32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 739 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2021

Op 3 december 2020 heeft uw Kamer bij motie (Kamerstuk 32 813, nr. 628) gevraagd om inzicht in de samenhang tussen duurzame opwek van stroom en de elektrificatie van de industrie en dit met behulp van de Cluster Energiestrategieën (CES’en) te betrekken bij het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK).

Mede naar aanleiding van het initiatief rond «Wind meets industry» (www.windmeetsindustry.nl) is door het TKI Energie en Industrie in het najaar van 2020 gestart met het maken van een Routekaart Elektrificatie Industrie, waarin het antwoord te vinden moet zijn op het eerste deel van het verzoek. Deze routekaart was gepland in het tweede kwartaal 2021 gereed te zijn, maar naar nu blijkt lukt het niet de Routekaart af te hebben voor het zomerreces van uw Kamer. De Routekaart gaat onder meer in op:

  • Technoloy outlook: welke elektrificatie-opties zijn wanneer beschikbaar en hebben welk (theoretisch) potentieel? Groene waterstofproductie wordt in de Routekaart gezien als een vorm van indirecte elektrificatie.

  • Inventarisatie van belemmeringen en denkrichtingen voor oplossing, waarom elektrificatie niet vanzelf tot stand komt

  • Een stappenplan om elektrificatie verder te bevorderen.

Het aanvankelijke plan was om deze motie te beantwoorden met verwijzing naar de Routekaart. In het advies van de Stuurgroep Extra opgave (Kamerstuk 32 813, nr. 683), waarbij gebruik is gemaakt van inzichten opgedaan in het proces rond het maken van de Routekaart is reeds een bandbreedte opgenomen rond de extra vraag naar hernieuwbare elektriciteit in 2030.

De Routekaart zal naar verwachting aanbevelingen doen op het gebied van:

  • Een ketenbenadering waarin aanbod van hernieuwbare elektriciteit en industriële vraag op elkaar afgestemd zijn

  • Tijdige beschikbaarheid van benodigde infrastructuur

  • Te treffen maatregelen om de economische haalbaarheid van elektrificatie te vergroten,

  • Wens om meer aandacht voor de matching van een flexibel hernieuwbaar aanbod met een flexibeler industriële vraag, en

  • Prioriteiten in de innovatie-opgaven rond elektrificatie van de industrie

Gelet op de demissionaire status van dit kabinet, zou het niet passend zijn op al deze aanbevelingen nu reeds een beleidsstandpunt in te nemen.

De samenhang met de CES’en en het MIEK is om twee redenen logisch:

  • De makers van de Routekaart hebben gesproken met de vertegenwoordigers van de industriële clusters, die ook de CES’n hebben opgesteld

  • Eén van de adviezen in de Routekaart betreft tijdige beschikbaarheid van infrastructuur, waar het MIEK een belangrijke rol in moet vervullen.

De huidige planning van het MIEK is dat deze eind dit jaar gereed is. Half oktober verwacht ik de CES’en als basis voor het MIEK ontvangen te hebben. Ik kan wel melden dat inmiddels gestart is met de corridorstudie Rotterdam – Chemelot – Duitsland.

Mijn verwachting is dat de Routekaart in de loop van de zomer gereed is en openbaar gemaakt kan worden; tevens is mijn verwachting dat de Routekaart de informatie zal bevatten, waar in de motie om wordt gevraagd. Gelet op de samenhang met het MIEK-proces verwacht ik dat een nieuw kabinet op basis van deze inzichten een beleidsstandpunt kan innemen met betrekking tot de aanbevelingen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven