere samenwerking lijkt succes te hebben, waardoor incidenten zijn voorkomen of snel in de kiem werden gesmoord.

Op lokaal niveau zijn tussen hulpverleningsdiensten afspraken gemaakt met betrekking tot hotspots. In meerdere plaatsen is gewerkt met combivoertuigen of zogenoemde «treintjes» van politie en brandweervoertuigen. Door dit gezamenlijk optreden, waar een preventieve en signalerende werking van uit ging, was een snel optreden gewaarborgd en bood het tevens extra veiligheid voor de hulpverleners. Door de inzet van combivoertuigen was in een aantal gevallen de inzet van een volledige brandweerploeg niet nodig. Tevens waren er in veel plaatsen afspraken met reinigingsdiensten om vuilcontainers te legen, te verwijderen of af te sluiten.

Het aantal geweldsincidenten tegen brandweermedewerkers is afgenomen. Veel brandweerkorpsen hebben het initiatief genomen om aandacht te besteden aan het terugdringen van agressie en geweld tegen eigen personeel.

2. Incidenten tegen werknemers met een publieke taak

Lichte stijging aantal geregistreerde incidenten

In totaal zijn er 186 incidenten geregistreerd van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. Deze geregistreerde incidenten hebben geleid tot 143 aanhoudingen, waarvan 61 inverzekeringstellingen.

Dit betekent dat het aantal incidenten met 7,5% is toegenomen ten opzichte van de jaarwisseling 2010–2011. Afgezet tegen de jaren daarvoor is er echter nog altijd sprake van een afname. Ten opzichte van 2009–2010 en de nulmeting van 2008–2009 is er een afname van respectievelijk 39% en 24%.

Tabel 1: Cijfers incidenten tegen werknemers met publieke taak
 

2008–2009

2009–2010

2010–2011

2011–2012

Incidenten

229

303

173

186

Aanhoudingen

246

109

177

143

Inverzekeringgestelden

38

22

31

61

Bron: Gegevens verstrekt door het KLPD op basis van gegevens alle regionale politiekorpsen – peildatum 6 januari 2012.

Hoog aantal inverzekeringstellingen

Het aantal gerapporteerde aanhoudingen is met 19% gedaald ten opzichte van vorig jaar (van 177 naar 143). Het aantal inverzekeringstellingen daarentegen is bijna verdubbeld (van 31 naar 61). Het percentage aanhoudingen dat leidt tot inverzekeringstellingen is daarmee gestegen van 17,5% naar 42,6%.

3. Strafrechtelijke afdoening

Het totaal aantal bij het OM aangebrachte zaken ligt hoger dan voorgaande jaren (972 zaken versus 732 zaken vorig jaar). Het aantal aangebrachte zaken waarin sprake was van geweld tegen personen in een publieke functie is verder gestegen ten opzichte van voorgaande jaren.

Tabel 2: Aantal aangebrachte verdachten van jaarwisselinggerelateerde zaken
 

2009–2010

2010–2011

2011–2012

Geweld tegen personen

187

208

256

Geweld tegen personen in een publieke functie

77

130

162

Geweld tegen goederen

178

202

213

Overig

353

192

341

Totaal

795

732

972

3.1 Toepassing (super)snelrecht

Op 3 en 4 januari jl. hebben 18 verdachten voor de supersnelrechter gestaan in vijf arrondissementen (Amsterdam (4), Den Haag (4), Rotterdam (2), Utrecht (7), Arnhem (1)). In alle zaken is consequent een strafverzwaring van 75% geëist in verband met de jaarwisseling. Indien er sprake was van agressie of geweld tegen werknemers met een publieke taak is de strafeis met 200% verhoogd en is in beginsel een gevangenisstraf geëist. De rechtbank heeft de verdachten in alle gevallen veroordeeld en daarbij deze verzwaarde strafeisen nagenoeg geheel gevolgd.

In het merendeel van de arrondissementen zijn de afgelopen weken ook «gewone» snelrechtzittingen (66) gehouden in verband met jaarwisselinggerelateerde delicten. Naast supersnelrecht en snelrecht volgen er de komende tijd nog themazittingen (79) en taakstrafzittingen en zullen zaken zo snel mogelijk op reguliere zittingen en kinderrechterzittingen gezet worden.

3.2 ZSM (Zo Selectief, Snel, Simpel, Slim, Samen Mogelijk)

Nieuw rond deze jaarwisseling was de snelle afhandeling van zaken in het kader van de zgn. ZSM-aanpak in de regio’s waar de ZSM-pilots draaien (Amsterdam, Rotterdam/Dordrecht, Utrecht, Den Haag en Den Bosch). ZSM maakt het mogelijk om eenvoudige zaken direct af te doen door politie en OM zelf in samenwerking met verschillende ketenpartners. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de OM-strafbeschikking. De ZSM-aanpak is een effectief lik op stuk instrument dat het mogelijk maakte dat sommige veroordeelden direct en zichtbaar al op Nieuwjaarsdag een taakstraf moesten uitvoeren en/of schade aan slachtoffers werd vergoed.

4. Persoonsgerichte maatregelen

4.1 Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet mbveo)

De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) monitort de toepassing van de wet in de praktijk en zal hierover in juni 2012 rapporteren. In dat onderzoek kijkt de Inspectie op welke wijze gemeenten en arrondissementen de instrumenten uit de wet tegen verschillende typen overlast inzetten. Onderdeel daarvan is de inzet rondom de jaarwisseling.

Om overlast rondom de jaarwisseling tegen te gaan, hebben onder meer de gemeente Den Haag en het Openbaar Ministerie van Den Haag de Wet mbveo toegepast. Het ging om 27 gebiedsverboden die specifiek voor de dagen rondom de jaarwisseling van kracht waren. In geen van de gevallen is bezwaar gemaakt of beroep aangetekend tegen de maatregel. De politie heeft in de aanloop naar de jaarwisseling actief gehandhaafd. Vier personen hebben het gebiedsverbod overtreden en zijn aangehouden. Ook de gemeente Leidschendam-Voorburg heeft gebiedsverboden ingezet.

Het ging dan om een groep van twaalf jongeren die een combinatie van groeps- en gebiedsverboden kregen voor de duur van enkele uren. De gemeente Tilburg heeft waarschuwingsbrieven aan notoire overlastgevers gestuurd, waarin gemeld wordt dat indien de persoon in de aanloop naar de jaarwisseling zich misdraagt, een maatregel uit de wet (meestal een gebiedsverbod) zal worden opgelegd.

4.2 Overige maatregelen

Naast het toepassen van de Wet mbveo nemen gemeenten diverse andere maatregelen om overlast tijdens de jaarwisseling tegen te gaan. Voorbeelden hiervan zijn gebiedsontzeggingen op basis van de APV, noodverordeningen in veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht, burgerparticipatie en voorlichtingscampagnes. Daarnaast zijn er personen die in verband met nog te executeren straffen of aanhouding voor een of meer strafbare feiten voorafgaand aan de jaarwisseling door de politie zijn opgepakt en vastgezet. Dit jaar waren dat er 31.

5. Vuurwerk

5.1 Handhaving kwaliteit consumentenvuurwerk

Gedurende het jaar 2011 heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in totaal 150 partijen consumentenvuurwerk gecontroleerd. Daarvan werd 26% afgekeurd. Dat is een verslechtering ten opzichte van vorig jaar, toen werd «slechts» 16% afgekeurd.

De resultaten van het onderzoek zijn als volgt uitgesplitst:

  • vuurwerk met CE-markering: van 100 partijen zijn er 23 afgekeurd (= 23%).

  • vuurwerk zonder CE-markering: van 50 partijen zijn er 17 afgekeurd (= 35%).

Over de hele linie is sprake van een stagnering van de verbetering die vorig jaar werd gezien. Bij bestaande artikelen is sprake van een duidelijke achteruitgang (vorig jaar werd 14% afgekeurd), de artikelen met CE-markering blijven ongeveer gelijk (vorig jaar werd 20% afgekeurd). De invoering van het keurmerk heeft nog niet tot een kwaliteitsverbetering geleid; ook bij de artikelen mét CE-keurmerk komen stukken vuurwerk voor die te vroeg of helemaal niet tot ontbranding komen of omvallen. De ILT heeft de vuurwerkimporteurs en de verstrekker van het keurmerk opgedragen de testprocedures en protocollen voor het komende vuurwerkseizoen op orde te hebben.

5.2 Opsporing illegaal vuurwerk

Door de verschillende opsporingsdiensten is in totaal 93 634 kg vuurwerk in beslag genomen en voor vernietiging afgevoerd. Dat is ongeveer even veel als het jaar ervoor. Veel aandacht is gegaan naar het opsporen van illegaal zwaar knalvuurwerk dat onder meer via websites werd aangeboden en via pakketdiensten werd verstuurd.

De ILT brengt deze vuurwerkstromen in beeld, zowel de fysieke stromen als de aanbiedingen via Internet. Samen met andere handhaving- en opsporingsdiensten worden de betrokken personen aangehouden en wordt het vuurwerk in beslag genomen. Adressen van verdachte handelaren worden bekend gesteld aan pakketdiensten, zodat zij alert kunnen reageren op aangeboden zendingen. Gelijktijdig wordt geïnvesteerd in een breed Europees netwerk van handhavinginstanties. Zo zijn er vruchtbare contacten met Poolse handhavinginstanties gelegd en wordt er nauw samengewerkt met de Duitse, Belgische en Deense instanties.

5.3 Letselcijfers

De Stichting Consument en Veiligheid rapporteert ieder jaar over het aantal letselgevallen dat rond de jaarwisseling als gevolg van vuurwerk in ziekenhuizen moet worden behandeld. Dit jaar kon deze stichting opnieuw een daling van het aantal letselgevallen bekend maken. Rond de jaarwisseling, in de periode van 24 december tot en met 3 januari, zijn 670 vuurwerkslachtoffers behandeld op een Spoedeisende Hulpafdeling van een ziekenhuis. Dat is 5% minder dan bij de vorige jaarwisseling, toen er 710 slachtoffers waren. Bovendien zijn er dit jaar geen doden te betreuren geweest, wat vorig jaar wel het geval was.

Het percentage ziekenhuisopnamen is deze jaarwisseling afgenomen tot 14%, waar dat vorig jaar nog op 17% lag. Drie op de tien slachtoffers liepen oogletsel op, hetgeen gelijk is aan vorig jaar. Oogartsen, aangesloten bij het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap, registreerden bij 207 personen totaal 246 ogen met letsel; 21 mensen werden aan één oog blind, waarbij in 9 gevallen het oog verwijderd moest worden. Uit beide registraties kan worden afgeleid dat in ongeveer de helft van de gevallen het slachtoffer was geraakt door vuurwerk dat door een andere persoon was afgestoken.

5.4 Luchtverontreiniging

De luchtverontreiniging door vuurwerk is op 1 januari 2012 zeer beperkt gebleven. Alleen in de eerste uren na de jaarwisseling zijn hoge concentraties fijn stof (PM10) gemeten. De concentraties waren een stuk lager dan vorig jaar. De hoogste uurgemiddelde concentratie van 1252 ug/m3 (microgram per kubieke meter) is in het eerste uur na middernacht gemeten in Utrecht. Op geen enkele regionaal station en op slechts 2 stedelijke stations lag het daggemiddelde fijn stof boven de 50 ug/m3 (= het dag-gemiddelde concentratie die maximaal 35 maal per jaar overschreden mag worden). Boven 50 ug/m3 wordt er in Nederland gesproken van matige smog. De grens voor ernstige smog (200 ug/m3) is niet overschreden.

De luchtvervuiling door vuurwerk is van tijdelijke aard; over het hele jaar genomen veroorzaakt vuurwerk 0,4% procent van de totale uitstoot aan fijn stof.

5.5 Vuurwerkverbod

Ook rond de afgelopen jaarwisseling is een verbod op het afsteken van consumentenvuurwerk verschillende malen aan de orde gesteld. Het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap heeft een pleidooi voor het instellen van een dergelijk verbod gehouden. Ook hebben de burgemeesters van de vier grote steden aangekondigd met elkaar in gesprek te gaan over een verbod op het afsteken van illegaal en legaal zwaar knalvuurwerk.

Het kabinet is nog steeds van mening dat het afsteken van consumentenvuurwerk niet verboden moet worden. Vuurwerk hoort bij Oud en Nieuw en zolang het verantwoord wordt gebruikt, beleven veel mensen er plezier aan. Bovendien blijkt uit gesprekken met het OM en politieagenten dat een vuurwerkverbod zal stuiten op problemen met de handhaving daarvan. Wel kunnen gemeentebesturen voor hun gemeente plaatsen aanwijzen waar het afsteken van consumentenvuurwerk altijd verboden is (bijvoorbeeld bij ziekenhuizen, bejaardentehuizen ed.), mits de grondslag daarvoor in de APV is opgenomen.

In de media zijn resultaten van peilingen verschenen, waaruit zou blijken dat tweederde van de Nederlanders een voorstander zou zijn van een verbod op het afsteken van consumentenvuurwerk. Deze resultaten zijn op een andere wijze verkregen dan het onderzoek door TNS NIPO uit 2008 en daardoor lastig met elkaar te vergelijken. Omdat dit onderzoek van enige tijd geleden is, heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu besloten om het te actualiseren.

Diverse malen is de suggestie gedaan om door de gemeente een vuurwerkshow te laten organiseren. Het organiseren van een dergelijk evenement kan behulpzaam zijn bij het beperken van de overlast tijdens de jaarwisseling.

6. Tot slot

Mede dankzij de inzet van politie, brandweer, ambulancepersoneel, gemeenten en andere betrokkenen, die zeer groot is geweest, is de jaarwisseling in vergelijking met voorgaande jaren over het algemeen «relatief beheersbaar» verlopen. Er is echter nog altijd sprake van een onacceptabel groot aantal incidenten en zelfs van een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar, ook waar het incidenten van geweld tegen politie, brandweer en ambulancepersoneel betreft. Er moet dus nog hard gewerkt worden om van de jaarwisseling een feest voor iedereen te maken. Ik ben ervan overtuigd dat een krachtige, eenduidige en integrale aanpak vruchten zal afwerpen. Daarom moet worden doorgegaan met de huidige aanpak. Daarvoor zijn naar mijn oordeel geen nieuwe instrumenten nodig.

De gemeenten, politiekorpsen, brandweerkorpsen en andere relevante organisaties zullen (wederom) vroegtijdig moeten starten met de voorbereiding. Hiertoe zal ik wederom alle betrokkenen ruim van te voren oproepen.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven