32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 197 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2021

Hierbij informeer ik u over de uitvoering van de vijf aangenomen moties en de drie toezeggingen uit het Kamerdebat van 26 mei 2021 over het experimentele Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) (Handelingen II 2020/21, nr. 80, item 9). Ook informeer ik u over de stand van zaken van de maatregelen die Defensie heeft genomen om herhaling te voorkomen van wat er bij het LIMC niet goed ging (Kamerstuk 32 761, nr. 182 van 7 mei die tevens op de context van het LIMC ingaat). Tevens informeer ik u in deze brief dat Defensie vandaag het WOB-besluit publiceert over de «interne tijdlijn LIMC». Zie de bijlagen bij deze brief met het WOB-besluit, de interne tijdlijn en de onderliggende stukken1.

Stand van zaken moties

Motie van het lid Belhaj c.s. met Kamerstuk 32 761, nr. 184

Defensie voert deze motie over het opstellen van duidelijke kaders voor toekomstige experimenteeromgevingen uit door het hanteren van een centraal overzicht van de geldende juridische kaders en door de positie van juridische experts en AVG-functionarissen te versterken. Met de brief van 7 mei jl. heeft Defensie de juridische kaders naar de Kamer gestuurd. Deze juridische kaders gelden altijd en overal, ook voor experimentele organisaties als het LIMC. Intussen hebben de commandanten van de Operationele Commando’s daarover een gesprek met hun juridische adviseur en/of AVG-functionaris gehad. Voor de naleving van de bestaande kaders is de AVG-organisatie op het ministerie en bij het CLAS versterkt met extra personeel. Ook de positie van juridische experts wordt versterkt, zie ook motie van het lid Wijngaarden met Kamerstuk 32 761, nr. 188 verderop in de tekst.

Motie van het lid Belhaj c.s. met Kamerstuk 32 761, nr. 186

Deze motie verzoekt om een onafhankelijk onderzoek naar de besluitvorming rond zowel het oprichten als de uitvoering van de taken van het LIMC in relatie tot de juridische context, daaruit lessen te trekken en hangende de uitkomsten hiervan de activiteiten van het LIMC op te schorten. In de dagen na publicatie van het NRC-artikel heeft Defensie zelf een reconstructie opgesteld van de besluitvorming rond het LIMC door een interne tijdlijn op te stellen om daaruit lessen te trekken. In deze tijdlijn is een groot aantal interne mails en andere documenten van de relevante actoren met betrekking tot het LIMC opgenomen. De juridische adviezen zijn hierin voor de duidelijkheid gearceerd, evenals de momenten waar de informatievoorziening aan de Minister aan de orde was. Het gaat hierbij in totaal om 170 pagina’s tijdlijn met 220 onderliggende documenten.

De tijdlijn bevestigt het uitblijven van adequate opvolging van juridische adviezen en dat de informatievoorziening hierover intern stagneerde, zoals mijn ambtsvoorganger tijdens het debat van 26 mei jl. al heeft gezegd. Zodra mijn ambtsvoorganger nader was gebriefd over de activiteiten van het LIMC in relatie tot de juridische kaders, heeft zij direct besloten het LIMC stop te zetten. Hierover bent u geïnformeerd in de brief van 27 november 2020 (Kamerstuk 32 761, nr. 175). Door het ontbreken van een verzoek van de civiele autoriteiten was er namelijk geen grondslag voor deze activiteiten. In de tijdlijn wordt ook zichtbaar hoe het kon dat de reactie van Defensie op het concept NRC-artikel van 13 november 2020 luidde dat «voor de activiteiten van het LIMC geen aanvullende grondslag nodig is». Minister Bijleveld had tijdens het debat van 26 mei jl. toegezegd hier nog op terug te komen. Uit de tijdlijn blijkt dat de interne afstemming van dit antwoord onvoldoende was.

Door bijgevoegde interne tijdlijn met de onderliggende documenten openbaar te maken en aan u te sturen, geeft het kabinet uitvoering aan motie nr. 186. Hiermee beschikt de Kamer zowel over de gevraagde informatie over de besluitvorming rond de oprichting, als over de uitvoering van de taken van het LIMC inclusief de juridische aspecten daarvan. Eerder ontving de Kamer al de 80 rapporten die het LIMC heeft opgesteld (bijlagen bij de antwoorden op kamervragen van de leden Belhaj en Karabulut, 7 mei 2021, Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2623). Uit de interne tijdlijn en uit de conclusies en aanbevelingen van het AVG-onderzoek van de onafhankelijke Functionaris Gegevensbescherming Defensie dat u op 7 mei jl. ontving, heeft Defensie belangrijke lessen getrokken om herhaling hiervan te voorkomen. Deze zijn betrokken bij de maatregelen uit de brief van 7 mei jl., bij de beantwoording van Kamervragen over het LIMC, bij de appreciatie van de Minister tijdens het debat van 26 mei en bij de uitvoering van de Kamermoties die in deze brief worden besproken. Tijdens het debat van 26 mei jl. heeft Minister Bijleveld ook excuses aangeboden voor de gang van zaken rondom het LIMC. Totdat de uitvoering van motie 186 zoals in deze brief wordt voorgesteld, met uw Kamer is besproken, blijven de activiteiten van het LIMC opgeschort. Als het LIMC weer actief wordt, gebeurt dit uiteraard binnen wet- en regelgeving overeenkomstig het gestelde onder motie 184 hierboven.

Met het versturen van deze stukken geeft Defensie tevens uitvoering aan de toezegging van Minister Bijleveld tijdens het debat van 26 mei jl. om te bezien of zij extra informatie over de gebeurtenissen bij het LIMC aan de Kamer kon verstrekken. Defensie publiceert vandaag ook het WOB-besluit over de «interne tijdlijn Land Information Manoeuvre Centre (LIMC)» waarbij bovengenoemde documenten worden verstrekt.

Motie van het lid Belhaj c.s. met Kamerstuk 32 761, nr. 187

Conform de motie wordt het nieuwe beleidskader Informatie Gestuurd Optreden (IGO) dat Defensie nu opstelt in de eerste helft van 2022 naar de Kamer gestuurd. In dit beleidskader wordt onderstreept dat altijd binnen de juridische kaders, inclusief die van de AVG (waaronder een gegevensbeschermingseffectbeoordeling, DPIA), moet worden gewerkt.

Motie van het lid Van Wijngaarden c.s. met Kamerstuk 32 761, nr. 188.

Hiermee wordt de regering verzocht de positie van juridische experts binnen Defensie te versterken en zeker te stellen dat zij de Defensietop en politieke leiding tijdig van onrechtmatige activiteiten op de hoogte kunnen stellen. Defensie voert deze motie uit doordat intussen expliciet is afgesproken dat Juridische Zaken voortaan voorafgaand aan de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van data (science) projecten moet worden betrokken. Daarvoor wordt op het ministerie en bij het CLAS extra juridisch personeel aangesteld. Ook geef ik u de verzekering dat juristen altijd rechtstreeks bij mij of bij de Defensietop terecht kunnen als er sprake is van mogelijke onrechtmatige activiteiten. De uitvoering van deze motie draagt ook bij aan de uitvoering van motie van het lid Belhaj c.s. met Kamerstuk 32 761, nr. 184.

Gewijzigde motie van het lid Belhaj c.s. met Kamerstuk 32 761, nr. 193 (oorspronkelijk motie met Kamerstuk 32 761, nr. 185)

Op verzoek van de Kamer wacht Defensie met de uitbreiding van de Catalogus Nationale Operaties-2018 met capaciteiten op het gebied van «information manoeuvre en andere militaire analyse capaciteit» tot motie met Kamerstuk 32 761, nr. 186 is uitgevoerd.

Stand van zaken overige maatregelen

Een aantal maatregelen uit de brief van 7 mei jl. valt reeds onder de uitvoering van bovenstaande vijf moties. Onder dit kopje informeer ik u over de stand van zaken van de overige maatregelen uit de brief van 7 mei. Zoals in die brief is aangekondigd, zijn inmiddels verschillende werkgroepen georganiseerd met militair juristen, AVG-functionarissen, ethische experts en kernfunctionarissen van operationele eenheden die in de informatie-omgeving actief zijn. Zij bespreken mogelijkheden en beperkingen binnen het informatiedomein langs de trits «willen, kunnen, mogen». De CDS heeft in mei 2021 de aftrap voor dit programma verricht. Deze werkgroepen lopen nog de rest van dit jaar door. In de eerste helft van 2022 zal op basis van deze discussiewerkgroepen een rapport met bevindingen gereed zijn. TNO betrekt de discussies uit de werkgroepen bij de dilemmagame, die zij in opdracht van Defensie maakt over de toepassing van de juridische en ethische kaders in de informatie-omgeving. De oplevering daarvan hangt samen met het verloop van de werkgroepen. Deze game zal op alle niveaus van de organisatie worden gespeeld ter vergroting van het bewustzijn en de kennis in de organisatie over de juridische en ethische kaders in het informatiedomein.

Een andere maatregel uit de brief van 7 mei jl. is een onderzoek naar de wijze waarop Europese partnerlanden de verhouding «krijgsmacht-AVG» invullen. Dit onderzoek loopt, maar zal nog enige tijd in beslag nemen. Wel heeft Defensie de poortwachtersfunctie op het gebied van gegevensverwerking al versterkt door het risicobewustzijn bij de (mogelijke) verwerking van persoonsgegevens door behoeftestellers en inkopers te verhogen. Ook kunnen AVG-verwerkersovereenkomsten voortaan eenduidig worden opgenomen in het contractenregister van Defensie. De eindverantwoordelijkheid voor de juiste gegevensverwerking blijft uiteraard bij de gebruiker liggen.

In de brief van 7 mei jl. meldt Defensie ook dat een extern bureau nader onderzoek gaat doen naar de naleving van de AVG bij de informatieactiviteiten van verschillende defensie-onderdelen. Daarbij wordt het externe bureau tevens gevraagd om de door de onderdelen gesignaleerde knelpunten voor de uitvoering van hun taken te inventariseren en aanbevelingen te doen voor het oplossen of mitigeren van deze knelpunten. De aanbesteding hiervan bevindt zich nu in de laatste fase. Het eindrapport hiervan ontvangt de Kamer in de eerste helft van 2022, gelijk met de bevindingen van de discussies in bovengenoemde werkgroepen. Ten slotte informeer ik u dat Defensie meedoet aan het Rijksbrede overleg over hoe het Rijk in de toekomst de AVG beter kan naleven. Minister Bijleveld had dit aan uw Kamer toegezegd tijdens het debat van 26 mei 2021.

De Minister van Defensie, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven