32 745 Raming der voor de Tweede Kamer in 2012 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Nr. 3 BEGROTINGSTOELICHTING (UITGAVEN EN ONTVANGSTEN)1

1. LEESWIJZER

Artikel 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer» is ingedeeld in de volgende paragrafen:

  • 1. Algemene doelstelling

  • 2. Speerpunten 2012

  • 3. Tabel budgettaire gevolgen van beleid en begrotingsvoorstellen

  • 4. Operationele doelstellingen

  • 5. Risico’s

  • 6. Kengetallen

  • 7. Bedrijfsvoeringparagraaf

Bij de artikelen 2 «Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement» en 4 «Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer» is gekozen voor een afwijkende opbouw ten einde herhaling van speerpunten, algemene/operationele doelstellingen en bedrijfsvoeringaspecten (zie hiervoor artikel 3) te voorkomen. Bovengenoemde indeling wijkt in verband met de bijzondere staatsrechtelijke positie van de Staten-Generaal op enkele punten af van de in de Rijksbegrotingvoorschriften (Rbv) voorgeschreven sjabloon/richtlijnen. Hieronder wordt dit toegelicht.

Speerpunten

Overeenkomstig de ontwerpbegroting 2011 is bij beleidsartikel 3 een paragraaf Speerpunten 2012 opgenomen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsvoorstellen

Deze subparagraaf bevat de begrotingsvoorstellen van de Tweede Kamer.

Juridisch verplicht

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid is geen regel met «juridisch verplicht» opgenomen. Met juridisch verplicht wordt bedoeld inzichtelijk te maken voor welk deel van de begroting al juridisch afdwingbare verplichten zijn aangegaan. Bij de Tweede Kamer zijn de verschillende budgetten te beschouwen als apparaatskosten; de vrij beïnvloedbare ruimte daarvan is beperkt.

Bedrijfsvoeringparagraaf

Deze paragraaf schetst de ontwikkelingen ten aanzien van de bedrijfsvoering. Gezien de aanzienlijke overlap tussen de speerpunten 2012 en de accenten in de bedrijfsvoering, die vermeld zouden kunnen worden in de bedrijfsvoeringparagraaf, is volstaan met een verwijzing naar paragraaf 4.

Voor de goede orde vermelden wij dat tussen de Eerste en Tweede Kamer en het kabinet afspraken zijn gemaakt over het financieel beheer (29 833, nr. 17 bijlage).

Afwijking door de regering van de door de beide Kamers opgestelde ramingen kan in beginsel niet aan de orde zijn, tenzij een evident zwaarwegende reden zich hiertegen verzet.

Voorafgaand aan het vastleggen van deze afspraken is het begrip «evident zwaarwegende reden» nader toegelicht door de minister van Financiën tijdens de behandeling van de wijziging van de Comptabiliteitswet in de Eerste Kamer (EK 29 833, nr. C):

«In het licht van het met de Tweede Kamer gevoerde plenaire debat over het onderhavige wetsvoorstel heeft het kabinet besloten om algemene efficiencytaakstellingen voortaan niet meer door te vertalen naar de begrotingen van de beide kamers. De aangehaalde, eerdere opmerking van de regering waaraan wordt gerefereerd, moet thans zo worden geïnterpreteerd dat zowel een toets op passendheid in het budgettaire beleid als een toets op doelmatigheid, waarbij ook naar de kostenonderbouwing wordt gekeken, slechts op zeer marginale wijze zullen plaatsvinden».

Uitgangspunt daarbij is dat de Eerste en Tweede Kamer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer en dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich strikt beperkt tot de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de Comptabiliteitswet 2001.

Controle achteraf is daarbij een instrument om te beoordelen of de Colleges bij hun beheer binnen de grenzen blijven die de Comptabiliteitswet stelt. Daartoe worden de administraties van de Colleges jaarlijks gecontroleerd door de Rijksauditdienst en vindt periodiek overleg plaats met deze dienst

In zijn algemeenheid geldt dat paragrafen die niet van toepassing zijn in z’n geheel zijn weggelaten.

Financiële uitgangspunten

Het uitgangspunt voor de Raming 2012 is het meerjarencijfer voor dat jaar zoals opgenomen in hoofdstuk IIA van de rijksbegroting voor 2011 met betrekking tot de artikelen 2 «Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer», 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer» en 4 «Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer»

(32 123 IIA). Daarnaast is rekening gehouden met de structurele doorwerking van de in het wijzigingsvoorstel naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2011 op te nemen mutaties. Aangezien de Raming bij de Kamer voorafgaat aan de afronding van de Rijksbegroting als geheel, zijn mogelijk uit het laatstgenoemde proces voortvloeiende generieke mutaties niet in deze staat verwerkt.

2. DE ARTIKELEN

Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

1. Algemeen

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.

2. Activiteiten

2a. Zorg dragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:

  • schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);

  • pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);

  • schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (die niet door het Europees Parlement betaald worden) (artikel 2.3).

Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen (aantallen gerechtigden) verbonden.

Aantallen deelgerechtigden

2006

2007

2008

2009

2010

Pensioenen oud-leden

385

379

385

381

437

Wachtgelden oud-leden

120

91

82

57

90

Totaal

505

470

467

438

527

2b. Facilitering outplacement

Daarnaast is binnen dit artikel een budget ten behoeve van outplacement voor oud-leden van de Tweede Kamer opgenomen. Het doel van de outplacementfaciliteit is tweeledig:

  • 1. het bieden van een faciliteit voor oud-leden bij het zoeken naar een nieuwe functie;

  • 2. het verminderen van het beroep op de wachtgeldregeling.

Het Presidium heeft in zijn vergadering van 12 december 2001 zowel op grond van een advies van de Commissie Emolumenten als naar aanleiding van opmerkingen gemaakt bij gelegenheid van de behandeling van de Raming voor 2002, een vrijwillige outplacementregeling voor oud-leden van de Tweede Kamer vastgesteld. De outplacementregeling, die voor het eerst in de Raming van de Tweede Kamer voor 2003 (28 336, nr. 4, blz. 2) werd opgenomen, wordt door de Tweede Kamer beheerd.

De uitgaven in 2010 beliepen € 331 000 en hadden betrekking op 23 deelnemers.

Inmiddels is deze eigen regeling voor vrijwillige outplacement voor oud-leden niet langer nodig. Door de invoering van het Besluit sollicitatieplicht Appa voor gewezen politieke ambtsdragers, van 30 november 2010 (Staatsblad 2010, 788), zijn er regels gesteld rondom de begeleiding door een re-integratiebedrijf en de eventuele planmatige begeleiding en ondersteuning (outplacement).

Dit betekent dat direct bij aftreden er vrijwillig gebruik gemaakt kan worden van outplacement faciliteiten. Hiervoor is een bedrag beschikbaar tot een hoogte van maximaal 20 % van de laatstgenoten bezoldiging (gerekend over een jaar). De uitvoeringsorganisatie (nu Loyalis) toetst de aanvraag aan de eisen van het sollicitatiebesluit en aan redelijkheid van prijs/kwaliteit.

Na drie maanden ontstaat de sollicitatieplicht. Het re-integratiebedrijf gaat samen met betrokkene een plan opstellen. Daarbij wordt ook nagegaan of outplacement nodig of zinvol is. De uitvoeringsorganisatie beslist hierover.

De kosten van outplacement komen ten laste van de Tweede Kamer.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

3a. Begrotingsvoorstellen

Vanaf de nieuwe zittingsperiode in het voorjaar van 2009 betaalt het Europarlement de schadeloosstelling voor de Europarlementariërs (en niet meer de Tweede Kamer). Twee herkozen Europarlementariërs hebben aangegeven nog wel via de Tweede Kamer hun schadeloosstelling te willen ontvangen. De vrijval van de schadeloosstelling van de Europarlementariërs (reallocatie van € 2 300 000 naar artikel 3.1 Apparaat) zal worden aangewend voor het in oprichting zijnde Huis voor democratie en rechtsstaat. Dit is voorzien in 2015. Tot het moment van opening van het Huis wordt de onderuitputting aangewend voor aanpassingen in het gebouw van de Tweede Kamer voor het ontvangen van bezoekers.

Door het bijna volledig wegvallen van de uitgaven aan de Europarlementariërs vervalt ook de inhouding op de pensioenen voor de Europarlementariërs. Hierdoor worden de ontvangsten op artikel 2 neerwaarts bijgesteld met € 200 000.

De begroting voor pensioenen en wachtgelden is voor de jaren 2015 en 2016 in beide jaren verhoogd met € 1 000 000 in verband met een voorzien groter beroep op de pensioen- en wachtgeldregeling door de Tweede Kamerverkiezingen in 2015.

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement1

      

Verplichtingen

31 823

31 823

31 314

31 314

32 314

32 314

Uitgaven

31 823

31 823

31 314

31 314

32 314

32 314

1. schadeloosstelling

21 504

21 504

21 504

21 504

21 504

21 504

2. pensioenen en wachtgelden

10 133

10 133

9 624

9 624

10 624

10 624

3. schadeloosstelling Europarlementariërs

186

186

186

186

186

186

Ontvangsten

86

86

86

86

86

86

X Noot
1

Vanaf de nieuwe zittingsperiode in het voorjaar van 2009 wordt de schadeloosstelling op twee leden na betaald door het Europarlement (en niet meer door de Tweede Kamer).

4. Kengetallen

In onderstaand overzicht zijn als achtergrondinformatie de gerealiseerde uitgaven en gemiddelden van de artikelonderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 opgenomen voor de jaren 2007–2010 en prognoses voor 2011 en 2012.

Gemiddelde uitgaven per lid (in € 1 000)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

      

1. schadeloosstelling

20 661

20 232

21 476

21 909

21 504

21 504

gemiddeld per lid TK

138

135

143

146

143

143

2. pensioenen en wachtgelden.

11 996

9 016

8 622

10 956

10 133

10 133

– totaal 1 en 2

32 657

29 248

30 098

32 865

31 637

31 637

gemiddeld per lid TK

218

195

201

219

211

211

3. schadeloosstelling leden Europarlement

2 362

2 429

1 4511

Nvt

Nvt

Nvt

Gemiddeld per lid EP

87

90

88

Nvt

Nvt

Nvt

X Noot
1

Vanaf de nieuwe zittingsperiode in het voorjaar van 2009 wordt de schadeloosstelling op twee leden na betaald door het Europarlement (en niet meer door de Tweede Kamer).

Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer

1. Algemene doelstelling

Taak van de Tweede Kamer

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: het controleren van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137, 138 en 139 (grondwetgeving) en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

De ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer heeft als missie het ondersteunen van het constitutioneel proces en wil dit verder versterken door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteit, zoals door de Kamer bepaald, is daarbij leidend.

2. Speerpunten 2012

Gegeven de algemene doelstelling worden jaarlijks accenten gelegd. De speerpunten voor 2012 worden in paragraaf 4 nader toegelicht.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

3a. Begrotingsvoorstellen

De uitgangspositie voor dit artikel is het meerjarencijfer 2012, bezien vanuit de ontwerp-begroting 2011 aangevuld met (structurele) doorwerking van de mutaties naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2011.

Bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2011 zijn onderstaande mutaties door de Tweede Kamer aangemeld bij het ministerie van BZK (bedragen x € 1 000):

Beheerskosten Staten-Generaal digitaal

250

 

Bij het indienen van claims voor ICT projecten is in het verleden geen rekening gehouden met toekomstige beheerslasten. De beheerskosten voor het ondertussen afgeronde project Staten-Generaal digitaal zijn niet voorzien in de meerjarencijfers.

 

Reallocatie van artikel 2.3 (zie budgettaire gevolgen van beleid bij art. 2)

2 300

Desaldering ontvangsten

500

 

In 2004 is de Kamer overgegaan van het «boeken in mindering van bezwaar» tot een zuivere scheiding van uitgaven en ontvangsten, ook al vinden deze plaats in het zelfde jaar. Sinds die tijd is structureel sprake van meerontvangsten van diverse aard. De meerontvangsten zijn zeker structureel € 700 000. Hiervan dient € 200 000 ter compensatie van het wegvallen van de inhoudingen voor pensioenen van de leden van het Europarlement.

 

Doorwerking loonbijstelling 2010

600

 

In 2010 is een beroep gedaan op BZK op alsnog in aanmerking te komen voor de loonbijstelling 2010. De structurele doorwerking hiervan moet nog verwerkt worden bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2011.

 
   
 

De structureel benodigde loonbijstelling bedraagt € 900 000. In de mutaties naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2011 is € 600 000 opgenomen. De reden hiervoor is de volgende.

 
   
 

De totale loonbijstelling ad € 900 000 is bedoeld ter compensatie van de gestegen lonen. De ambtenarensalarissen zijn in 2010 verhoogd met 2,9% in de vorm van een hogere eindejaarsuitkering. De schadeloosstelling en de tegemoetkoming in de kosten van de fracties zijn hier in de wet- en regelgeving rechtstreeks aan gekoppeld. Bij de pensioenen en wachtgelden is sprake van een indirecte koppeling (percentage van de schadeloosstelling). Met andere woorden, de budgetten dienen verhoogd te worden om het zelfde aantal betalingen te kunnen verrichten.

 
   
 

Vanwege de gevolgen van de Tweede Kamerverkiezingen in juni 2010 is er sprake van hogere bijdragen aan de fracties in 2011. Bij deze herziene fractiekostenberekening is uitgegaan van het prijspeil 2011, met andere woorden de compensatie voor de gestegen lonen (het verschil in prijspeil 2010 en 2011) is «meegenomen» in de herziene berekening. De incidentele claim naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2011 ad € 2 107 000 is dus inclusief € 300 000 loonbijstelling.

 
 

In de situatie dat de (doorwerking van de) loonbijstelling niet door BZK wordt toegekend en de Kamer dit repareert middels een amendement (structureel € 900 000), dan zal bij gelegenheid van de Najaarsnota 2011 (incidenteel) een correctie plaatsvinden. Structureel geldt dat € 900 000 nodig is voor compensatie van de gestegen lonen daar de herziene fractiekostenberekening alleen betrekking heeft op 2011.

 
   

Daarnaast is sprake van een tweetal incidentele mutaties in 2011 op artikel 3.1

 

Eindejaarsmarge 2010

650

Rijkspas

364

   

Op artikel 3.4 is ook sprake van een incidentele mutatie in 2011

 

-

Gevolgen verkiezingen 2010

2 107

Het artikelonderdeel fractiekosten is voor de jaren 2015 en 2016 in beide jaren verhoogd met € 2 000 000 in verband met de Tweede Kamerverkiezingen in 2015. Naar verwachting vinden de Tweede Kamerverkiezingen midden 2015 plaats waardoor de financiële consequenties doorwerken tot midden 2016.

3b. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

3: Wetgeving en controle Tweede Kamer (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

97 627

95 995

91 427

91 427

93 427

93 427

Uitgaven

97 627

95 995

91 427

91 427

93 427

93 427

1. apparaat

67 549

68 024

63 456

63 456

63 456

63 456

2. onderzoeksbudget

1 096

1 096

1 096

1 096

1 096

1 096

3. drukwerk

3 026

3 026

3 026

3 026

3 026

3 026

4. fractiekosten

25 522

23 415

23 415

23 415

25 415

25 415

5. uitzending leden

434

434

434

434

434

434

Ontvangsten

2 766

2 766

2 766

2 766

2 766

2 766

4. Operationele doelstellingen

Voor het jaar 2012 heeft het Presidium de volgende onderwerpen tot speerpunten benoemd:

  • 1) Uitvoeren aanbevelingen uit Parlementaire Zelfreflectie;

  • 2) Implementatie modernisering AV-faciliteiten;

  • 3) Verdere digitalisering van parlementaire informatie;

  • 4) Inrichten op ombuigingen vanaf 2013.

De afgelopen jaren werden, ook in de keuze van de speerpunten, gekenmerkt door een verdere verbetering van de ondersteuning van leden door middel van (financiële) investeringen. Het Presidium meent dat, gelet op maatschappelijke ontwikkelingen, voor 2012 een koers moet worden gevaren waarbij een goede ondersteuning van leden onverkort van kracht blijft, maar met een terughoudende instelling bij intensiveringen.

1) Uitvoering aanbevelingen uit Parlementaire Zelfreflectie

In 2010 heeft de Kamer aangegeven dat de zelfreflectie een doorlopend proces is. De verbeterpunten uit 2009 zijn, met andere woorden, permanente aandachtspunten die te groeperen zijn rond drie thema’s: het instrumentarium van de Kamer als medewetgever en controleur van het regeringsbeleid; de rol van de Kamer in het formatieproces en de ondersteuning en begeleiding van Kamerleden.

In 2012 zal het eerste effect zichtbaar zijn van wat in 2010 en 2011 is ingezet rond de genoemde thema’s en zal het Presidium inzetten op:

  • het gebruik van een eigen toekomst- en onderzoeksagenda;

  • het geven van meer aandacht aan uitvoeringsvraagstukken bij nieuwe wetgeving, ondermeer door goed voorbereide hoorzittingen;

  • het aanbieden van introductie- en verdiepingscursussen aan nieuwe Kamerleden.

Daarbij worden de uitkomsten betrokken van:

  • twee parlementaire conferenties over de formatie in 2010 en 2011;

  • het symposium gehouden op 9 februari 2011 over de relatie tussen wetenschap en politiek.

Tenslotte zal in 2012 verder inhoud worden gegeven aan de «staat van de Tweede Kamer»,4 een elk jaar aan de Raming toe te voegen document. Daarin wordt aan de hand van kengetallen over de Tweede Kamer uitspraken gedaan over ontwikkelingen in het functioneren van de Kamer.

2) Implementatie modernisering AV-faciliteiten

Het programma AV-faciliteiten is er op gericht om de komende vier jaar de huidige, verouderde audiovisuele infrastructuur en daarmee samenhangende productie en distributie van beeld en geluid signalen te renoveren en te innoveren.

De voorbereidingen voor de uitvoering van het audiovisuele programma zijn in 2010 begonnen nadat het Presidium dit programma had vastgesteld en de Kamer bij de behandeling van de Raming voor 2011 hiermee akkoord is gegaan. In 2011 wordt een begin gemaakt met de bouw van een nieuwe centrale AV ruimte en worden programma’s van eisen en aanbestedingsplannen opgesteld voor het uitvoeren van het eerste deelproject, te weten de renovatie van de audiovisuele infrastructuur. In het jaar 2012 worden deze zaken uit dit eerste deelproject uitgevoerd en in gebruik genomen. In het jaar 2013 wordt het aantal met camera’s ontsloten commissiezalen uitgebreid en wordt een aanvang genomen met de overgang naar High Definition van de centrale regieruimte en de infrastructuur voor de plenaire zaal. Het gehele programma heeft tot doel de transparantie te vergroten door het breed ter beschikking stellen van beeld en geluid vanuit de Kamer aan fracties, publiek en professionele afnemers

3) Verdere digitalisering van parlementaire informatie

De digitale informatievoorziening van de Kamer wordt in de komende jaren ontwikkeld tot dé bron van parlementaire informatie. Dit wordt gerealiseerd door het creëren van een samenhangende, digitale informatievoorziening die een actueel, betrouwbaar, onpartijdig en volledig inzicht geeft in het parlementaire proces en alles wat daarmee samenhangt. Concreet krijgt dit vorm doordat in de toekomst de agenda’s en Handelingen, maar ook audiovisueel materiaal van debatten en vergaderingen en de benodigde context- en achtergrondinformatie in samenhang te raadplegen zijn via Plein2 en de website van de Kamer.

Verder wordt gewerkt aan het realiseren van zo efficiënt mogelijke werkprocessen binnen de informatieketen door het digitaliseren van informatie-uitwisseling en het automatiseren van taken. Dit hangt nauw samen met de realisatie van bovengenoemde, samenhangende digitale informatievoorziening en berust op principes als «eenmalige invoer, meervoudig gebruik», op de inzet van workflowmanagement en op het gebruik van innovatieve technologie.

Dit alles zal in 2014 volledig gerealiseerd zijn. In 2012 zijn bovengenoemde doelstellingen nog volop in uitvoering: er wordt gewerkt aan de stabilisering van de al langer bestaande informatiesystemen en aan duurzame opslag, aan de doorontwikkeling van methoden en technieken om informatie beter te ontsluiten en terug te vinden en aan verdere verbetering van de portals Plein2 en www.tweedekamer.nl.

4) Inrichten op ombuigingen vanaf 201

De ambtelijke organisatie bereidt zich voor op de mogelijke invulling van een door de Tweede Kamer te aanvaarden voorwaardelijke inspanningsverplichting om bij te dragen aan de ombuigingen zoals die in het regeerakkoord zijn aangegeven. In 2011 moeten hiervoor de eerste voorbereidingen worden getroffen. In 2012 moet de Tweede Kamer keuzes gaan maken.

In de afgelopen jaren is al een behoedzaam financieel beleid gevoerd. Er zijn geen claims ingediend voor uitbreidingsinvesteringen. Investeringen, zoals extra fractieondersteuning vanuit de Parlementaire Zelfreflectie, zijn bekostigd vanuit de begroting van de Tweede Kamer. Duidelijk is nu dat een nieuwe inspanningsverplichting zal leiden tot een discussie over taken. Begrotingstechnisch is het bijna niet mogelijk om een inspanningsverplichting te realiseren door nog efficiënter te gaan werken of door de kaasschaaf te hanteren. Uiteraard zal desondanks ook worden bezien in hoeverre een gedeelte van de inspanningsverplichting mede via andere maatregelen behaald kan worden.

In 2012 zullen bij de Raming voor 2013 voorstellen worden voorgelegd aan de Kamer. Deze voorstellen worden al in 2011 voorbereid in overleg met het Presidium. Daarbij tekent het Presidium met nadruk aan dat deze voorwaardelijke inspanningsverplichting wordt aangegaan onder het voorbehoud dat de invulling ervan niet tot aantasting van de medewetgevings- en controlemogelijkheden van de Tweede Kamer leidt. Daarover kan pas worden geoordeeld als er concrete voorstellen ter tafel liggen over hoe de inspanningsverplichting geheel of gedeeltelijke kan worden ingevuld.

Naast de bovengenoemde speerpunten die specifiek zijn voor 2012 is er een aantal andere aandachtspunten die een zekere permanentheid hebben. Het betreft de volgende zaken:

Europese betrokkenheid

De in de afgelopen jaren steeds verder toegenomen verwevenheid van Europese besluitvormingsprocessen met besluitvormingsprocessen op nationaal niveau heeft geleid tot een grotere rol voor nationale parlementen (onder meer via de zogenaamde gele/oranje kaart procedure), en vergt daarmee structureel extra personele inzet van de permanente vertegenwoordiging van de Staten-Generaal in Brussel en de EU-ondersteuning van de commissies.

In 2010 is ook het parlementair behandelvoorbehoud ingevoerd, een nieuw instrument waarbij de Kamer op een meer gestructureerde wijze nieuwe EU-voorstellen zal beoordelen en waar nodig ook in overleg met de regering zal treden.

Inrichting Huis voor democratie en rechtsstaat

De Tweede Kamer participeert in het Huis, waarbij de Kamer zowel inhoudelijk, financieel als met concrete producten betrokken is. De opening van het Huis is voorzien tegen 2015. In de periode daaraan voorafgaand zal het gebouw van de Tweede Kamer beter toegankelijk worden gemaakt voor bezoekers. Een van de aanpassingen wordt het realiseren van een koffiecorner voor bezoekers in de Statenpassage. In deze koffiecorner zullen zo veel mogelijk duurzame producten verkocht worden. Daarnaast zal erplaats zijn voor een servicebalie voor de verkoop van kamersouvenirs en zal een servicepunt voor bijvoorbeeld stomerijzaken en dergelijke worden ingericht. De koffiecorner wordt een leerwerkplek waar leerlingen van het ROC Mondriaan die een Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) «Middelbaar facilitair» volgen werkervaring op kunnen doen. De te volgen interne opleiding wordt verder verspreid over het Restaurantbedrijf, de Bodedienst, de Beveiligingsdienst en de Facilitaire dienst.

De opening van het Huis kan samenvallen met het gedenken van 200 jaar Staten-Generaal in 2015.

Diversiteitbeleid

In de behandeling van de Raming 2009 is door de Tweede Kamer de nadrukkelijke wens uitgesproken om een diversiteitbeleid te ontwikkelen binnen de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer. Het onderwerp diversiteit is een belangrijk aandachtspunt voor de Tweede Kamer. Voor de komende periode zijn er twee doelgroepen waaraan in het bijzonder aandacht besteed zal worden in aparte projecten:

Vrouwen

Op 26 mei 2009 heeft de Griffier, samen met de secretarissen / directeuren van vier andere Hoge Colleges van Staat, het Charter Talent naar de Top ondertekend. Met de ondertekening laat de Tweede Kamer zien dat zij vrouwelijk talent in haar organisatie wil aantrekken, behouden en laten doorstromen naar de hoge managementlagen. De ondertekening van het Charter is vrijwillig maar niet vrijblijvend: in januari 2010 zijn doelstellingen, inclusief streefcijfers, opgesteld, met een bijbehorend plan van aanpak voor de realisatie van deze doelstellingen. In 2010 zijn twee vrouwelijke diensthoofden aangesteld waardoor de streefcijfers voor 2011 zijn behaald. De Tweede Kamer gaat zich actief inzetten om ook de streefcijfers ten aanzien van het aantal vrouwelijke leidinggevenden voor 2012 te behalen.

Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt

In 2011 wordt gestart met de invoering van de structurele quotumregeling voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die Rijksbreed zal worden ingevoerd. Het gaat hierbij om het structureel bieden van werkervaringsplaatsen aan mensen met indicaties/uitkeringen van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid (Wao, Wia, Wajong, WsW en gedeeltelijk arbeidsgeschikten met een arbeidsongeschiktheidspercentage lager dan 35%). Het doel van de regeling is het bevorderen van duurzame inzetbaarheid van deze groep.

Anti-Rookbeleid

De Tweede Kamer voert een beleid om het stoppen met roken te bevorderen. De Kamer faciliteert projecten op vrijwillige basis waarbij Kamerbewoners worden gestimuleerd te stoppen met roken. Hiermee hoopt de Kamer dat door een betere gezondheid het ziekteverzuim nog verder afneemt. Dat geldt zowel voor de bewoners zelf als voor de «meerokers» die vaak hinder ondervinden van rokende Kamerbewoners. Dit laatste wordt mede veroorzaakt omdat de bestaande rookruimtes niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen. In overleg met de Rijksgebouwendienst wordt nagegaan of en zo ja tegen welke kosten hierin verbetering kan worden aangebracht.

5. Risico’s

Er zijn twee redenen te noemen waarom alle flexibiliteit feitelijk uit de begroting van de Tweede Kamer is verdwenen:

  • a) In 2008 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een oplopende personele en materiële taakstelling op haar begroting. Vanaf 2008 is deze taakstelling structureel verwerkt. Het effect hiervan op de begroting van 2012 bedraagt een verlaging met € 1 500 000;

  • b) De Tweede Kamer heeft de kosten, voorvloeiende uit de uitvoering van de aanbevelingen van de werkgroep Parlementaire Zelfreflectie, voor eigen rekening genomen. Binnen de begroting van de Tweede Kamer is ruimte gevonden voor de financiering van 75fte voor extra fractieondersteuning. De kosten voor de uitvoering van de aanbevelingen uit de Parlementaire Zelfreflectie bestaan uit twee delen. In de nota naar aanleiding van het Verslag bij de Raming 2010 is dit toegelicht (32 370, nr. 4). Voor de uitvoering van de aanbevelingen uit de Parlementaire Zelfreflectie is structureel € 5 600 000 vrijgemaakt binnen de begroting van de Tweede Kamer. Hiervan gaat € 3 400 000 naar de fractieondersteuning voor de inhuur van 75 fte extra fractieondersteuning en wordt er € 2 200 000 gereserveerd voor het instellen van thema- en tijdelijke commissies, advisering, uitvoeringsonderzoeken en het aanscherpen van parlementaire instrumenten.

In geval van onverwachte verkiezingen en/of grote parlementaire onderzoeken zal noodzakelijkerwijs een beroep moeten worden gedaan op exogene financiering.

Het Presidium is van oordeel dat in de komende jaren op basis van het regeerakkoord de Tweede Kamer een inspanningsverplichting dient aan te gaan om de 6% te bezuinigen op de begroting van de Kamer. Dit betreft dan de beïnvloedbare delen van onze begroting. De korting van 6% wordt stapsgewijs verwerkt: 3% in 2013, 4,5% procent in 2014 en ingaande vanaf 2015 structureel 6%. De korting wordt toegepast op begrotingsartikel 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer». Dit artikel bestaat uit de ambtelijke uitgaven en de beïnvloedbare politieke uitgaven, zoals de fractiekosten en het onderzoeksbudget.

Het Managementteam heeft een Stuurgroep Inspanningsverplichting (SIV) ingesteld. De Opdracht aan het SIV is: maak een analyse van de huidige dienstverlening vanuit de ambtelijke organisatie en breng de besparingsmogelijkheden in kaart. Leg de voorstellen vast in de vorm van een catalogus. Doe een suggestie aan het Managementteam voor afwegingscriteria om prioriteiten te stellen tussen de verschillende maatregelen. Het Managementteam rapporteert aan het Presidium. Daarna kunnen voorstellen voor invulling van de voorwaardelijke inspanningsverplichting via de Raming 2013 aan de Kamer worden voorgelegd.

Ter informatie is een tabel ingevoegd waarin de financiële consequenties van de voorwaardelijke inspanningsverplichting cijfermatig meerjarig zijn verwerkt.

b. Dwarsstaat financiële consequentiesvoorwaardelijke inspanningsverplichting

Er schuilt tevens een financieel risico in de mogelijkheid dat er een beroep wordt gedaan op de outplacementregeling als gevolg van de invoer van de sollicitatieplicht voor gewezen politieke ambtsdragers.

6. Kengetallen

De kengetallen zijn vanaf de Raming 2012 opgenomen in de «staat van de Tweede Kamer» en worden niet langer in de Raming zelf besproken.

7. Bedrijfsvoeringparagraaf

De accenten in de bedrijfsvoering van de Tweede Kamer voor 2012 zijn in paragraaf 4 reeds toegelicht.

Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1. Algemeen

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

Er is geen sprake van wijzigen van de huidige meerjarencijfers

2b. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

      

Verplichtingen

1 547

1 547

1 546

1 546

1 546

1 546

Uitgaven

1 547

1 547

1 546

1 546

1 546

1 546

3. interparlementaire betrekkingen

1 547

1 547

1 546

1 546

1 546

1 546

Ontvangsten

23

23

23

23

23

23

De raming van artikelonderdeel 03. «interparlementaire betrekkingen» heeft betrekking op de volgende onderdelen:

  • uitzending leden naar internationale organisaties,

  • aandeel Nederland in de kosten van interparlementaire organen,

  • contacten tussen de parlementen van het koninkrijk,

  • ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organisaties,

  • de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).

3. Kengetallen

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2006 – 2010) de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per Kamerzetel (van Eerste en Tweede Kamer) opgenomen. Met ingang van 2009 maken de apparaatskosten van de Griffie interparlementaire betrekkingen geen deel meer uit van het gezamenlijk artikel met de Eerste Kamer (artikel 4 «Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer»). Deze uitgaven maken thans onderdeel uit van artikel 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer».

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (in € 1 000)

2006

2007

2008

2009

2010

totaal apparaat

414

486

435

-

-

gemiddeld per zetel (225)

2

2

2

-

-

Interparlementaire betrekkingen

1 177

1 282

1 392

1 194

1 075

totaal artikel 4

1 591

1 768

1 827

1 194

1 075

gemiddeld per zetel (225)

7

8

8

5

5

3. HET VERDIEPINGSHOOFDSTUK

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europese Parlement

      

Stand ontwerpbegroting 2011:

34 123

34 123

33 614

33 614

33 614

33 614

2.1: schadeloosstelling

21 504

21 504

21 504

21 504

21 504

21 504

2.2: pensioenen en wachtgelden

10 133

10 133

9 624

9 624

9 624

9 624

2.3: schadeloosstelling Europarlementariërs

2 486

2 486

2 486

2 486

2 486

2 486

       

Nog niet opgenomen in een begrotingsstuk:

      

Artikelonderdeel 2.2: pensioenen en wachtgelden

      

Tweede Kamerverkiezingen medio 2015

    

1 000

1 000

Artikelonderdeel 2.3: schadeloosstelling Europarlementariërs

      

Reallocatie naar artikel 3.1

-2 300

-2 300

-2 300

-2 300

-2 300

-2 300

       

Stand ontwerpbegroting 2012:

31 823

31 823

31 314

31 314

32 314

32 314

2.1: schadeloosstelling

21 504

21 504

21 504

21 504

21 504

21 504

2.2: pensioenen en wachtgelden

10 133

10 133

9 624

9 624

10 624

10 624

2.3: schadeloosstelling Europarlementariërs

186

186

186

186

186

186

Opbouw ontvangsten (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

      

Stand ontwerpbegroting 2011

286

286

286

286

286

286

Nog niet opgenomen in een begrotingsstuk

      

Wegvallen inhoudingen op schadeloosstelling Europarlementariërs

-200

-200

-200

-200

-200

-200

Stand ontwerpbegroting 2012

86

86

86

86

86

86

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

3: Wetgeving en controle Tweede Kamer

      

Stand ontwerpbegroting 2011:

90 856

92 345

87 777

87 777

87 777

87 777

3.1: apparaat

62 885

64 374

59 806

59 806

59 806

59 806

3.2: onderzoeksbudget

1 096

1 096

1 096

1 096

1 096

1 096

3.3: drukwerk

3 026

3 026

3 026

3 026

3 026

3 026

34: fractiekosten

23 415

23 415

23 415

23 415

23 415

23 415

3.5: uitzending leden

434

434

434

434

434

434

Nog niet opgenomen in een begrotingstuk:

      

Artikelonderdeel 3.1: apparaat

      

Eindejaarsmarge 2010

650

     

Loonbijstelling 2010

600

600

600

600

600

600

Rijkspas

364

     

Beheerskosten Staten-Generaal digitaal

250

250

250

250

250

250

Reallocatie van artikel 2.3

2 300

2 300

2 300

2 300

2 300

2 300

Desaldering ontvangsten

500

500

500

500

500

500

Artikelonderdeel 3.4: fractiekosten

      

Gevolgen verkiezingen 2010

2 107

     

Gevolgen verkiezingen 2015

    

2 000

2000

Stand ontwerp-begroting 2012:

97 627

95 995

91 427

91 427

93 427

93 427

3.1: apparaat

67 549

68 024

63 456

63 456

63 456

63 456

3.2: onderzoeksbudget

1 096

1 096

1 096

1 096

1 096

1 096

3.3: drukwerk

3 026

3 026

3 026

3 026

3 026

3 026

3.4: fractiekosten

25 522

23 415

23 415

23 415

25 415

25 415

3.5: uitzending leden

434

434

434

434

434

434

Opbouw ontvangsten (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

3: Wetgeving en controle Tweede Kamer

      

Stand ontwerpbegroting 2011

2 066

2 066

2 066

2 066

2 066

2 066

Nog niet in een begrotingstuk opgenomen:

      

Desaldering met artikel 3.1 en 2.3

700

700

700

700

700

700

Stand ontwerpbegroting 2012

2 766

2 766

2 766

2 766

2 766

2 766

Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

4: Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer

4.3: interparlementaire betrekkingen

      

Stand ontwerpbegroting 2011

1 547

1 547

1 546

1 546

1 546

1 546

Nog niet opgenomen in een begrotingstuk:

      

Stand ontwerpbegroting 2012

1 547

1 547

1 546

1 546

1 546

1 546

Opbouw ontvangsten (in € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

4: Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer

      

Stand ontwerpbegroting 2011

23

23

23

23

23

23

Stand ontwerpbegroting 2012

23

23

23

23

23

23


X Noot
1

De bijlage jaarlijkse rapportage inhuur externen en de bijlage Formatieoverzicht Tweede Kamer der Staten-Generaal (01-01-2011) zijn ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
4

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven