Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2012
Hierbij bied ik u het landelijk beeld aan van de incidenten die tijdens de jaarwisseling
2011–2012 hebben plaatsgevonden.1
Uit de door de politie op 6 januari jl. opgestelde analyse van de incidenten tijdens
de jaarwisseling 2011–2012 komt het beeld naar voren dat deze jaarwisseling in vergelijking
met voorgaande jaren relatief beheersbaar is verlopen. Dit is mede te danken aan de
inzet van politie, brandweer, ambulancepersoneel, gemeenten en andere betrokkenen,
die zeer groot is geweest. «Relatief beheersbaar» betekent niet dat de jaarwisseling
goed is verlopen. Integendeel, de hoeveelheid en de aard van de meldingen en incidenten
zijn nog steeds onacceptabel. Datzelfde geldt voor het letsel, de schade en de maatschappelijke
kosten. Voor alle betrokkenen zal een consequente en harde aanpak nodig zijn om de
jaarwisseling van «beheersbaar» tot een feest te maken.
Uit de voorlopige cijfers van 1 januari jl. bleek een stijging van het aantal meldingen
ten opzichte van de voorlopige cijfers van 1 januari 2011. Uit de definitieve cijfers
van 6 januari jl. blijkt echter een afname van het aantal meldingen ten opzichte van
de definitieve cijfers van 6 januari 2011.
Het geweld tegen politie, brandweer en ambulancepersoneel is toegenomen. Met name
politieambtenaren moeten het ontgelden.
Het aantal vernielingen is gestegen, maar er is verbetering voor wat betreft openlijke
geweldpleging en mishandeling en het aantal brandstichtingen.
Er zijn ook andere positieve ontwikkelingen. Gemeenten bereiden zich samen met alle
betrokkenen gedegen voor en politie, brandweer en ambulancepersoneel hebben daadkracht
getoond. Een groot aantal mensen is aangehouden en er zijn meer mensen in verzekering
gesteld dan vorig jaar. Voorts zijn snelrecht en supersnelrecht toegepast en dit jaar
voor het eerst de ZSM-aanpak.
Op dit moment zijn nog niet alle gegevens voorhanden om een algeheel beeld te kunnen
schetsen. Dit betreft met name de bij het Openbaar Ministerie aangebrachte zaken en
de afdoening daarvan met gebruik van (super)snelrecht of de ZSM-aanpak. Daarnaast
gaat het om cijfers over in beslag genomen vuurwerk en vuurwerkletsel.
Ik verwacht u in februari een brief hierover te kunnen toesturen.
Ik zal daarbij in ieder geval aandacht besteden aan enkele nu al in het oog springende
zaken, zoals het geweld tegen politie, brandweer en ambulancepersoneel. Dit is onacceptabel
en zal consequent en met alle voorhanden zijnde middelen bestreden blijven worden.
Tevens zal ik ingaan op het gebruik van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme
en ernstige overlast (Wmbveo). De instrumenten uit deze wet, zoals de meldingsplicht
en het gebiedsverbod, worden vaker toegepast en bieden ook voor de toekomst goede
mogelijkheden voor een rustiger verloop van de jaarwisseling. Het samenscholingsverbod
uit de Wmbveo lijkt minder bruikbaar te zijn voor deze gelegenheid.
Ik zal u tot slot informeren over het aantal mensen dat voorafgaand aan de jaarwisseling
is opgepakt en vastgezet.
Het vorenstaande maakt duidelijk dat we krachtig moeten doorgaan met de huidige aanpak.
Daarvoor zijn naar mijn oordeel geen nieuwe instrumenten nodig. Het gebruik van bestaande
instrumenten moet worden voortgezet en waar nodig uitgebreid. Ik ben ervan overtuigd
dat een krachtige, eenduidige en integrale aanpak vruchten zal afwerpen.
De minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten