32 824 Integratiebeleid

Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2015

In november 2014 publiceerde FORUM een verkenning met de titel «Nederlandse Moslimjongeren en de Arabische herfst». Deze publicatie schetste een zeer verontrustend beeld over brede steun die volgens deze verkenning bij met name Nederlandse jongeren van Turkse afkomst zou bestaan voor Jihadistische strijdgroepen en ISIS.

Na verschijning van de verkenning klonk al snel kritiek op de wijze waarop de gegevens voor dit onderzoek waren verzameld en daarmee op de robuustheid van de gepresenteerde resultaten. Gezien de aard van de uitkomsten van de FORUM-peiling en de geuite kritiek heb ik uw Kamer in mijn brief van 27 januari 2015 (Kamerstuk 32 824, nr. 87) een studie toegezegd naar de kwaliteit van het veldwerk dat aan de verkenning ten grondslag lag. Daarnaast heb ik in dezelfde brief een verdiepende kwalitatieve studie aangekondigd naar de (achtergronden van) opvattingen van Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse jongeren. Ook heb ik een kwantitatief onderzoek aangekondigd waarin de sociaal-culturele aspecten van integratie – zoals binding met en oriëntatie op Nederland en het land van herkomst – in kaart worden gebracht. Deze beide onderzoeken worden door het SCP uitgevoerd.

De eerstgenoemde studie naar de kwaliteit van het onderzoek dat aan de FORUM-verkenning ten grondslag lag, is uitgevoerd door Labyrinth Onderzoek & Advies. Deze studie is afgerond. Het betreft een zogeheten cognitieve test van de vragenlijst die voor het onderzoek is gebruikt. De conclusie die de onderzoekers van Labyrinth trekken, is dat er een aantal serieuze tekortkomingen is in de opzet en uitvoering van het onderzoek waarop de FORUM-verkenning is gebaseerd. Daarmee zijn zowel de validiteit als de betrouwbaarheid van de door Forum gepresenteerde bevindingen in het geding en zijn de uitkomsten niet generaliseerbaar naar de totale populatie. De bevindingen schetsen dan ook geen representatief beeld van de opvattingen die leven onder jongeren van Turkse en Marokkaanse herkomst in Nederland.

Aan de uitvoerder van het onderzoek waarop de Forum-verkenning is gebaseerd – Motivaction – is in het kader van de door mij gewenste zorgvuldigheid de gelegenheid geboden een reactie te geven op de bevindingen van Labyrinth. Motivaction geeft aan het onderzoek destijds naar eer en geweten en volgens een bij Motivaction gangbare methode te hebben uitgevoerd. De reactie is integraal als bijlage opgenomen in de rapportage van Labyrinth. In zijn reactie geeft Motivaction aan dat de door FORUM gepresenteerde uitkomsten op dit moment, maar waarschijnlijk ook al op het moment van publicatie in november 2014, geen juiste beschrijving van de opvattingen van Nederlandse Moslimjongeren (meer) vorm(d)en. Volgens Motivaction is dit mede te wijten aan de tijdspanne tussen het onderzoek zelf en de publicatie daarvan. Een tijdspanne waarin in de media met name over ISIS veel nieuwe informatie bekend werd.

De vraagtekens die er waren bij de Forum-verkenning worden bevestigd door het Labyrinth rapport. De resultaten van hun cognitieve test impliceren dat de basis onder de bevindingen uit november 2014 wegvalt en dat het destijds geschetste beeld dus mogelijk niet de werkelijke opvattingen van de betreffende groep weergaf. Wat die opvattingen dan wèl waren of zijn, kan niet uit de cognitieve studie worden afgeleid: dit onderzoek biedt inzicht in de kwaliteit en reikwijdte van de in de FORUM-verkenning geschetste uitkomsten, maar nadrukkelijk geen beeld van de opvattingen die er onder deze groepen wèl leven. Voor dat beeld zullen het kwalitatieve en – vooral het – kwantitatieve onderzoek van het SCP moeten worden afgewacht. Deze onderzoeken verwacht ik respectievelijk in oktober 2015 en januari 2016 aan uw Kamer te kunnen aanbieden. Ik zie daarnaar uit, want ik heb grote behoefte aan een betrouwbaar inzicht in welke opvattingen dan wèl onder moslimjongeren leven. Daarnaast is het zaak om zeer alert te blijven op de radicalisering van jongeren en bijtijds in te grijpen als dat nodig is. In dat kader roep ik de moslimgemeenschappen en de organisaties daaruit op om hun verantwoordelijkheid in de aanpak te blijven nemen.

Het is te betreuren dat de kwaliteit van de Forum-verkenning onder de maat was. Dat staat niet alleen een goed inhoudelijk debat over dit belangrijke onderwerp in de weg, maar heeft er ook toe geleid dat Turks-Nederlandse jongeren zich onterecht aangesproken en apart gezet voelden.

Na het verschijnen van de SCP-studies kunnen we ons op basis van feiten op een inhoudelijke en betekenisvolle wijze met dit onderwerp gaan bezighouden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven