32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

nr. 659 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2021

Middels de motie van het lid Agnes Mulder c.s. (Kamerstuk 32 813, nr. 578) heeft een brede vertegenwoordiging van de Tweede Kamer het kabinet opgeroepen om de toepassing van burgerpanels, ook wel burgerberaden of burgerfora (hierna: burgerfora), in het klimaatbeleid te onderzoeken. In mijn brief van 25 november (Kamerstuk 32 813, nr. 624) heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen uitvoering te geven aan deze motie door een onafhankelijke expertcommissie te vragen uitvoering te geven aan dit onderzoek. In deze brief informeer ik u over (i) de instelling, voorzitter en samenstelling van de commissie en (ii) de opdracht, eindproduct en planning.

Instelling, voorzitter en samenstelling

Om de onafhankelijkheid van de expertcommissie te borgen zal ik de commissie instellen middels een instellingsbesluit. Hierin wordt bepaald dat de commissie opereert zonder politieke of ambtelijke last- en ruggespraak.

De commissie zal worden voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. Ik heb de heer prof. Alex Brenninkmeijer gevraagd om het voorzitterschap op zich te nemen. Ik ben verheugd uw Kamer te kunnen meedelen dat hij de uitnodiging heeft aanvaard. Als voormalig Ombudsman weet hij wat er leeft in de samenleving. Tegelijkertijd kan de heer Brenninkmeijer als hoogleraar Staatsrecht de verbinding leggen tussen praktijk, beleid en wetenschap. Dit is de driehoek waarin dit onderzoek zich bevindt en deze ervaring past bij de samenstelling van de commissie.

In samenspraak met de voorzitter is bij de samenstelling van de commissie gekozen voor een goede balans tussen academische kennis en praktijkervaring. De volgende deelnemers zijn reeds uitgenodigd zitting te nemen in de commissie en hebben de uitnodiging op het moment van schrijven aanvaard.

  • De heer prof. mr. Alex Brenninkmeijer, tevens voorzitter;

  • Mevrouw dr. Jetske Bouma (Planbureau voor de Leefomgeving);

  • Mevrouw prof. Eefje Cuppen (Universiteit Leiden);

  • De heer Ferenc van Damme (provincie Overijssel);

  • De heer prof. Frank Hendriks (Tilburg University);

  • Mevrouw Kristel Lammers (NP RES);

  • De heer Werner Schouten (Jonge Klimaatbeweging);

  • Mevrouw prof. Evelien Tonkens (Universiteit van de Humanistiek);

  • Mevrouw Wendelin Wielenga (gemeente Súdwest Fryslân).

Voorts zal ik, om een goede aansluiting met de huidige beleidspraktijk te borgen, namens het Rijk een waarnemer aanwijzen die de vergaderingen van de commissie kan bijwonen. Om de commissie te ondersteunen in haar werkzaamheden stel ik een secretariaat beschikbaar. Dit secretariaat zal onafhankelijk opereren.

De belangstelling voor het onderwerp is groot. Het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord heeft daarom het initiatief genomen om een klankbordgroep in te richten met diverse deskundigen en betrokkenen die kunnen meedenken met de commissie. De commissie is voornemens een postbus in te richten waar mensen hun kennis en ervaringen kunnen delen.

Opdracht, eindproduct en planning

De commissie wordt gevraagd een analyse uit te voeren naar mogelijkheden om de betrokkenheid van burgers bij de ontwikkeling en uitvoering van het klimaatbeleid op nationaal, regionaal en lokaal niveau te vergroten. Hierbij gaat de commissie uit van bestaande juridische kaders, zoals de Klimaatwet en de Omgevingswet.

Bij haar onderzoek beantwoordt de commissie in ieder geval de volgende vragen:

  • a) Hoe worden de verschillende vormen van betrokkenheid van burgers bij het klimaatbeleid beoordeeld?

  • b) Welke punten van aandacht en/of verbetering zijn daarbij aan te wijzen?

  • c) Welke rol kunnen burgerfora daarin spelen?

De commissie gebruikt hierbij bestaande kennis en praktijkervaring op het gebied van burgerbetrokkenheid bij beleid en burgerfora in Nederland en in het buitenland.

Ik verwacht voor de verkiezingen van maart 2021 een onderzoeksrapport met een analyse en aanbevelingen te ontvangen en met uw Kamer te kunnen delen. Daarnaast verwacht ik een deelproduct (bijvoorbeeld een apart hoofdstuk) over de toepassing van burgerfora op lokaal/regionaal niveau. Naar verwachting zal de commissie tussen nu en begin maart vier (digitale) bijeenkomsten houden om het eindrapport op te stellen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ’t Wout

Naar boven