Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2021
Op 30 maart jl. heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat uw Kamer de Expression of Principles die hij met Tata Steel Nederland heeft ondertekend toegestuurd (Kamerstukken 32 813 en 33 009, nr. 677). Op 22 april jl. heeft de Minister van Economische Zaken en klimaat op verzoek van
uw Kamer aangegeven wat de gevolgen waren van het controversieel verklaren van deze
afspraken (Kamerstuk 29 826, nr. 129). Naar aanleiding van deze brieven heeft uw Kamer een Schriftelijk Overleg belegd.
Met de bijlage bij deze Kamerbrief beantwoord ik, mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Infrastructuur
& Waterstaat, de vragen die uw Kamer in het Schriftelijk Overleg gesteld heeft (Kamerstukken
32 813 en 29 826, nr. 720).
Het lid Van der Lee (GroenLinks) heeft in de Regeling van Werkzaamheden van 18 mei
jl. daarnaast gevraagd om een Kamerbrief waarin ik de gevolgen van het voorstel van
FNV voor een alternatieve verduurzamingsroute van Tata Steel op de SDE++ toelicht.
Daarbij heeft het lid Van der Lee ook gevraagd of het Planbureau voor de Leefomgeving
(PBL) een beoordeling kan maken van de alternatieve plannen van FNV. Hieronder ga
ik nader in op deze vragen.
FNV heeft reeds een onafhankelijke haalbaarheidsstudie naar de plannen aangekondigd.
Tata Steel Nederland heeft hieraan haar medewerking toegezegd. Dit juich ik toe. Het
is goed dat alle informatie onafhankelijk bekeken wordt. Ik heb naar aanleiding van
het verzoek van uw Kamer PBL gevraagd een appreciatie te geven van de haalbaarheidsstudie
voordat ik deze aan uw Kamer doe toekomen. PBL heeft echter aangegeven dit verzoek
niet in te willigen, gelet op de capaciteit en het grote aantal andere verzoeken dat
in diezelfde periode loopt, waaronder de voorbereiding en publicatie van de Klimaat-
en Energieverkenning 2021.
Het kabinet verwacht de regeling voor de SDE++ 2021 binnen enkele weken naar uw Kamer
te sturen. Vooruitlopend op de uitkomsten van dit onderzoek zie ik geen impact op
de vormgeving van de SDE++ dit najaar. Dit laat uiteraard onverlet dat als het onderzoek
tot nieuwe inzichten leidt ik deze met alle betrokkenen zal bespreken. Als er redenen
zijn om in de toekomst aanpassingen aan het instrumentarium te doen of nader te onderzoeken,
zal ik mijn voornemens daartoe met uw Kamer delen. Ik benadruk daarbij dat het toevoegen
van nieuwe opties aan de SDE++, mocht dit gewenst zijn, een proces is dat zorgvuldig
onderzoek, openbare consultatie en Europese toestemming vereist, en dat dit niet in
een tijdsbestek van enkele weken of maanden kan gebeuren.
Ik dring er bij alle betrokken partijen op aan dat de onafhankelijke haalbaarheidsstudie
deze zomer moet worden afgerond, zodat eventuele inzichten zo snel mogelijk meegenomen
kunnen worden in de plannen van het bedrijf. Daarbij vind ik het belangrijk om de
verdeling van rollen zuiver te houden: het Rijk gaat over het instrumentarium van
wetgeving en subsidies, waarbinnen het uiteindelijk aan de bedrijven zelf is om afwegingen
te maken en tot een optimale reductie van CO2 te komen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok